46 de ingestelde vordering aan arbiters niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt; dat derhalve de vordering behoort te worden toegewezen met veroordeling van gedaagde in de arbitragekosten, wel ke zijn bepaald op 50, RECHTDOENDE ALS GOEDE MAN NEN NAAR BILLIJKHEID: VEROORDEELT gedaagde om aan ei- seres tegen behoorlijk bewijs van kwij ting te betalen ƒ91,23 (eenennegentig gulden en 23/100 gulden), alsmede tot betaling van 6% rente over dit bedrag vanaf 28 februari 1968 tot de dag der algehele voldoening; VEROORDEELT gedaagde voor.s in de arbitragekosten, zijnde 50, Aldus gewezen te Amsterdam op 28 augustus 1968 De Commissie van Geschillen (Derde Kamer) Geschil no. 3629 De Commissie van Geschillen (Derde Kamer) van de Nederlandse Bioscoop bond heeft het volgend ARBITRAAL VONNIS gewezen inzake: D.L.S. Film Holland N.V., gevestigd te Amsterdam en kantoorhoudende aldaar aan de Herengracht 607, eiseres contra Croonenbergs Exploitatiemaatsehappij van Bioscopen N.V., gevestigd te Hel mond en kantoorhoudende aldaar aan de Markt 18, gedaagde. De Commissie van Geschillen (Derde Kamer) van de Nederlandse Bioscoop bond, volgens de Statuten en het Arbi trage-Reglement van die Bond benoemd en aangewezen als arbitragecollege voor de beslechting van geschillen tussen le den van de Bond onderling; IN AANMERKING NEMENDE: dat eiseres bij request dd. 28 februari 1968 een geschil contra gedaagde heeft aanhangig gemaakt, van welk request een afschrift aan dit vonnis is gehecht; en hetwelk beschouwd wordt als hier te zijn ingelast; dat de Commissie partijen tijdig heeft opgeroepen tot haar zitting, gehouden op woensdag 28 augustus 1968 op het Bu reau van de Nederlandse Bioscoop bond te Amsterdam; dat aldaar verschenen is de heer S. Barnstijn, directeur van eiseres; dat gedaagde niet is verschenen en even min de tegen haar ingestelde vordering heeft tegengesproken of zich anderszins heeft verweerd; dat de heer Barnstijn namens eiseres in hoofdzaak heeft verklaard, dat eiseres van gedaagde te vorderen heeft 1.418,59, zijnde niet-betaalde filmhuur voor films, welke eiseres aan gedaagde heeft geleverd; eiseres vordert bovendien een rentevergoeding van 6% over het gevorderd bedrag vanaf de datum, waar op het geschil is aanhangig gemaakt, zijnde 28 februari 1968; OVERWEGENDE: dat beide partijen lid zijn van de Neder landse Bioscoopbond en dat ingevol ge artikel 32 der Statuten en artikel 1 van het Arbitrage-Bondsreglement van de Nederlandse Bioscoopbond alle geschillen tussen leden van de Bond onderling met uitsluiting van de bur gerlijke rechter zijn onderworpen aan de Bondsarbitrage, zoals die is geregeld in dat arbitragereglement; dat dus de Commissie van Geschillen bevoegd is van het onderhavige geschil kennis te nemen en daarin uitspraak te doen als arbitragecollege, welks beslis singen vatbaar zijn voor hoger beroep bij de Raad van Beroep van de Neder landse Bioscoopbond; dat gedaagde generlei verweer ter ken nis van de Commissie heeft gebracht en dat de ingestelde vordering aan arbiters niet onrechtmatig of ongegrond voor komt; dat derhalve de vordering behoort te worden toegewezen met veroordeling van gedaagde in de arbitragekosten, wel ke zijn bepaald op 50, RECHTDOENDE ALS GOEDE MAN NEN NAAR BILLIJKHEID: VEROORDEELT gedaagde om aan ei seres tegen behoorlijk bewijs van kwij ting te betalen 1.418,59 (veertienhon derd achttien gulden en 59/100 gld.), alsmede tot betaling van 6% rente over dit bedrag vanaf 28 februari 1968 tot de dag der algehele voldoening; VEROORDEELT gedaagde voorts in de arbitragekosten, zijnde 50, Aldus gewezen te Amsterdam op 28 augustus 1968 De Commissie van Geschillen (Derde Kamer) Geschil no. 3639 De Commissie van Geschillen (Derde Kamer) van de Nederlandsche Bioscoop- Bond heeft het volgend ARBITRAAL VONNIS gewezen inzake: Ph. de Schaap, eigenaar van het Publi citeitsbureau voor de Filmbranche Phi- desa, gevestigd te Amsterdam aan de Henriëtte Bosmansstraat 9, eiser contra Croonenbergs Exploitatiemaatschappij van Bioscopen N.V., gevestigd te Hel mond en kantoorhoudende aldaar aan de Markt 18, gedaagde. De Commissie van Geschillen (Derde Kamer) van de Nederlandse Bioscoop bond, volgens de Statuten en het Arbi trage-Reglement van die Bond benoemd en aangewezen als arbitragecollege voor de beslechting van geschillen tussen le den van de Bond onderling; IN AANMERKING NEMENDE: dat eiseres bij request dd. 8 augustus 1968 een geschil contra gedaagde heeft een afschrift aan dit vonnis is gehecht en hetwelk beschouwd wordt als hier te zijn ingelast; dat de Commissie partijen tijdig heeft opgeroepen tot haar zitting, gehouden op woensdag 28 augustus 1968 op het Bureau van de Nederlandse Bioscoop bond te Amsterdam; dat aldaar verschenen is eiser persoon lijk; dat gedaagde niet is verschenen en even min de tegen haar ingestelde vordering heeft tegengesproken of zich anders zins heeft verweerd; dat eiser in hoofdzaak heeft verklaard, dat gedaagde ondanks herhaalde aanma ning in gebreke is gebleven een bedrag van 35,voor een jaarabonnement op het filmvakblad Motion Picture He rald te voldoen; dat eiser tevens vordert een bedrag van 7,50 wegens admini stratie- en portokosten, zijnde in totaal S 42,50; OVERWEGENDE: dat eiser donateur en gedaagde lid van de Nederlandse Bioscoopbond zijn en dat ingevolge artikel 32 der Statuten en artikel 1 van het Arbitrage-Bonds reglement alle geschillen tussen leden en donateurs van de Bond met uitsluiting van de burgerlijke rechter zijn onder worpen aan de Bondsarbitrage, zoals die is geregeld in dat arbitragereglement; dat dus de Commissie van Geschillen bevoegd is van het onderhavige geschil kennis te nemen en daarin uitspraak te doen als arbitragecollege, welks beslis singen vatbaar zijn voor hoger beroep bij de Raad van Beroep van de Neder landse Bioscoopbond; dat gedaagde generlei verweer ter ken nis van de Commissie heeft gebracht en dat de ingestelde vordering aan arbiters niet onrechtmatige of ongegrond voor komt; dat derhalve de vordering behoort te worden toegewezen m2t veroordeling van gedaagde in de arbitragekosten, welke zijn bepaald op 50, RECHTDOENDE ALS GOEDE MAN NEN NAAR BILLIJKHEID: VEROORDEELT gedaagde om aan eiser tegen behoorlijk bewijs van kwij ting te betalen 42,50 (twee en veertig gulden en 50/100 gulden); VEROORDEELT gedaagde voorts in de arbitragekosten, zijnde 50, Aldus gewezen te Amsterdam op 28 augustus 1968 De Commissie van Geschillen (Derde Kamer) Geschil no. 3648 De Commissie van Geschillen (Derde Kamer) van de Nederlandse Bioscoop bond heeft het volgend ARBITRAAL VONNIS gewezen inzake: N.V. Filmtrust, geves tigd te Amsterdam en kantoorhoudende aldaar aan de Hemonylaan 21, (eiseres) contra Actueel Film N.V., gevestigd te Amsterdam en kantoorhoudende aldaar eveneens aan de Hemonylaan 21, (ge daagde). De Commissie van Geschillen (Derde Kamer) van de Nederlandse Bioscoop bond, volgens de Statuten en het Arbi trage-Reglement van die Bond benoemd en aangewezen als arbitrage-college voor de beslechting van geschillen tussen le den van de Bond onderling; IN AANMERKING NEMENDE: dat eiseres bij request d.d. 31 oktober 1968 een geschil contra gedaagde heeft aanhangig gemaakt, van welk request een afschrift aan dit vonnis is gehecht en hetwelk beschouwd wordt als hier te zijn ingelast; dat de Voorzitter der Commissie op ver zoek van eiseres de behandeling van het geschil overeenkomstig artikel 15 G van het Arbitrage-Reglement spoedeisend heeft verklaard; dat de Commissie partijen op 5 novem ber 1968 heeft opgeroepen tot haar zit ting, gehouden op maandag, 11 novem ber 1968 in een der zalen van Hotel Krasnapolsky te Amsterdam; dat aldaar verschenen zijn de heren H.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1969 | | pagina 45