Dieren filmen Veel zien Waardering Alles gestuurd Eigen funktie 268 je het oog van de toeschouwer. Na jaren knip je nog eens iets weg om de film te verbeteren." De Prins vertoont met veel genoegen wat hij heeft opgenomen in de huise lijke kring en in de loop der jaren heeft hij telkenmale zijn gezin en huis genoten verrast met een „jaarover zicht." „Ik plak dan alles van het afgelopen jaar aan elkaar dat worden grote rollen en draai de film met de Kerst. Ik bewaarde rollen in grote kasten in de bioscoopzaal. Op diezelf de manier heb ik een film gemaakt over Beatrix. Toen zij 18 jaar werd heb ik tevoren van alles van haar ge boorte af bij elkaar gezocht en tot één film gemonteerd. Dat was een enorm werk. Voor de andere kinderen heb ik dat niet meer kunnen doen. Maar voor haar was het een grote verras sing. Heeft het werk van professionele filmmakers U wel eens geïnspireerd bij het maken van eigen opnamen? Prins Bernhard schiet in de lach. „Tja", zegt hij, „de film „The Lion" van Walt Disney heeft mij indertijd door zijn weergaloze techniek zó ge deprimeerd, dat ik tegen mijzelf zei Ik ga nooit meer filmen Maar toen heb ik gehoord, dat er aan zo'n film tweeëneenhalf jaar was gewerkt. Daarna heb ik maar weer moed ge vat. Per slot van rekening heb ik hoogstens veertien dagen voor mijn opnamen. Ik heb wel allerlei ideëEn opgedaan uit grote films hoe dieren te filmen. Het is erg moeilijk. Een kwestie van dagen en dagen zitten en wachten. Een kwestie van geduld en van geluk ook. Ach, ik zou eigenlijk niet precies weten wat mij heeft ge ïnspireerd. Ik ben", hij hult zich in een rookwolk, „een amateur. Basta. Ik probeer wat te doen met contras ten. Ik houd van tegenlicht. Ik film hoofdzakelijk buiten. Meestal heb je ook geen tijd om speciale dingen te doen. Dieren acteren niet. Je moet nemen wat er is. En dat is eigenlijk ook het geval, wanneer ik gebeurte nissen vastleg. Je probeert een goede hoek te vinden en een mooie se quentie te maken voila. Ik ben in derdaad eigenlijk de journaalfilmer van mijn eigen leven", zo beaamt hij, „en ken dezelfde moeilijkheden dus". Wanneer hij voor het eerst naar de bioscoop ging? „'t Zal op school zijn geweest. Ja dat moet wel". Het kijken naar speelfilms komt ter sprake. Bij een bioscoopbezoek van ruim 30 miljoen Nederlanders in 1967 valt een jaargemiddelde van 2V4 bioscoopbezoek per inwoner te bere kenen. Ziet de Prins meer films dan dit gemiddelde? En waar? „Zeer zeker meer", antwoordt hij. Normaal gesproken zien we de familie dus zeker vijftig films per jaar. Zo niet veel meer. Wij zien ze in de weekends en weleens op maan dag. Ook wel als wij gasten hebben. Dank zij de bijzonder prettige samen werking met diverse filmimporteurs en distributeurs kunnen wij gemak kelijk over films beschikken. Maar een heel nieuwe te krijgen is dikwijls puur geluk en een echte succesfilm wel dat duurt soms even voor hij komt." Maar niet alleen in het Paleis ziet de Prins films. „Als wij in het buiten land zijn, in Rome, Parijs of Londen gaan wij als het schikt ook wel naai de bioscoop. Méér dan naar een thea ter. Hoewel, mijn vrouw gaat graag naar theaterstukken." „De kinderen gingen vroeger dik wijls naar de bioscoop. Voor dat zij getrouwd waren. Zij zagen graag films", voegt de Prins er aan toe. Welke Nederlandse films korte of lange films hebben op U de mees te indruk gemaakt? De Prins aarzelt niet. „Ik heb een goede herinnering aan „De stem van het water" van Bert Haanstra. En aan „De Overval". Ja, de film „De Overval" heeft indruk op me ge maakt. Natuurlijk omdat het een deel is van iets dat wij hebben meege maakt. Wij zijn er bij betrokken ge weest, zij het dan op een afstand. Amusant was die film, waarbij aller lei mensen zomaar in hun dagelijks leven werden betrapthij denkt even na en zegt. Alleman, ja die film herinner ik mij goed en dan niet te vergeten al die prachtige do cumentaires FernhoutSky over Holland die heb ik in Mon- treal gezien. Dat was schitterende pu blic relations voor ons land. Een in drukwekkende film". Over zijn ontmoetingen met cineas ten: „Ik heb veel met Nederlandse ci neasten gepraat. Bij speciale gelegen heden of galavoorstellingen heb ik altijd wel even kans om met hen van gedachten te wisselen." De filmreportages van staatsiebezoe- ken van buitenlandse staatshoofden aan ons land en van ons Koninklijk Huis in het buitenland komen ter sprake. Worden de kopieën op het Paleis ver toond en bewaard? „Jazeker", zegt Prins Bernhard. De heer Buis heeft ons de laatste jaren altijd vergezeld. Hij is een groot fil mer. Wij zijn goede vrienden gewor den. Hij laat nooit na alles te sturen en wij kunnen altijd alle films, welke wij willen zien lenen. Enkele films van staatsiebezoeken bezitten wij zelf. Alles bewaren kan uiteraard niet. Het is wel erg prettig er toch over te kunnen beschikken. Tijdens zo'n staatsiebezoek kom je zelf bijna niet tot filmen. Je kunt meestal toch niet met een camera rondlopen. Des ondanks heb ik in enkele gevallen zelf mooie films kunnen maken. Bijvoor beeld in Teheran en in Thailand. In Thailand verschafte mijn gastheer mij veel materiaal en heb ik een schit terende film kunnen maken, o.a. van de feesten 's avonds in het paleis. Ja, een bijzonder leuke film is dat gewor den." Het meedragen van een camera kan tijdens een staatsiebezoek ook onver wachte consequenties hebben, zo blijkt uit wat de Prins vertelt: „Ik beleefde eens een amusant incident, „'t Was tijdens een bezoek aan Frank rijk. Bij president Auriol of president Coty. dat weet ik niet meer precies ik filmde en droeg een camera. Op eens werd ik door de politie gegre pen. Men wilde mij schielijk verwij deren uit de buurt van het gezelschap. Men verdacht mij ervan een camera man te zijn. Het was in Versailles. Het kostte nog moeite mijn aan houders van mijn identiteit te overtui gen Bent U van mening dat de bioscoop naast de televisie een eigen funktie in de samenleving zal blijven vervullen?, vraag ik. Zijne Koninklijke Hoogheid ant-

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1968 | | pagina 7