Nieuwe taken wachten ons Uitdaging Jubileum 11 hen die toen de weg moesten banen. Want het moge dan zijn, dat onze bioscopen vijftien maal meer bezoe kers hebben dan toneel, vijftien maal meer ook dan concert en twee maal meer dan de sport, in het totaal van het ontspanningspatroon nemen zij niet meer dezelfde vooraanstaande positie in als voorheen. De plurifor miteit van de huidige vrije-tijdsbeste ding en de nog grotere pluriformiteit van het toekomstige ontspannings patroon houden voor onze positie even zovele complicaties in. Wij mogen nochtans vertrouwen heb ben, mits men ons maar niet in onze activiteiten belemmert. Vertrouwen, omdat de tekenen in de landen die ons op het stuk van de ontspanning altijd zijn voorgegaan, namelijk de Angelsaksische, niet bedriegen. De trend is daar voorzichtig aan het om buigen. Hier en daar is zelfs een op merkelijke verbetering te constateren. De tijd heeft geleerd, dat de trend daar zich, hoewel vertraagd, ook aan ons meedeelt. Welke herverkaveling in de wereld van de ontspanning ook zal plaatsvinden, ons bedrijf is daarbij sociaal niet meer weg te denken. De vernieuwde organisatie staat klaar om het bedrijf in zijn ontwikkeling van dienst te zijn. Ik zeg met nadruk van dienst zijn, omdat altijd het initia tief van leden en eventueel toekom stige leden voorop staat. De organi satie zal daarbij op nuttige wijze wijze kunnen helpen, nuttig vooral, omdat door een meer individuele aan pak van de bedrijfsvoering, in ons land en door de economische spreiding, een aantal taken organisatorisch moe ten worden verricht die in het buiten land worden vervuld door de brain- trusts van mammoetconcerns. "JVTaast de meer gebruikelijke taken zal de organisatie taken ter hand dienen te nemen, waarop film en film bedrijf in ons land als het ware wach ten. Die taken hangen ten nauwste samen met factoren die in onze be drijfstak veel meer dan vroeger een rol spelen. Er is een veel grotere di vergentie in het filmproduct als ge heel. Er is een verjonging gekomen in het kader dat films maakt en pro duceert. Er hebben enorme verschui vingen plaats gehad in de economi sche posities. Er zijn duidelijk aan wijzingen, dat de financiële wereld in het buitenland hernieuwde belang stelling ten toon spreidt voor de film industrie, een ontwikkeling die voor ons als importland stellig mede van betekenis zal kunnen zijn. Achter het product dat op ons afkomt, steekt een grotere intellligentie dan voor heen, een hogere techniek en een an dere artistieke benadering dan wij in het verleden vaak gewend waren. Een veel groter sociaal engagement zou men mogen zeggen. Dat eist bij de filmaankoop in het buitenland, bij de filmdistributie en bij de bioscoop exploitatie een toenemende mate van vakmanschap en een brede maat schappelijke oriëntering. Dat eist ook bestudering van de wensen van de bevolking op het gebied van de vrije tijdsbesteding, een regelmatige analyse van de samenstelling van het uitgaand publiek. Er zal een grotere mate van verfijning bij het exploiteren van bio scopen moeten ontstaan, een verfij ning die overigens hier en daar al in ons bedrijf valt te onderkennen. Men zal, laten wij het samenvatten, meer moeten doen aan de ambiance van ons bedrijf in de presentatie en vooral ook in de propagandamethoden, waarbij nog te veel volgens aloude schabionen wordt gewerkt. Wij zullen ons experimenten moeten kunnen ver oorloven die voor de particuliere on dernemer vaak te veel risico mee brengen. Het zal U uit mijn betoog duidelijk zijn geworden, dat de research een belangrijk onderdeel zal dienen te vormen van hetgeen de organisatie op het bewuste terrein aan taken heeft te vervullen, research vooral op sociaal-economisch gebied en op het gebied van de massacommunicatie. Wij zullen mede kunnen profiteren van wat het buitenland ons op dit stuk leert, ook al dient men de be trekkelijkheid te zien van de buiten landse uitkomsten voor ons land. Tk verheug mij erover bij deze ge legenheid te kunnen zeggen, dat enige weken geleden met de mede werking van Uwe Excellentie een eerste stap is gedaan in de richting van een aanpak in de zo juist aange geven zin door de stichting van een Stimuleringsfonds voor het Neder landse film- en bioscoopwezen. Dit fonds, dat via het ministerie van Cul tuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk een belangrijk aanloopkapitaal mocht ontvangen, heeft ten doel het ontplooien en bevorderen van stimu lerende activiteiten ten behoeve van het Nederlandse film- en bioscoopbe drijf. Ik hoop, dat dit Stimuleringsfonds, waarin vertegenwoordigers van het Rijk en de organisatie samenwerken, niet van voorbijgaande aard zal zijn, maar een zegenrijke invloed blijvend zal kunnen doen gelden. Te mogen meewerken aan de her- situering van onze bedrijfstak in de omwenteling van de maatschappij- vorm, de omwenteling vooral van het leefpatroon van de mens in de eerst komende tijd, is voor onze organisa tie een niet eenvoudige taak, maar ook een uitdaging, vooral voor de jongeren onder ons. Vervolg van pagina 7 die het Nederlands Filminstituut sa men met de Filmacademie aanbood, de kristallen karaf en tumblers van de directie van Cinecentrum, de tafel- aanstekers van de directie Gevaert- Agfa (België) en de oorkonde van Shell Nederland Filmcentrale vonden na de viering een passende plaats. Het hoofd Centraal filmbureau van de krijgsmacht bood namens de onder delen te land, ter zee en in de lucht een ontwerp aan van een oorkonde; het origineel wordt later officieel overgedragen. De „Abraham", die mevrouw C. A. M. van der Stap-Grigoriëff de ,,50- jarige" schonk vergezelde daags na het jubileum de koffie op het Bonds bureau. En daarmee was de koek op..

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1969 | | pagina 11