Films and the American Dream
„De enkeling
is
verantwoordelijk"
Tijd dringt
Tragedies
Van kind af
Ophouden
Moraalcode
242
Martin Quigley jr. hoofdredacteur van de Motion Picture Herald heeft een interes
sante bijdrage geleverd in de discussie over het geweld en de visuele media.
T"\e tragische dood van senator Ro-
bert F. Kennedy heeft opnieuw
aandacht gevestigd op de problema
tiek van de geweldpleging, waarop
regelmatig nadruk wordt gelegd door
massamedia, waaronder ook de film.
Nimmer tevoren zijn zoveel gewetens
volle stemmen opgegaan, die het heb
ben uitgeschreeuwd nu eindelijk een
einde te maken aan wreedheid in
films, op televisie, in boeken, tijd
schriften en kranten.
Degenen, die menen dat deze kritiek
over een paar weken zal zijn vergeten
bewijzen daarmee het bedrijfsleven,
hun land en de wereld een zeer slech
te dienst.
De tijd dringt. Het kan zijn dat de
losgemaakte krachten onstuitbaar lei
den naar revolutie, chaos. Het is ech
ter dwaas een negatieve en defaitis
tische houding aan te nemen.
The American dream, ondanks recen
te akelige gebeurtenissen, heeft veel
gedaan ten gunste van de mensheid.
Films hebben een trotse plaats ver
overd door hun bijdrage in het tot
stand brengen van de goede dingen
in het Amerikaanse ideaal. Hollywood-
films hebben zeer beslist een rol ge
speeld als ambassadeurs naar de bui
tenwereld voor de materiële zege
ningen van de Amerikaanse samen
leving. Zij hebben ook van tijd tot
tijd de schijnwerpers gericht op de
beste kanten van de democratische
gedachte.
Het beschouwen van de verantwoor
delijkheden van de film in de huidige
moeilijke situatie in Amerika moet
objectief en zonder emoties geschie
den.
Aan de ene kant is het absurd om
kortelings gebeurde moorden volledig
op rekening te schrijven van films en
andere communicatiemiddelen. Aan
de andere kant is het kortzichtig te
beweren, dat films en de andere me
dia, die voorlichten en vermaken, wel
ke invloed dan ook op de gemeen
schap zouden missen.
De belangstelling van het publiek in
binnen- en buitenland is begrijpe
lijk sterk gericht geworden op de
drie belangrijkste tragedies: de moor
den op president Kennedy, op ds. King
en senator Kennedy. Hoe dramatisch
en pijnlijk deze moordaanslagen voor
ons allen zijn geweest, van even groot
belang voor het peilen van de morele
ongesteldheid van het land is het to
tale beeld van het moordcijfer.
In zijn krachtige appèl voor een doel
treffende vuurwapenwet heeft presi
dent Johnson gezegd, dat jaarlijks
6500 burgers van de USA worden
vermoord en dat er bijna 100.000 an
dere misdaden worden gepleegd,
waarbij vuurwapens worden gebruikt.
Het zijn cijfers, die zover liggen be
zijden die van de andere zogenaam
de beschaafde landen, dat zij zowel
onze nationale schande als de kiem
van de vernietiging van onze volks
gemeenschap in zich dragen.
In deze nationale schande van het ge
weld als levensgewoonte moeten de
film en de andere massacommunica
tiemiddelen erkennen, dat zij zeker
enige verantwoordelijkheid dragen.
Het is niet eerlijk de film van alle
blaam schoon te wassen door te zeg
gen, dat de enige belangrijke invloe
den op het gedragspatroon uitgaan
van huis, school, kerk en overheid.
Wij leven in een tijd, waarin de com
municatiemiddelen ons beïnvloeden
vanaf het moment dat we deze als kin
deren kunnen verstaan. Miljoenen
kinderen krijgen een constant dieet
voorgezet van geweldpleging op de
beeldbuis, nog vóór zij naar school
gaan.
Gedurende hun tienertijd, de tijd waar
in indrukken het sterkst beklijven, be
kijken miljoenen week na week ex
cessieve wreedheden op het witte
doek.
Het bloed, dat in deze eeuw is ver
goten is over ons allen gekomen. Som
migen dragen grotere verantwoorde
lijkheid dan anderen en hebben ook
grotere mogelijkheden om correctief
op te treden.
Het aanvaarden van te veel wreed
heid op het witte doek heeft geleid
tot meer en meer excessen. Zoals
de New York Times het heeft ge
schreven in een hoofdartikel op 10
juni 1968: „Het is tijd voor de men
sen, die daarvoor verantwoordelijk
zijn, op te houden het voor te stellen
alsof het nog steeds high noon is in
Old Dodge City".
Het wordt tijd voor verantwoordelij
ke mensen, die films creëren, financie
ren, distribueren en vertonen en
evenzo doen met televisieuitze.idingen,
er mee op te houden te beweren,
dat wreedheid in amusementsvoor
stellingen geen kracht zou bezitten
om denken en doen te beïnvloeden.
De oude en verguisde „tien geboden
voor de producent" erkenden het
probleem van gewelddadigheid op het
witte doek. Een aantal jaren ge'eden
waren deze een constructieve kracht
om overdrijving tegen te gaan. Niet
alleen werd er een aantal onderwer
pen als „verwerpelijk" geoordeeld,
maar er was ook een uitvoerig en ge
specificeerd hoofdstuk over 1 3 specia
le voorschriften betreffende de mis
daad in de film. Elke vorm van ex
cessieve wreedheid, die in vroeger ja
ren geacht werd niet door de beugel
te kunnen, is in recentere tijd dikwijls
wel gebruikt voor filmverhalen.
De nieuwe produktiereglementen, aan
genomen op 20 september 1966, heb
ben een geraamte van de oude be
waard, maar er zijn vele films uitge
bracht, die de letter en de geest van
die reglementen met voeten hebben
getreden.
Met een oude moraalcode, die is
overleden en een nieuwe, die al ster
vende is, moet naar andere middelen
worden gezocht om het voor Holly
wood mogelijk te maken de idealen
van de Amerikaanse gemeenschap uit
te dragen en een punt te zetten achter
de stelselmatige vernietiging daarvan.
Vooraf keuren welke deugden die
manier van werken ook hebben mag
is het antwoord niet. Films moeten
in de eerste plaats op de juiste manier
worden gemaakt. Voorbeeld: als een
film buitengewone wreedheid laat
zien, kan kwalificatie alleen maar
extra aandacht trekken bij die perso
nen die gemakkelijk op een verkeerde
manier zijn te beïnvloeden.
Het Amerikaanse levensideaal is door
het werk van vele enkelingen gedu-
(Zie verder pagina 246)