Prins Bernhard:
„Ik beleef meer plezier
aan film in een zaal
dan op televisie.
Een film wordt daar zo
klein"
Toewijding
Gastvrij
Alles zelf doen
^ijne Koninklijke Hoogheid de
Prins der Nederlanden houdt
van filmen en van film. Hij han
teert de camera even graag als hij
kijkt naar de resultaten van profes
sionele filmers. Uit zijn dagelijks
leven is het snorren van filmcame
ra's niet weg te denken. De gehele
wereld kent zijn charme, doordat de
cameramensen van de filmjournaals
bij alle gebeurtenissen in en om het
Koninklijk Huis getuige mogen zijn.
En dikwijls stonden zij oog in lens
met de Prins, die als het even kan,
op 16 mm zélf alle belangwekken
de episoden uit het leven van zijn
gezin vastlegt.
Zij kregen dan een bescheiden kijk op
één van de liefhebberijen van Prins
Bernhard, waarvoor hij al is het
een tijdverdrijf net zoveel liefde
en toewijding heeft als een vakman.
Liefde die blijkt uit kasten vol zelfge-
schoten films, toewijding die spreekt
uit technische kennis, begeerte te ex
perimenteren en nieuwsgierigheid
naar „de laatste noviteiten". Hij heeft
menig uur doorgebracht achter zijn
montagetafel, snijdend, plakkend,
zoekend naar boeiende overgangen,
tot er reportages ontstonden welke hij
met trots kon laten zien in de fami
lie- en vriendenkring. En het zal nie
mand verbazen te vernemen dat in
tal van films het groot wild een
hoofdrol speelt.
Zijne Koninklijke Hoogheid spreekt
met overtuiging over zijn liefhebberij.
Ter gelegenheid van de 50-ste ver
jaardag van de Nederlandse Bioscoop
bond heeft de redactie van „Film"
de Prins verzocht om een vraagge
sprek. Welwillend stond hij het ons
toe in zijn werkkamer op Paleis
Soestdijk.
Het is een stemmige herfstmiddag als
hij mij ontvangt. Er hangt nevel in de
bomen rondom het Paleis. Het wit
van het gebouw accentueert de tin
ten van dit kille jaargetijde. Binnen
valt zo extra de sfeer van warme
gastvrijheid op, een behaaglijke ont
spannenheid. Zijne Koninklijke Hoog
heid steekt een zorgvuldig uit zijn col
lectie gekozen pijp op met een waslu-
cifer en geniet zichtbaar van de geur
Ter gelegenheid van het 50-
jarig bestaan van de Neder
landse Bioscoopbond heeft
Zijne Koninklijke Hoogheid
de Prins der Nederlanden
welwillend toegestemd in een
vraaggesprek.
Het hoofd van de afdeling
Voorlichting van het Bonds
bureau, de heer W. G. Ket
doet hier verslag van dit on
derhoud.
van de tabak. Hij heeft een dag van
ingespannen werken achter zich. Hij
wisselt er een paar woorden over
met de heer Vernède, zijn particu
lier secretaris.
Dan zegt hij: „Bon. Nu het filmen.
Wanneer ik voor het eerst zelf ben
gaan filmen'? Wel, voor zover ik mij
dat kan herinneren een brede
glimlach de eerste keer was toen
wij waren verloofd. Ik wilde alles
vastleggen. Alle evenementen, alle
familiebezoeken. Ik had toen een
Duitse camera, een Agfa. Gisteren
kwam ik het apparaat nog tegen in
de kast. Tenminste de lenzen Hij
wacht even als ondergaat hij de goe
de herinneringen en dan: „Ik heb
die films nog allemaal. In de oorlog
hebben we ze begraven. Ze zijn nog
uitstekend. Alleen de kleurenfilms
zijn wat verbleekt, maar niettegen
staande dat tóch nog goed. Gewoon
fotograferen doe ik al eeuwigheden.
Eerst zwart wit, later kleur. De eer
ste kleurenfilm heb ik gemaakt van
Beatrix, kort na haar geboorte."
Hebt U gelegenheid om uw zelfge
maakte opnamen ook verder af te
werken? Bijvoorbeeld te monteren?
„Ik heb ze allemaal zelf gemonteerd.
Er is maar een enkele uitzondering,
't Is spannend, dat plakken, snijden,
kijken, weer snijden. De eerste keer
dat je je eigen film ziet vindt je alles
van belang. Maar na tien keer krijg
266