Mogelijkheden zoeken Bioscoopreclame-exploitanten in vergadering bijeen Vertoningsprijzen Geen namen Te kort gedaan 232 Op 27 mei hield de Nederlandse Ver- eeniging van Bioscoopreclame-Exploi tanten onder leiding van de heer J. Smit, Voorzitter, haar jaarlijkse le denvergadering. Goedgekeurd werden het jaarverslag over 1967, de rekening en verant woording over dat jaar en de balans. De contributieheffing en begroting van ontvangsten en uitgaven voor het jaar 1968 werden goedgekeurd over eenkomstig de voorstellen van het Bestuur. Tot leden van de Kascom- missie voor het jaar 1968 werden be noemd Mejuffrouw M. C. Opdam, alsmede de heren Th. de Ruiter en R. H. F. J. Wubbe. Aangezien de heer J. Smit, die perio diek aftredend was, zich niet herkies baar stelde, werd in zijn plaats bij en kele candidaatstelling tot bestuurslid benoemd, de heer J. H. van Straaten, directeur van Cloeck en Moedigh N.V. te Amsterdam. In de door het aftreden van de heer Smit ontstane vacature in het voorzitterschap heeft het Bestuur voorzien door de benoe ming van de heer A. van Bloemen- daal, directeur van de N.V. Actieffilm te Groningen. Voorts wijdde de vergadering aan dacht aan het sedert 1 januari van dit jaar ingevoerde nieuwe systeem voor de bepaling van vertoningsprijzen, dat gebaseerd is op een vast tarief van 11 cent per meter per 100 werkelijke be zoekers, en met uitzondering van een gering aantal zaken in verreweg de meeste bioscopen van ons land wordt toegepast. Zoals men zich herinnert werd tot het nieuwe systeem na vele besprekingen met, en sterke aandrang van de Bond van Adverteerders overgegaan. Tevens werden besproken de proble men, die zich in dit stadium nog voor doen bij de werving, respectievelijk uitvoering van vertoningsopdrachten voor T.V.-spots en commercials in de bioscopen. De oorspronkelijke opzet was namelijk deze in series van mini mum drie en maximum zes per voor stelling te doen vertonen. Aangezien gebleken was, dat zulks op practische bezwaren stuitte, was naderhand be sloten, te beginnen met het boeken van verzonken raken in het beeld één spot tegelijk, voor zogenaamde standaardroulementen, waaraan ande re korte films kunnen worden toege voegd. Ter vergadering bleek, dat er boven dien behoefte was aan afwijkende mo gelijkheden. Men besloot hiermede in principe accoord te gaan, mits de in deling van de vertoningsweken zoda nig is, dat geen top-theaters worden geblokkeerd, de verzendkosten van copieën voor de kleinere bioscopen beperkt blijven en de bioscooprecla me-exploitanten zich in voorkomende gevallen met de afwijking kunnen ver enigen. Hoewel over deze aangelegenheid ver scheidene publicaties verschenen, mo ge nog eens worden gestipuleerd, dat in de bioscopen thans maximaal drie normale reclamefilms per voorstelling kunnen worden vertoond. Een van de ze films mag bestaan uit een serie van minimum drie en maximum zes T.V.- spots of commercials. Vooralsnog mag van het minimum worden afgeweken op de hiervoor omschreven wijze, ten einde de aanloop van dit systeem te vergemakkelijken. De gewone reclamefilms mogen on derling geen concurrerend karakter hebben; de films in een serie mogen evenmin onderling concurrerend zijn. vervolg van pag. 231 De namenreeksen zijn in de ogen van moderne experts meer een gevaar voor een film, dan een stimulans om hem te gaan zien. Keiharde werkelijkheden waarvan de nieuwe advertentiemethode uitgaat heten „eenvoud" en waarachtig heid". De dagen van het bijvoegelijk naamwoord en de superlatief zijn voorbij. De lezers zijn blind gewor den voor groots en geweldig, voor het mooiste en het beste. De vergrotende trap is uitgesleten en wordt nu gere pareerd met nieuwe treden die „fei telijkheden" heten. Deze stimuleren het geloof, dat de advertentie geen knollen voor citroe nen verkoopt maar een pure, waar achtige mededeling is, welke men zon der meer mag aanvaarden. Studies van het advertentiemedium hebben aangetoond, dat het nut van een opeenstapeling van advertenties in een amusementsrubriek nader on derzocht zou moeten worden. Alleen een exclusief gebruik van zo'n pagina stimuleert de lezer het best, menen sommigen. Als de lezer tóch niet van plan is een bioscoop te bezoeken slaat hij werk tuiglijk het blad-vol-filmaankondigin- gen over. En dat doen al die mensen, die voorshands geen interesse toon den in films. Zij moeten op onver wachte plaatsen algemene en unifor me advertenties aantreffen, waardoor de film metterdaad onder ogen komt van het nieuwe publiek. Zo men de habituele niet-kijker wil bereiken, die door het filmbedrijf schromelijk is tekort gedaan, moet men daarvoor een goede nieuwe ad vertentietechniek kiezen. En dat is volgens deskundigen niet „de vaste rubriek". Uiteraard is deze rubriek van grote waarde voor allen, die wél geïnteres seerd even willen nalopen welke films zij kunnen gaan zien. Het gaat er niet om deze vorm van informatie zonder meer om hals te brengen. Want het vaste publiek kijkt immers uit naar deze annoncering. Het gaat erom dat „het andere pu bliek" op representatieve wijze het produkt onder ogen krijgt. Zoals de Amerikanen zeggen, „Jaag het verlo ren publiek achterna".

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1968 | | pagina 16