De Volkskrant
Het Parool
De Tijd
120
het bioscoopbedrijf en dan wel ,,in
het fiscale vlak". Die hoop is niet
ongegrond gebleken. In de Tweede-
Kamercommissie voor cultuur, re
creatie en maatschappelijk werk heeft
Minister Klompé woensdag immers
medegedeeld, dat ,,het voornemen
bestaat om een voorstel te doen tot
afschaffing van de vermakelijkheids-
belasting op openbare filmvoorstel
lingen, ingaande per 1 januari 1969".
Dit voorstel noemde de minister ,,een
typisch voorbeeld van de beleidsom
buiging ten aanzien van het bioscoop
bedrijf"
Al is er dan voorlopig nog maar
sprake van een voornemen tot een
voorstel en zou het al te voorbarig
zijn nu reeds de vlag uit te hangen,
de mededeling van Minister Klompé
mag toch wel degelijk worden be
schouwd als een teken, dat in het
jarenlange gevecht van het film- en
bioscoopbedrijf om fiscaal niet langer
als een voor de overheid lucratief
„weeldeartikel" te worden behandeld,
een nieuwe voor het bedrijf gunstiger
fase ingetreden is"
Op 20 oktober schrijft De Volkskrant
onder „Applaus": „De vermakelijk
heidsbelasting gaat verdwijnen. Deze
mededeling van minister Marga Klom
pé is overal, en terecht, met applaus
ontvangen. De afschaffing zal niet
tot gevolg hebben dat de toegangs
prijzen omlaag gaan, maar het publiek
heeft er wel op een andere manier
voordeel van. Het bioscoopbedrijf,
door de concurrentie met de televisie
in de knoei geraakt, krijgt ruimte om
betere films te brengen.
Toneel en cabaret zullen, met meer
financiële armslag, grotere mogelijk
heden bij nieuwe produkties hebben
en beter in staat zijn jonge talenten
aan te trekken. De sport, die het
financieel ook al niet naar den vleze
gaat, behoeft het niet meer enkel in
verhoging van de toegangsprijzen te
zoeken.
Bij zoveel voordelen van afschaffing
zou men haast vergeten dat de ver-
makelijkheidsbelasting in één opzicht
toch wel nuttige functie heeft vervuld
en wel als belangrijke inkomstenbron
voor de gemeenten. En de gemeen
ten, die nu al merendeels met grote
tekorten werken, kunnen zeker niet
hebben dat die tekorten nog groter
worden.
Zij zouden dus geen reden hebben
om over de voorgenomen afschaffing
mee te applaudiseren, ware het niet
dat minister Klompé tegelijk heeft
aangekondigd dat de gemeenten
straks op compensatie kunnen reke
nen. Niet uit de grote rijkspot: dit
kabinet heeft al moeite genoeg met
de stijgende overheidsuitgaven. Het
kabinet zoekt de oplossing in het
nieuwe belastinggebied, dat het voor
de gemeenten wil scheppen en waar
uit dan ook de compensatie voor de
afschaffing van de vermakelijkheids-
belasting zou moeten worden gehaald.
Tegen die uitbreiding van het ge
meentelijk belastinggebied blijven we
vooralsnog wat gereserveerd aankij
ken. Wij hebben er echter wel alle
begrip voor dat, als er geld nodig is,
dit in elk geval uit de lengte of uit
de breedte moet komen. De voorge
nomen afschaffing van de vermake-
lijkheidsbelasting, die cultuur en sport
remt, blijft, ook met het vooruitzicht
op de straks op te brengen compen
satie, een instemmend applaus
waard".
Dezelfde dag, 20 oktober dus, komt
ook Het Parool met een hoofdartikel
over de afschaffing van de vermake-
lijkheidsbelasting. Onder de kop
„Halve uitleg" schrijft dit blad: „Bij
de behandeling van de begroting van
cultuur, recreatie en maatschappelijk
werk voor 1967 is woensdag vanuit
de openbare commissievergadering
geklaagd, dat minister Klompé de één
miljoen gulden had geschrapt, die
haar voorganger Vrolijk voor de sane
ring van het bioscoopbedrijf had uit
getrokken. Alleen de 500.000
voor handhaving van het filmjournaal
was overgebleven.
In antwoord op die klachten deelde
minister Klompé mee dat op 1 januari
1969 de vermakelijkheidsbelasting,
die het bioscoopbedrijf jaarlijks ruim
twaalf miljoen gulden kost, zal ver
dwijnen in een wetsontwerp, dat zich
een verruiming van het eigen belas
tinggebied der gemeenten ten doel
stelt. Daarin zal tevens worden aan
gegeven, wanneer de andere vormen
van vermakelijkheidsbelasting zullen
verdwijnen.
Voor het bioscoopbedrijf, dat die be
lasting extra voelt nu de televisie zijn
klantenkring heeft doen inkrimpen,
was dit uiteraard een welkome tij
ding. De Kamercommissie, kennelijk
aangenaam verrast, zag derhalve van
de replieken af en zette zich voldaan
aan de avondmaaltijd.
Een vraag had zij evenwel niet ach
terwege mogen laten, want de zaak is
niet erg duidelijk. Over 1968 houdt
het rijk een miljoen gulden in kas.
Maar de gemeenten zullen over 1969
circa twaalf miljoen gulden aan belas
tinginkomsten derven. Dat is geen
verruiming doch een beperking van
hun belastinggebied. Waarschijnlijk
bedoelde minister Klompé te zeggen
dat andere gemeentelijke heffingen
extra verhoogd zullen moeten worden.
Welke zullen dat dan zijn? Zonder
die wetenschap kan de afschaffing
van de vermakelijkheidsbelasting
eigenlijk niet goed worden beoor
deeld.
Wreekte zich hier niet, dat de Kamer
commissie voor cultuur, recreatie en
maatschappelijk werk uit een zeer
gespecialiseerd gezelschap bestaat,
waarin het aantal gemeenbestuurders
gering is? In de openbare vergadering
waarin de Kamer als geheel over de
begroting van CRM zal moeten be
slissen, dient dit verzuim te worden
hersteld."
Op 21 oktober reageert ook ,,De
Tijd" op het nieuws van de af
schaffing van de vermakelijkheids
belasting. Dit landelijke avondblad
schrijft hierin: „Wij zijn fel voor het
afschaffen van de vermakelijkheids
belasting voor bioscopen, omdat het
de bioscoopwereld na jaren van soe-,
batten eindelijk wat financiële adem-
ruimte zal geven. Tenminste, als de
12 miljoen gulden die straks ten dele
vrijkomen besteed kan worden aan
investeringen in bioscopen, voor het
leggen van een gezonde basis onder
het produktiefonds voor de Neder
landse film en voor het behoud van
een aantrekkelijk filmjournaal. Ein
delijk dan eens een tegemoetkoming
aan het filmamusement, dat zo lange
jaren heeft moeten worstelen tegen
de concurrentie van de door de staat
vertroebelde huisbioscoop, die televi
sie heet. Menigeen in de bioscoop
wereld heeft bij het vernemen van
deze beslissing terecht de vlag uitge
stoken.
Helaas valt deze aanval op een ge
meentelijke belastingbron bij de ge
meenten in minder goede aarde. Ook
de gemeenten vooral de grotere
zitten in de financiële klem.
Er zijn wel nieuwe fiscale inkomsten
bronnen voor hen in de maak: de
minister van financiën heeft daar uit
voerig met de gemeenten over ge
sproken. Nu echter zonder vorm van
overleg de kraan van de vermakelijk
heidsbelasting door minister Klompé
wordt dichtgeschroefd krijgt men de
indruk, dat in dit kabinet de ene
hand wat al te doortastend weghaalt
wat de andere nog niet eens gegeven
heeft.