JURY-RAPPORT STAATSPRIJS
"17oor de Staatsprijs 1969 voor de beste korte Nederlandse film werden 36 films ter beoordeling ingezonden. Hun totale pro-
jektietijd bedroeg meer dan 13 uur.
In tegenstelling tot de veel in beslagnemende vertoning van de films kenmerkten de daaropvolgende beraadslagingen zich
door de snelheid waarmee de jury unaniem tot haar beslissing kwam.
Eenstemmig was de jury van oordeel dat de Staatsprijs 1969 toegekend moest worden aan de filmer Louis van Gasteren voor
zijn film „Bericht uit Biafra", waarbij opgemerkt dient te worden dat het hier gaat om de verkorte versie van deze film.
Het filmen van Van Gasteren kenmerkt zich door een zeer grote, persoonlijke betrokkenheid bij de onderwerpen die hij ver
filmt.
Zijn geëngageerdheid is geen vrijblijvende of abstrakte aangelegenheid, maar is de drijfveer tot een volledige, persoonlijke
inzet, waardoor de daad van het filmen onlosmakelijk verbonden blijft met het resultaat ervan. Geldt zulks in hoge mate voor
zijn film „Begrijpt u nu waarom ik huil?" nog nadrukkelijker treedt dit naar buiten in zijn „Bericht uit Biafra": een film
die onomstotelijk de signatuur draagt van de gedrevenheid van de filmer en zijn medewerkers om vanuit de konkrete situatie
zélf, de wereld te konfronteren met wat er in Biafra gaande is.
Het maken van een dergelijke film berust uiteraard op een stellingnemen van de filmer. Het gevaar van een te grote subjekti-
viteit heeft de filmer grotendeels weten te ondervangen door de volstrekt onsentimentele wijze waarop zijn onmoetingen en
ondervragingen gevoerd en geobserveerd zijn, èn door de grote veelzijdigheid van deze ontmoetingen en gesprekken. Daardoor
werd zijn film niet een eenzijdige propagandistische reportage, maar stelde hij op veel algemener niveau het onnoemelijke
menselijke leed aan de orde dat voortvloeit uit de nog steeds onvolkomen internationale rechtsverhoudingen.
De vele konfrontaties met de meest uiteenlopende representanten van de Biafraanse situatie zijn de bouwstenen geweest voor
een film die in zijn vormgeving het authentieke karakter draagt van wat hij wil zijn: een „bericht", een levensteken, uitgezon
den onder de benarde omstandigheden van een afschuwelijke oorlogssituatie en abrupt eindigend midden in de primitieve oor
logstraining van Biafraanse soldaten. Het bericht uit Biafra is tegelijk een levensteken van de filmer zelf, uit wiens observa
ties, ondervragingen en ontmoetingen de innerlijke noodzaak aan de dag treedt die hem tot het maken van deze film heeft ge
leid. Met name dat aspekt dat in de overige films niet of i mindere mate aanwezig was heeft de jury tot haar beslis
sing gebracht.
Voorts heeft de jury gebruik gemaakt van de mogelijkheid dat een eervolle vermelding wordt toegekend. Zij heeft zich daar
bij op het standpunt gesteld dat een dergelijke vermelding niet als een soort tweede prijs gezien moet worden, maar om iets te
signaleren dat haar als bijzonder verdienstelijk of oorspronkelijk voorkwam.
Op die grond heeft zij voorgesteld een eervolle vermelding toe te kennen aan de film „She is like a rainbow" van Anton Kot-
huys: een film die opvalt door de vitaliteit en de joyeuze dynamiek van zijn popart-achtige stijl, alsook door een element dat
de jury in de aan haar voorgelegde films vrij algemeen gemist heeft, namelijk een lichtvoetige humor.
Tenslotte zij nog opgemerkt, dat de jury zich in het algemeen, los van de individuele verdiensten van een aantal films, heeft
kunnen verheugen over de technische kwaliteiten van de haar voorgelegde films.
Rijswijk (ZH), 30 september 1969.
De Jury:
Dr. H. S. Visscher, voorzitter
G. J. H. Dujardin, lid
B. Haanstra, lid
F. A. Raadman, lid
W. Verstappen, lid
G. J. van der Molen, secretaris
de films, die Ten Berge van een kwa
liteit vindt „die ligt ver boven het
gemiddelde van wat de bioscoop
doorgaans pleegt te vertonen".
Het Vrije Volk signaleert ook al, dat
er geen onrust is: tot nu toe
loopt het allemaal tamelijk geolied.
Het ziet er wel naar uit dat alles vol
gens plan gaat, alhoewel er altijd
mensen zijn die verlangen naar iets
wat op een opschuddinkje lijkt".
Dat opschuddinkje komt straks ook.
Maar dan hebben jongeren er niets
mee uit staande het zal gaan om
vriendelijke oude Bronbeek veteranen.
F. Raadman schrijft over de sfeer van
die dag in zijn Gooi en Eemlander:
„Zelfs het bier (of zou het weer zijn
bedoeld - red.) helpt mee in filmstad
Arnhem alles bij het oude te laten.
Net als voorheen kan tot laat in de
avond op de terrasjes worden ver
wijld. Unieke kans in oktober, maar
wie komt er toe? De zuigkracht van
de donkere zalen is er te groot voor.
Dat bij elke voorstelling, óók die voor
de doordouwers in de vroege nachte
lijke uren, zo'n royaal theater als
Rembrand t volstroomt zegt wel iets
over de geweldige goodwill, die de
film in een dergelijke speciale week
plotseling weer blijkt te bezitten en
de verwachtingen die het, natuurlijk
ook hier overwegend jonge publiek
van de programma's heeft. Daarin
is het gisteren vast niet teleurgesteld".
In Saskia stond de Nederlandse Film
academie 's middags tegenover vijf
korte produkten van de filmschool
van de University of Southern Cali-
fornië (USA). Vijfentwintig mensen
in de zaal keken hoe de vergelijking
een interessant beeld opleverde." De
Nederlanders kwamen er beslist niet
slecht af, maar uit alle vijf de Ameri
kaanse werkjes straalde een gedegen
professionele aanpak, die verademend
was. Deze mensen die straks de hui
dige Hollywoodgeneratie moet gaan
opvolgen bereiden zich terdege voor
op die taak. Bovendien gaven de
filmpjes ook wat onderwerp en uit
werking betrof blijk van fantasie. De
meest opvallende van de serie van
zeven waren „The passing Lane" van
21