Afscheid en welkom
Stemming
Hierna kwam aan de orde de benoe
ming van zes leden van het Hoofd
bestuur overeenkomstig artikel 15
der Statuten.
De heer Nijland heeft eraan herin
nerd, dat de Exploitantenraad met
een circulaire aan de leden van de
Bond heeft medegedeeld, dat deze
Raad gebruik heeft gemaakt van zijn
in artikel 11 B van het Reglement
van de Bedrijfsafdeling Bioscoopex
ploitanten omschreven bevoegdheid
tot het doen van niet-bindendc aan
bevelingen. Voor de drie vacatures
van vertegenwoordigers van genoem
de afdeling in het Hoofdbestuur heeft
de Exploitantenraad aanbevolen de
heer C. J. Blad te Amsterdam, de
heer M. Gerschtanowitz te Amster
dam en de heer J. van Willigen te
Aalsmeer. De heer Nijland nodigt de
leden van de Bondsraad uit om con
form dit advies te stemmen.
Aangezien geen van de andere leden
van de Bondsraad over dit punt het
woord wenste te voeren, constateer
de de voorzitter dat tot stemming
zal worden overgegaan. Hij herinner
de er daarbij aan, dat er geen spe
ciale procedure voor het stellen van
candidaten is voorgeschreven en dat
de leden van de Bondsraad allen ver
kiesbaar zijn met dien verstande, dat
de verkiezing steeds schriftelijk moet
geschieden. De heer J. de Wilde
vroeg of, gezien de aanbevolen can
didaten, een stemming onder deze
omstandigheden nog wel zin heeft.
De voorzitter herinnerde eraan, dat
reglementair stemming voor het ver
kiezen van Hoofdbestuursleden is
voorgeschreven. Candidaatstelling
vindt niet plaats. Voor verkiezing ko
men in aanmerking alle leden van de
Bondsraad voorzover zij niet reeds
qualitate qua lid van het Hoofdbe
stuur zijn. Bovendien moet men de
leden die daarvan gebruik wensen
te maken in de gelegenheid stellen
blanco te stemmen.
Na nog een korte discussie, waarbij
de heer Nijland bij de verkiezing van
de eerste open plaats van lid-exp!oi-
tant van het Hoofdbestuur stemming
op de heer M. Gerschtanowitz aan
beval, werd tot stemming overge
gaan.
Bij de eerste vrije stemming werden
uitgebracht 34 stemmen waarvan 2
blanco, 31 op de heer Gerschtano
witz en één op Drs. J. Ph. Wolff,
zodat de heer Gerschtanowitz geko
zen was.
Alvorens tot verkiezing van een
tweede lid-exploitant van het Hoofd
bestuur werd overgegaan, beval de
heer Nijland voor de tweede plaats
aan te stemmen op de heer C. J.
Blad.
Bij de eerste vrije stemming werden
uitgebracht 34 stemmen, waarvan 5
blanco, 28 op de heer Blad en één
op Drs. J. Ph. Wolff, zodat de heer
Blad gekozen was.
Voor verkiezing van het derde lid-
exploitant van het Hoofdbestuur werd
door de heer Nijland aanbevolen te
stemmen op de heer J. van Willigen
te Aalsmeer.
Bij de eerste vrije stemming werden
uitgebracht 34 stemmen, waarvan 2
blanco, 31 op de heer Van Willigen
en één op Drs. J. Ph. Wolff, zodat
de heer Van Willigen gekozen was.
Bij de verkiezing van een lid van het
Hoofdbestuur ter voorziening in de
eerste open plaats van lid-filmver-
huurder werd door de heer J. P. M.
A. Smulders aanbevolen te stemmen
op de heer G. J. H. Dujardin, zulks
overeenkomstig de aanbeveling van
de ledenvergadering der Bedrijfsafde
ling Filmverhuurders.
Bij de eerste vrije stemming werden
uitgebracht 34 stemmen, waarvan 2
blanco en 32 op de heer Dujardin,
zodat de heer Dujardin gekozen was.
Bij de verkiezing van een tweede lid-
filmverhuurder van het Hoofdbestuur
werd door de heer Smulders aanbe
volen te stemmen op de heer P. J.
N. R. Ooms.
Bij de eerste vrije stemming werden
uitgebracht 34 stemmen, waarvan 2
blanco en 32 op de heer Ooms, zodat
de heer Ooms gekozen was.
Tenslotte heeft de heer Smulders, al
vorens tot verkiezing van het derde
lid-filmverhuurder van het Hoofd
bestuur werd overgegaan, aanbevo
len te stemmen op de heer B. J.
Schimmel.
Bij de eerste vrije stemming werden
uitgebracht 34 stemmen, waarvan 9
blanco en 25 op de heer Schimmel,
zodat de heer Schimmel gekozen was.
Het Hoofdbestuur was dus als volgt
samengesteld: J. G. J. Bosman, waar
nemend Voorzitter, J. Nijland, Voor
zitter van de Bedrijfsafdeling Bio
scoopexploitanten, J. P. M. A. Smul
ders, Voorzitter van de Bedrijfsafde
ling Filmverhuurders, Mr. H. B. F.
J. A. Peters, Voorzitter van de Be
drijfsafdeling Filmproduktie, M.
Gerschtanowitz, C. J. Blad en J. van
Willigen, vertegenwoordigers van de
Bedrijfsafdeling Bioscoopexploitan
ten, G. J. H. Dujardin, P. J. N. R.
Ooms en B. J. Schimmel, vertegen
woordigers van de Bedrijfsafdeling
Filmverhuurders.
T~^c entree van het nieuwe hoofdbe
stuur betekende het afscheid van
enkele leden uit het oude hoofdbe
stuur. Dit betrof de heren A. F.
Wolff, drs. J. A. M. Bouts en W. He
melraad.
De voorzitter memoreerde hoe het
hoofdbestuur reeds één afscheid van
de heer Wolff had genomen en in har
telijke woorden had dank gebracht
voor het werk, dat de heer Wolff heeft
verricht. Graag wilde hij in wijder ver
band die dank herhalen voor de
„grand old man" Wolff. „Het is U
deze week allemaal spontaan en uit
voerig gezegd en hoewel ik weet, dat
U geen repetitie daarvan wilt horen
past het tóch ook hier erkentelijk
heid te betuigen voor hetgeen u in al
die jaren van 1949 tot 1969
hebt gedaan. Ik heb hier een lijst van
funkties en ik geloof dat het goed is
deze hier te memoreren" zo leidde de
voorzitter een indrukwekkende op
somming van de staat van dienst van
de heer Wolff in (deze is elders afge
drukt).
De heer Bosman verklaarde hoe deze
lijst ook een indrukwekkende hoeveel
heid werk in de colleges en het hoofd
bestuur heeft betekend.
„In hoofdbestuur en colleges was U
een vaste burcht, u had een vaste sys
tematiek en een vast beginsel en toch
hebt u die plooi bereikt die past in
een organisatie. U hebt dat alles con
amore gedaan, u hebt anderen geïn
spireerd, U bent een voorbeeld en ik
zou haast zeggen ook een docent ge
weest met u vakkennis en scherp in
zicht. Wij willen u de hulde betonen,
die u rechtens toekomt."
De voorzitter voegde er die voor de
heer Wolffs arbeid als penningmees
ter aan toe. „Met grote zorg en ernst
hebt u die taak vervuld. Ondanks kos
tenstijging trad er onder uw beleid
geen verzwaring van lasten op en
en werd aan de sociale condities ge
daan wat menselijker wijze gedaan
kon worden.