Wet op de
Arbeidsongeschiktheid
De
Recl
ame
filmdag
Maximum
Geen loongrens
Verschuiving
In het Du Midi-theater in Amster
dam werd op donderdag 1 juni
voor de achttiende maal de Recla
mefilmdag gehouden.
Voor een goed gevulde zaal er
waren ongeveer 500 deelnemers
werd o.a. een selectie getoond van
de buitenlandse reclamefilms die
tijdens het vorig jaar in Venetië ge
houden Festival van Reclamefilms
werden bekroond. Ook werden op
deze dagen de zeven reclamefilms
vertoond die hadden meegedongen
naar de Jaarprijs 1966, voor de
beste reclamefilm, beschikbaar ge
steld door het Genootschap voor
Reclame. In de loop van de dag
werd de Jaarprijs uitgereikt aan de
heer J. Rosinga, voor diens „Peter
Stuyvesant - New York". De prijs
werd door de voorzitter van de
jury, de heer P. M. Maas Geestera-
nus uitgereikt aan de heer Rosinga
en de heer Alexander Orlow, direc
teur van Turmac Tobacco Com-
pagny, de opdrachtgever van de
film.
„Het is begrijpelijk dat de adver
teerders meer en meer de neiging
vertonen hun reclame te concentre
ren in de grote steden."
Dit zei dr. J. P. Ton, voorzitter van
het Genootschap voor Reclame tij
dens zijn rede op die dag. Dr. Ton
wees erop dat de drie grootste ste
den Amsterdam, Rotterdam en
Den Haag in 1966 een relatieve
stijging te zien gaven van het lan
delijk aantal bioscoopbezoekers;
40,5 in 1966 tegen 40,2 in
1955. De voorzitter van het ge
nootschap vond het verheugend dat
zich binnen de groep bioscoopbe
zoekers tussen de 35 en 40 mil
joen per jaar een verschuiving
in de richting van de jeugdige be
zoekers plaats vindt. Gepaard aan
de modernisering van het prijzen-
systeem en handhaving en waar
mogelijk verbetering van de pro-
duktiekwaliteit biedt dit aspect, zo
zei dr. Ton, toch een goede garan
tie om de toekomst met vertrouwen
tegemoet te zien.
Ingevolge Koninklijk Besluit, gepu
bliceerd in Staatsblad no. 105 van
15 februari j.l. zal de Wet op de
Arbeidsongeschiktheidsverzekering
(W.A.O.) en de daarmede verband
houdende wijziging van de Ziekte
wet in werking treden met ingang
van 1 juli 1967.
De Ongevallenwet 1921 komt per
1 juli a.s. te vervallen. Lopende on
gevalsuitkeringen worden, indien op
1 juli nog geen jaar is verstreken
na de datum van het ongeval, ge
handhaafd tot een jaar na die datum.
Na afloop van het eerste jaar wor
den, indien het einde van dat jaar
na 1 juli 1987 ligt, de lopende
ongevalsuitkeringen omgezet in
W.A.O-uitkeringen voorzover de ar
beidsongeschiktheid groter is dan
25% en de belanghebbende nog
geen 65 jaar oud is. Ongevalsuit
keringen, berekend naar een ar
beidsongeschiktheid van minder dan
25 worden afgekocht door beta
ling van een bedrag ineens.
De Invaliditeitswet wordt met ingang
van 1 juli 1987 grotendeels geliqui
deerd.
Na 1 juli wordt niet alleen uitkering
krachtens de Ziektewet gegeven bij
arbeidsongeschiktheid wegens ziek
te, maar ook wanneer de arbeids
ongeschiktheid het gevolg is van
een ongeval of een gebrek. De uit
kering wordt verleend gedurende
maximaal 52 weken en wel tot een
maximum van 80 van 77,per
dag bij een vijfdaagse werkweek (op
jaarbasis dus ongeveer f 16.000,
uitkering).
De loongrens in de Ziektewet ver
valt. Alle werknemers die in dienst
betrekking (of in een arbeidsverhou
ding die met dienstbetrekking is ge
lijkgesteld) werkzaam zijn, vallen
dus voortaan onder de Ziektewet.
Personen, die met ingang van 1 juli
a.s. onder de Ziektewet komen te
vallen, kunnen hun eventueel lopen
de particuliere verzekering opzeg
gen. Vooruitbetaalde premies over
perioden, waarover deze vervallen,
moeten voor tenminste 3/4 worden
terugbetaald.
Onder de Wet op de Arbeidsonge
schiktheidsverzekering (W.A.O.die
geen loongrens kent, zal met ingang
van 1 juli a.s. in beginsel ieder val
len, die in dienstbetrekking (of in
een arbeidsverhouding die met
dienstbetrekking is gelijkgesteld)
werkzaam is. Recht op uitkering
heeft degene, die door ziekte, ge
breken of een ongeval geheel of
gedeeltelijk niet in staat is om met
arbeid, die maatschappelijk gezien
passend voor hem is, evenveel te
verdienen als een gelijksoortige
werknemer. De uitkering gaat in,
nadat de arbeidsongeschiktheid een
jaar heeft geduurd. Gedurende dit
eerste jaar bestaat recht op ziekte-
geld.
Voorlopig zal de premie voor de
W.A.O. 4,2 van het loon gaan
bedragen. Voorzover het loon van
een werknemer meer bedraagt dan
f 77,per dag (op jaarbasis circa
20.000,is over dat meerdere
geen premie verschuldigd.
Volgens de wettelijke bepalingen
zou de helft van deze premie be
taald moeten worden door de werk
nemer (door inhouding op zijn loon)
on de andere helft door de werk
gever. Allerwegen is echter de pre
mieverschuiving bestudeerd, welke
zonder nadere voorzieningen zou
optreden door het wegvallen voor
de werkgever van de premies voor
de Ongevallenwet en de Interimwet
invaliditeitstrekkers.
Bij de Tweede Kamer is thans een
wetswijziging in behandeling onder
meer om het de minister mogelijk te
maken, deze verschuiving van lasten
te voorkomen door niet de helft van
de W.A.O.-premie, doch slechts
0,75 van het loon op de werkne
mer te verhalen. Het werkgevers-
deel van de W.A.O.-premie zou dan
dus 3,45 gaan bedragen.