Gouden band Een .groepsfoto" uit Arnhem van het eerste uur: 1955. Hier ontmoette het film- en bioscoopbedrijf de kritiek in een openhartig gesprek Ach'er de tafel v.l.n.r. de heren B. J. Schimmel, M. A. V. Vermin, J. G. J. Bosman, J. J. van Mechelen, A. van Domburg, J. Spierdijk en A. C. P. Seyffert. Het uitverkochte Rembrandtheater, de openluchtvoorstellingen die bezoe kerstallen van 13.000 tegelijk telden, de grote belangstelling van de pers, het schitterende weer en de gezellig heid van de stad stonden borg voor een ongehoord welslagen. Het was ook een programma dat dit verdiende. Voor het eerst werd definitief uitge sproken, dat men van de filmweek in Arnhem tóch een traditie wilde ma ken, met een eigen gezicht, zonder aan ,,de bekende festivalgevaren" bloot te staan. Voorzag men toen reeds de moeilijkheden van 1968? Het is opvallend, dat in 1959 werd geschreven over de noodzaak van ruimte voor improvisatie en verras sing, maar dat de bedoeling ten allen tijde duidelijk moest blijven: nl. een aantal positieve verschijnselen, in de opeenvolgende ontwikkelingsfasen, met meer nadruk dan in het indivi duele theaterbedrijf mogelijk is, te de monstreren. En dit betekende een stap verder gaan dan het buitenlandse fes- tivalbeleid. De filmweek valt of staat met het vol doen aan drie voorwaarden. 1. vrije en deskundige keuze, vaardig en met toewijding gehanteerd, 2. de on voorwaardelijke medewerking van de filmverhuurders en 3. de aanwezigheid van geschikte produkten. In 1959 kwam Arnhem met werken van Truffaut, Chabrol, Clayton, Mann, Wisbar, Bergman en Villiers op het doek waarvoor ovationeel is geapplau- diseerd. Arnhem liep op de prijzen der bui tenlandse festivals vooruit. Arnhem bleef ook met beide benen op de grond, gezien het onderwerp van de congresdag van het Nederlands filminstituut „Een Nederlandse film- vakopleiding". De filmvakopleiding was net in oktober van 19i58 zijn leertijd ingegaan. De week kreeg een ritmisch besluit met Marcel Camus' „Orfeu Negro". Daaraan voorafgaande had Herman van der Horst een zes minuten-ovatie gehad voor „Prijs de zee". De week was eigenlijk veel te warm geweest om lust te hebben films te bekijken in een duister theater. En toch, de voorstellingen werden veel en veel beter bezocht dan in Den Haag. Tegen 7000 mensen bezochten het Rembrandttheater in blakerende hitte, zodat nooit meer mag worden gezegd dat zon en film niet goed zou den kunnen samengaan De filmweek Arnhem '59 bijgezet in de archieven van de Nederlandse filmhistorie „verdiende een gouden band" schreef een van de kritici. In 1961 kwamen de vlaggen van de leden staten van de Raad van Euro pa, gedragen door majorettes uit de coulissen van het toneel van het Rem brandttheater in parade op en pre senteerden aldus de teneur van de vierde filmweek. Hij werd ingezet met het uitreiken van de filmprijs van de Raad van Europa door Mr. H. J. Reinink, dir. generaal voor kunst en de buitenlandse culturele betrekkin gen van het ministerie van O. K. en W. De gouden medaille kreeg „La parole est au fleuve" vanMarianneOs- wald en André Vetusto. Zij beeldden 306

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1968 | | pagina 43