België
en de
na-
synchronisatie
138
De maatregelen die de Franse rege
ring enige jaren geleden nam om de
eigen filmproduktie te beschermen,
hebben voor haar buurland België
ernstige gevolgen gehad. De toen op
gestelde verordeningen konden in
twee punten worden samengevat:
1de vertoning van buitenlandse
films in oorspronkelijke versie
werd beperkt;
2. buitenlandse films moesten
wilden zij een lonend roulement
in Frankrijk krijgen in het
Frans worden nagesynchroni
seerd. Deze na-synchronisatie
moest in Franse studio's gebeu
ren.
Door deze bepalingen hadden (bij
voorbeeld) Amerikaanse of Duitse
films, die (bijvoorbeeld) in Canada
of België in het Frans waren nage
synchroniseerd, geen kans op de
Franse markt.
Vreemder nog verliep het met de
Franstalige Belgische films. Hierdoor
ontstond vaak de volgende paradoxa
le situatie. Een Belgische producent
van een in het Frans gedraaide film
wil zijn film in Frankrijk verkopen.
„Uitstekend" krijgt hij van Franse
zijde te horen. „Uw film zal in zijn
originele versie worden vertoond.
Buitenlandse films in originele versie
hebben echter maar recht op een be
perkt aantal vertoningen. Als U dus
een uitgebreider roulatie wilt moet
Uw film in Frankrijk worden na
gesynchroniseerd".
„Maar mijn film is in het Frans op
genomen", zegt de producent.
„Zeker, wij geven zelfs toe dat het
uitstekend is gedaan. Uw film is ech
ter een Belgische film, dus een bui
tenlandse. Volgens de bepalingen
moet hij daarom in Frankrijk worden
nagesynchroniseerd".
Daar de andere Frans sprekende lan
den de in Parijs gesynchroniseerde
versies accepteerden behoeft het geen
betoog dat zich in België geen na-
synchronisatieindustrie kon ontwikke
len.
Toen kwam de televisie. Het eerste
Frans sprekende land dat televisie
kreeg was uiteraard het naast Ameri
ka gelegen Canada. Episodenfilms,
die in de Verenigde Staten waren
opgenomen, werden nu in Montreal,
Quebec of Toronto nagesynchroni
seerd.
Toen de O.R.T.F. (De Franse Staats
televisie) met haar uitzendingen be
gon, probeerde zij natuurlijk deze
films te krijgen. Zij waren immers al
in het Frans nagesynchroniseerd en
bovendien aantrekkelijk in prijs.
Deze films behoefden niet in Frank
rijk te worden nagesynchroniseerd
want wat voor de bioscoopfilm gold
behoefde nog niet voor de televisie
film te gelden!
In België kwamen enkele studio's van
de grond voor de nasynchronisatie in
de vooral Franse taal. Zij leg
den zich vooral toe op de nasynchro
nisatie van televisie en bioscoopfilms
voor België, Zwitserland, Noord-
Afrika, Libanon, Syrië, Kongo en
Canada. Voorzover het tenminste
films betrof die geen commercieel
roulement in Frankrijk haalden.
Deze ondernemingen leverden niet
het verwachte resultaat op. Of de
films die deze studio's verwerkten
waren middelmatig of de eigenaren
waren slechte kooplieden. Noch de
kwaliteit van het geluid noch de prijs
in België waren hieraan schuldig.
Door de progressieve toepassing van
de bepalingen van het Verdrag van
Rome, die de gemeenschappelijke
markt van „klein Europa" invoerde,
is deze situatie nu veranderd.
Sinds 1 januari van dit jaar staat
niets meer de vrije uitwisseling van
films die in een van de deelnemende
landen werd gemaakt en in een van
deze landen werd nagesynchroniseerd,
in de weg.
Een studio in Frankfurt of Milaan
kan nu zonder meer een Frans ge
sproken versie maken van een (bij
voorbeeld) Nederlandse film. Een
dergelijke film wordt nu zonder be
zwaar op de Franse markt geaccep
teerd.
Francis Bolen, aan wiens artikel in
Filmecho wij deze gegevens ontlenen,
vraagt zich af of Luxemburg, of Ne
derland veeltalig per traditie
niets ziet in het nasynchroniseren van
films. „Ik weet dat Belgische finan
ciers en industrieëlen er ernstig over
denken, in België ondernemingen op
te richten voor de nasynchronisatie
van films, al is het maar voor die in
de Franse taal. De technische uitrus
ting ligt immers klaar. Het gaat er
alleen nog maar om opdrachten te
krijgen. Enige Duitse films werden
reeds in Brussel nagesynchroniseerd,
tot tevredenheid van producenten en
filmverhuurders", aldus Francis Bo
len.