Notulen en begrotingsstukken
Acclamatie voor nieuwe ereleden
De heer Wolff
De heer Meyer
TJierna werden de notulen van de
op 4 maart 1969 gehouden
buitengewone vergadering van de
Bondsraad goedgekeurd.
Zonder hoofdelijke stemming werd
het voorstel aangenomen tot het
verlenen van dispensatie van het be
paalde in artikel 12 der Statuten met
betrekking tot het houden van de
jaarlijkse vergadering vóór of op 15
mei.
Daarna heeft de secretaris, de heer
H. W. Hagenberg, medegedeeld, dat
bericht van verhindering was inge
komen van de heren I. Keizer, Mr. P.
A. Meerburg en S. Spanjaart.
Het jaarverslag over 1968 gaf geen
aanleiding tot opmerkingen en het
werd onder dankzegging aan de
samenstellers zonder hoofdelijke
stemming goedgekeurd.
Op dezelfde wijze werd overeenkom
stig het voorstel van het hoofdbe
stuur de contributie voor het jaar
1969 bepaald op 1 van de omzet
als bedoeld in het Contributiere
glement, waarvan 25 ten behoeve
van de weerstandskas, met dien ver
stande, dat de contributie voor de
leden-filmproducenten en de leden
exploitanten van een filmlaborato-
rium of filmstudio tenminste 500,
bedraagt.
Ook de voorstellen van het hoofdbe
stuur betreffende het beschikbaar
stellen van fondsen uit de weer
standskas ten behoeve van het Pro
ductiefonds en ten behoeve van film
producenten, die bijdragen ontvangen
van genoemd fonds, werden zonder
hoofdelijke stemming goedgekeurd,
zij het onder hetzelfde voorbehoud
als het vorig jaar, namelijk dat de
vermakelijkheidsbelasting wordt afge
schaft.
Hierna kwam aan de orde de Begro
ting van Ontvangsten en Uitgaven
over 1969, waarbij voorstel van het
hoofdbestuur om een eventueel batig
saldo over 1969 toe te voegen aan de
algemene reserve voor publiciteits-
kosten.
Nadat de bondspenningmeester terza
ke nadere inlichtingen had verstrekt,
werd de begroting voor 1969 overeen
komstig het voorstel van het hoofdbe
stuur vastgesteld en het voorstel be
treffende het eventueel batig saldo
aangenomen.
T\e voorstellen van het hoofdbe-
stuur om de heren L. W. R.
Meyer te Amsterdam, W. K. G. van
Royen te Amstelveen en A. F. Wolff
te Bilthoven tot erelid van de Bond te
benoemen werden bij acclamatie
goedgekeurd.
"VTadat de voorzitter de oorkonde
bevattende de gecalligrafeerde
tekst van het benoemingsbesluit had
voorgelezen, heeft hij verklaard dat
het besluit van het hoofdbestuur om
bij de Bondsraad het voorstel aanhan
gig te maken tot benoeming van de
heer Wolff tot erelid spontaan is ge
nomen en wel in de eerste vergade
ring na het aftreden van de heer
Wolff als hoofdbestuurslid. Zo gaat
het lang niet altijd met dit soort be
sluiten. Dat bewijst dat de heer Wolff
door zijn collega's in het hoofdbe
stuur bijzonder werd gewaardeerd.
De heer Wolff is een man die zijn
standpunten en zijn principes niet al
leen met grote standvastigheid weet
te verdedigen, maar die daarnaast
met een goed gevoel voor collegiali
teit erin slaagt tegenstellingen, die
zich nu eenmaal in elk college voor
doen, te overbruggen. De heer Wolff
is een van de mensen die niet alleen
hun eigen zaken met grote energie
leiden, maar die daarnaast toch ook
de tijd weten te vinden om de dingen
te doen, waarvoor zij worden ge
roepen en die het algemeen belang
van ons bedrijf betreffen. Hij heeft
zijn functies altijd met grote plichts
betrachting waargenomen. Hij ont
brak zelden of nooit op de vergade
ringen. Daarvoor komt hem alle eer
en ons aller hartgrondige dank toe.
Tfervolgens heeft de voorzitter de
oorkonde van het benoemingsbe
sluit betreffende de heer L. W. R.
Meyer voorgelezen, waarbij hij ver
klaarde:
,,Het is een spontaan gebaar van het
hoofdbestuur geweest om u voor het
erelidmaatschap voor te dragen. Hoe
wel u niet die lawine van functies als
de beide andere heren hebt vervuld,
bent u toch in het vervullen van uw
functies altijd een bijzondere per
soonlijkheid geweest. U verwierf al
tijd de sympathie van allen die met u
werkten en die u kenden. U hebt
bovendien altijd getoond een groot
hart te hebben voor onze organisatie.
Het heeft het hoofdbestuur bijzonder
getroffen dat u ondanks het feit dat u
wat later naar Nederland bent ge
komen, pioniersarbeid voor ons be
drijf hebt verricht. Dat hebt u ook ge
daan voor onze organisatie door uw
werkzaamheden vanaf de oprichting
in het bestuur van de producentenaf
deling.
Het heeft het hoofdbestuur bijzonder
getroffen, dat u, al was het dan ook
op het terrein van het particulier ini
tiatief, grote prestaties hebt geleverd.
Na Binger hebt u het eerste grote
producentenwefk in Nederland ver
richt door een uitzonderlijk groot aan
tal speelfilms tot stand te brengen.
Daarnaast zijn een groot aantal films
door uw wijze van uitbrengen ge
maakt. U hebt Nederland niet alleen
geleerd hoe speelfilms geproduceerd
moeten worden, u hebt bovendien ge
demonstreerd dat het presenteren van
een film op de juiste wijze belangrijk