Keuring opnieuw
actueel
in
kamerberaad
Nederlandse
productie
Commercials
Spots
Fabeltjeskrant
23
hier geen kwestie is van „brandstof".
De turf is destijds vervangen door
andere brandstoffen. De energie bleef
bestaan. Als de bioscoop te niet zou
gaan, komt er niets voor in de plaats
en het betekent dat een deel van de
cultuur niet meer tot het publiek komt.
Er is dan niets over. Dit is zéker iets
anders dan een wijziging van de ener
gievormen.
Desgevraagd verklaarde de minister,
dat de tegemoetkoming 75 uit
maakt van het totaal verschuldigde
bedrag aan VB.; dat het de bedoeling
is slechts die zaken welke nu nog VB
betalen daarmee te bevoordelen. Er
zal proportioneel worden uitgekeerd
onder toezicht van het departement
en aan de hand van afspraken met de
Nederlandse Bioscoopbond.
Het onderwerp kwam in de verdere
begrotingsbehandeling niet meer aan
de orde.
Door de bij de Bedrijfsafdeling Film
fabrikanten en filmproducenten van
de Nederlandse bioscoopbond aange
sloten produktiebedrijven werden in
het tweede half jaar 1968 in totaal
590 films vervaardigd
hoofdfilm 1
korte speelfilm 1
dokumentaire- en bedrijfsfilms 31
bioscoopreklamefilms 19
televisiefilms 165
tv-commercials (inklusief aanpas
singen) 373
Het aantal gereed gekomen televisie
commercials ligt waarschijnlijk nog
wat hoger, omdat vooral in de begin
periode vermoedelijk niet alle com
mercials zijn opgegeven en bovendien
de aanmelding van commercials soms
pas plaats vindt na de eerste uitzen
ding. Voorts zijn in het aantal van 373
commercials 47 films opgenomen die
voor het buitenland bestemd waren.
In het tweede halfjaar 1968 zijn 445
nieuwe spots (inklusief aanpassingen)
uitgezonden. Met inachtneming van
het vorenstaande kan dus worden ge
steld dat de aangesloten produktiebe
drijven ongeveer 80 van deze films
hebben vervaardigd.
Met betrekking tot de televisiefilms
zij opgemerkt, dat daaronder vallen
korte filmfragmenten, bijvoorbeeld
ter introduktie van bepaalde uitzen
dingen, korte of lange reportages, pro
gramma-onderdelen en een groot aan
tal afleveringen van de bekende Fabel
tjeskrant. Journaalonderwerpen zijn
hierin niet opgenomen.
Voor het jaar 1969 werden tot half
maart 185 films aangemeld, waaron
der 116 televisiecommercials.
De kwestie van de filmkeuring kreeg
in februari een nieuw hoogtepunt
toen minister Beernink van Binnen
landse Zaken vragen van de heren
Visser (D'66) en Voogd (PvdA) in
zake het tijdstip van publikatie van
het rapport van de Adviescommissie
Filmkeuring beantwoordde.
De minister had bij de begrotingsbe
handeling van Binnenlandse Zaken op
17 oktober 1968 verklaard, dat het
rapport van de Adviescommissie nog
in 1968 zou worden uitgebracht. Er
zouden voorstellen in staan over de
filmkeuring, wat omvang betreft en
de toe te passen criteria.
De kwestie van de keuring was inmid
dels niet stil blijven liggen, want op
21 januari bij de begrotingsbehande
ling voor Justitie stelde de heer
Geertsema (VVD) terzake van vrij
geven van pornografie en een opmer
king van de minister van Justitie, dat
de Bioscoopwet niet tot zijn terrein
behoort: „Het is mij wel duidelijk ge
worden, dat er een brede kloof be
staat tussen de door de Commissie
voor de filmkeuring nog net toegela
ten films en de eerste films, die vol
gens het departement onder het Wet
boek van Strafrecht vallen. Dat be
tekent, dat het afschaffen van de film
keuring voor volwassenen een grote
stroom nieuwe films voor openbare
vertoning zal prijsgeven. Mijns inziens
graag zou ik hierover zijn visie
willen vernemen behoort de mi
nister van justitie, dat element in te
brengen in de discussie die zich te zij
ner tijd in het kabinet over de film
keuring zal afspelen.
Minister Polak zei toe dat aspect van
de „loskomende stroom" onder aan
dacht van de minister van Binnenland
se Zaken te brengen. De heer Geert
sema verduidelijkte later nog eens zijn
standpunt.
Op 7 februari verscheen het rapport
van de adviescommissie filmkeuring
bij de Staatsdrukkerij. Dit rapport van
de „Commissie Witte", zoals het ge
zelschap in de wandeling werd ge
noemd naar de voorzitter ir. H. B. J.
Witte, burgemeester van Eindhoven,
bevatte een helder overzicht van de
keuringssituatie (met o.a. ook een uit
voerig rapport zoals dat door de Ne
derlandse Bioscoopbond werd gege
ven bij penne van haar directeur de
heer J. G. J. Bosman dat wij afdruk
ken op pagina 26).