Arnhem weer volgaarne gastvrouw AMaandag 12 juni, half acht in de avond. Op het terras van het Rembrandt- theater zitten velen te eten, de zon heeft haar belofte gehouden. In de foyer van het theater verschij nen kleurrijke, zomerse, avondtoilet ten naast stemmig zwarte avondkle ding. Buiten, aan de strak witte gevel wapperen vele vlaggen uit vele lan den. Daaronder, boven de ingang, een bloemenzee met evenzovele tin ten. Op het plantsoen voor het theater staat een in keurig blauw gestoken Enka-harmonie aangetreden. Als de eerste zwarte limousine voor het theater stopt schalt hun muziek, vro lijke muziek, over het plein. Mocht het een enkele Arnhemmer tot dan zijn ontgaan, nu moet het hem wel duidelijk zijn, de Internationale Film- week heeft weer beslag gelegd op zijn stad. Vlaggen in plantsoenen op gemeente lijke autobussen en in de winkelstra ten, aanplakborden en spandoeken overal in en rond de stad, honderden affiches met-dat-meisje-om-te-stelen hadden het reeds dagen tevoren aan gekondigd: de filmweek 1967 is er weer. Aan de ingang van het theater heeft de politie hekken geplaatst om de nieuwsgierigen, die niets van deze feestelijke opening willen missen, op een afstand te houden. Zij blijken niet overbodig. In de foyer is het om acht uur een druk geroezemoes van elkaar begroe tende gasten. De stemming is opper- Al vroeg in de avond verzamelden de veelal in stemmige avondkleding gestoken gasten zich in de foyer van het Rembrandttheater. best. Het felle lampenschijnsel van het Polygoonjournaal scheert over de hoofden. In de hoek een radioverslag gever. De bel gaat, de gasten gaan naar binnen. In het theater vormen de nieuwe donkerrode stoelbekleding en de bloemenzee op het podium een kleurrijk maar toch stemmig geheel. Er zijn vele gasten. Onder hen be vinden zich de buitengewone gezant van Tsjechoslowakije, de commissaris van de koningin in de provincie Gel derland, mr. H. W. Bloemers, dr. J. Hulsker, directeur-generaal voor Cul turele Zaken van het ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappe lijk Werk, mr. H. J. Reinink, voorzit ter van het Holland Festival, oud- minister mr. M. Vrolijk en dr. J. E. Andriessen, de heer Ch. G. Matser, burgemeester van Arnhem, de heer J. C. Schuller, voorzitter van de Cen trale Commissie voor de Filmkeuring, prof. dr. Ph. J. Idenburg, voorzitter van de Raad voor de Kunst, wethou ders en raadsleden van Arnhem, het Hoofdbestuur van de Nederlandsche Bioscoop-Bond, leden van de Afde lingsbesturen van deze organisatie, vertegenwoordigers van de besturen van het Nederlands Filminstituut, de Stichting Nederlands Filmmuseum, de Stichting Film en Jeugd, de Stichting Filmcentrum, de Katholieke Film- actie en andere instellingen op maat- schappeltjk-cultureel gebied. Vele filmers zijn naar Arnhem geko men waaronder Fons Rademakers, Bert Haanstra, Herman van der Horst, Eric Terpstra, Frans Weisz, Kees Brusse, John Fernhout. Een vriendelijke meisjesstem vertelt in het Nederlands en daarna in het Engels hoe het programma er voor die avond uit zal zien. De heer A. Delorm, voorzitter van het Stichtings bestuur van de filmweek spreekt een kort inleidend woord. Daarna spreekt de heer Ch. G. Matser, die als burgemeester van Arnhem de filmweek officieel zal openen. De burgemeester zegt het een voor recht te vinden op de openingsavond van de filmweek de vele autoriteiten, de pers, de vertegenwoordigers van het nationale en internationale film wezen en het aanwezige publiek een welkom toe te roepen. „Uw aller aanwezigheid bij dit fees telijk gebeuren levert een bewijs van de grote betekenis die aan film en bioscoop moet worden toegekend, zo wel uit een oogpunt van amusement als in cultureel, sociaal, educatief en wetenschappelijk opzicht. Als tweejaarlijks evenement wordt de Filmweek thans voor de vijfde maal in Arnhem gehouden. Ik mag op grond hiervan constateren, dat er een hechte band is gelegd tussen de Film week en onze stad. Ik geef u de ver zekering dat Arnhem telkens weer volgaarne als gastvrouw fungeert van de Tiende Muze en hen die haar be minnen." Na een overzicht van de komende gebeurtenissen te hebben gegeven be sloot de heer Matser zijn rede met: Stralend middelpunt van de openings voorstelling was ongetwijfeld John Fern hout naast componist Robert Heppe- ner en zoon Douwes.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1967 | | pagina 17