Naschrift van
de redactie
230
Ons antwoord op het artikel van de
belastingdirecteuren van de drie grote
gemeenten gepubliceerd in het
Bondsorgaan no. 256 is blijkbaar
hard aangekomen. De onderteke
naars hebben ons verzocht om opne
ming van een gezamenlijke verklaring,
een verzoek waaraan hierbij wordt
voldaan.
Hoewel het bovenstaande ons in geen
enkel opzicht aanleiding geeft terug
te komen op ons antwoord „Gemeen
te-ontvangers en vermakelijkheidsbe-
lasting", vraagt het toch om een paar
kanttekeningen. Ook ons was het dui
delijk, dat het stuk in kwestie zich
niet richtte tegen de Bond, waarmee
dan het bioscoopbedrijf bedoeld is,
maar tegen de Regering. Wat zou
men immers tegen ons bedrijf kunnen
hebben, dat zo veel jaren als gemeen
telijke melkkoe heeft gediend. Maar
zou het dan niet wijzer zijn geweest,
wanneer men in de schermutseling
met de Regering dit zelfde bedrijf
met rust gelaten had instede van op
zijn rug dit achterhoedegevecht te
leveren. Want men suggereert door
de wijze van berekening, dat de ver
dwijning van de vermakelijkheidsbe-
lasting als gevolg van de invoering
van de B.T.W. nauwelijks soelaas
voor ons zou betekenen. Wij hebben
het tegendeel aangetoond. Dat het
voordeel kleiner is door de invoering
van de B.T.W. is door ons betreurd,
niet bestreden. Natuurlijk moest de
Bondsdirecteur als juist aanmerken,
dat het Rijk ongeacht de inkoop steeds
hetzelfde percentage van de vermake-
lijkheidsbelasting via de B.T.W. tou
cheert, maar dat had het artikel in het
orgaan toch ook niet ontkend. Het
ging er veeleer om, dat het percenta
ge belangrijk kleiner is dan de heren
hebben berekend en dat de inkoop
van de bioscoopexploitant een interne
commerciële aangelegenheid is. Deze
heeft met de beoordeling van het ef
fect van de belastingherziening niets
van doen en is irrelevant ten aanzien
van de bezwaren, die de heren tegen
het Regeringsvoorstel opperen, onge
acht dan dat de gepubliceerde cijfer
voorbeelden kant noch wal raken.
Bovendien gaan de schrijvers voorbij
aan het feit, dat een verbetering van
de economische positie van het bio
scoopbedrijf corrigerend werkt op
filmvoorziening en filmexploitatie
Het is merkwaardig dat de heren on
danks verstrekte informaties dit as
pect wederom negeren. In het bio
scoopbedrijf is de gebouwenexploita
tie niet los te maken van de film en
de filmexploitatie. Hierbij speelt de
inkoop, die altijd weer gericht is op
een pièce unique, een uitzonderlijke
rol.
Wat de geciteerde opvatting van de
Regering aangaat over de afschaffing
van de vermakelijkheidsbelasting mo
gen wij verwijzen naar de verklarin
gen van Minister Witteveen in de Ka
mer, welke heel wat minder summier
waren. Het verwijt, dat wij niet zijn
ingegaan op de gesuggereerde moge
lijkheden om de problematiek van de
afschaffing van de VB tot een „bete
re" bedoeld is waarschijnlijk „an
dere" oplossing te brengen, wijzen
wij van de hand. Deze problematiek
is immers niet meer aan de orde.
Toen dit wèl het geval was hebben
de heren in alle talen gezwegen. De
beste oplossing is door de Regering
reeds voorgesteld, namelijk de ophef
fing van een achterhaald fiscaal insti
tuut.
Voorzover de heren autoritair verkla
ren dat de wijze van behandeling in
„Film" hun bepaald is tegengevallen,
kunnen wij de verzekering geven dat
de teleurstelling wederzijds is.
Opnamefoto voor de kleurenfilm „The
Hague Horizons" die op het ogenblik
door Carillon Films, Rijswijk wordt ver
vaardigd in opdracht van VVV Den Haag/
Scheveningen. Het thema van de film:
Kom naar Holland, kies Den Haag als
verblijfplaats.
De unieke (Haagse) Japanse tuin in bloei
in esn verborgen hoekje van Park Clin-
gendael komt o.a. in de film voor.
De Japan-illusie-in-Den Haag werd ge
completeerd door regisseur Caspar Wil-
lers en filmproducent Gerard J. Raucamp
toen zij authentieke Japanse figuratie in
de Clingendael soenes introduceerden.
De film ,,The Hague Horizons" zal eind
1968 in 10 minuten Den Haag „verko
pen" aan de kijkers in het buitenland.
Doel: opvoeren van het aantal toeristen
naar Den Haag. U ziet hier Japans-Den
Haag in filmopname v.l.n.r.: Mevrouw
Smith-Yamamoto; Ron Visscher, camera
assistent; Caspar Willers, regisseur van
„The Hague Horizons"; Eddy van Zwa
nenburg, cameraman (achter camera);
Gerard J. Raucamp, draaiboekschrijver
en producent van de film.