COLLEKTIEVE REKLA MEKAMPAGNE samen naar de film. ja, gezellig! >«-' 'VTa een uitgebreid onderzoek naar de reclamebudgetten van de bioscoopondernemingen en de film verhuurkantoren steunende op de re sultaten van een diepgaand onderzoek naar de individueel- en sociaalpsy- chologische oorzaken van de relatie ve achterstand van ons land op het ge bied van het bioscoopbezoek, werd in 1960 van Bondswege een collectieve reclamecampagne gelanceerd. De cam pagne begon op 31 augustus 1960 in alle bladen van betekenis met een gro te advertentie, waarin reeds de voor naamste elementen van de campag ne waren opgenomen: de slogan „Sa men naar de film.ja, gezellig" en de prachtige roos met de entreekaart jes, verschaft door de man, die zijn vrouw begrijpt. Met tussenpozen van telkens een paar weken volgden nog zes grote ad vertenties in de dagbladen. Daarnaast verscheen in de belangrijke week bladen (de opiniebladen) een ande re serie grote advertenties onder de verzamelnaam „het altijd boeiende ge zicht van de film'', waarin de ver schillende facetten van de filmkunst geïllustreerd met foto's uit beroem de films werden belicht. Dat de campagne, verzorgd door Smit's Reclame-Advies en Servicebu reau op een hoog peil stond, bleek wel hieruit dat zowel de openingsad vertentie als de campagne in haar ge heel met de hoogste onderscheidingen door de competente jury's van de re clamewereld werden bekroond. Het tweede deel van de serie begon in de dagbladen op 1 februari 1961 en werd door twee andere advertenties met tussenpozen van zes weken ge volgd. Op 3 oktober 1961 werd de campag ne voortgezet met een serie van zeven grote advertenties, die een meer agres sieve houding ten opzichte van het blijven thuiszitten innamen, maar an derzijds toch ook weer de vrouw en haar behoefte aan het avondje uit centraal stelden. Ter afwisseling werd de serie ,het al tijd boeiende gezicht van de film" met zes nieuwe advertenties in de grote opinieweekbladen voortgezet. Daarna werd de campagne in de dag bladen voortgezet met de tweede „roos"-advertentie onder het hoofd „daarom is een man soms extra lief. Zij werd gevolgd met tussenpozen van twee weken door zes andere adver tenties, waarin meer de nadruk werd - f\ - gelegd op het genot, dat het zien van een goede film in de bioscoop ver schaft, zulks tegen de achtergrond van de sleur en de saaiheid van thuis. Ook de serie „het altijd boeiende ge zicht van de film" werd met zes grote advertenties in de opinieweekbladen voortgezet. De laatste verscheen op 19 mei 1962 in „Vrij Nederland" en op 26 mei in de „Haagse Post" en „De Groene Amsterdammer." Een van de bezwaren tegen de tot dan toe gevoerde campagne was de klei ne frequentie, waarmede de adverten ties, hoe goed die ook op zichzelf wa ren, verschenen. Daarom werd de taktiek gewijzigd. In 1963 werd over geschakeld op een 14-daagse serie ad vertenties in de vorm van ingezonden mededelingen, die ondanks kleinere omvang opvielen door opmaak met fo- to's in cinemascope-verhoudingen en intrigerende teksten. Deze grote serie werd ook in 1964 voortgezet. De laat ste daarvan werd geplaatst op 18 fe bruari 1964, waarmede de budgettai re mogelijkheden waren uitgeput. De campagne bleef rusten, te lang rus ten. Pas in het najaar van 1965 werd een nieuwe campagne gelanceerd met een zevental advertenties op paginafor maat in de radio- en televisiegidsen. Het was een campagne, die van de zij de van het bedrijf zoveel kritiek kreeg, zodat men het nodig achtte een objec tief onderzoek naar het effect der ge plaatste advertenties te laten instellen door een onafhankelijk expertisebu reau. Het rapport, dat in het alge meen oen gunstig oordeel over de ge plaatste advertenties uitsprak diende mede als grondslag voor een nieuwe serie van vijf advertenties in de radio- en televisiegidsen. Bij gebrek aan een nieuw budget kon de advertentiecampagne daarna niet meer worden voortgezet. Nu wij de gehele activiteit van onze organisatie op het gebied der collectie ve reclamecampagne overzien, moe ten wij vaststellen, dat het ontbreekt aan maatstaven om nauwkeurig vast te stellen in hoeverre het bioscoopbe zoek daardoor is gestimuleerd, al twij felen wij niet aan het nuttig effect. Bovendien is met de campagne dui delijk gedemonstreerd hoe goede, mo derne reclame voor film en bioscoop er kan uitzien. Het effect daarvan naar buiten mag zeker hoog aangeslagen worden. De image van ons bedrijf is er aanzienlijk door verbeterd. -I' 294 295

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1968 | | pagina 32