Bronbeek Levend affiche TV en film Echo 24 van de NBF, die in Arnhem zeer actief is, als ook uit de particuliere filmhoek dat er binnen afzien bare tijd inderdaad iels zal gebeuren met de film in Nederland". De filmredacteur van het Rotterdams Nieuwsblad legt vast, als iedereen is moegepraat: „Bij het opmaken van de rekening kon in elk geval worden geconstateerd, dat vrijwel iedere be trokkene heil zag in een op bredere basis dan nu links en rechts inci denteel gebeurt om de tafel gaan zitten ten einde met elkaar te trach ten uit het moeras te raken". De Amersfoortsche Courant merkt op: „Uit de discussie kan de voorzichtige conclusie worden ge trokken, dat commercie en (film) kunst elkaar kunnen aanvullen." De donderdag is een propvolle dag, waarover Fred Raadman 's nachts bericht: „Het was toen al diep in de nacht heel wat bedden worden deze week maar nauwelijks beslapen." Het wordt inderdaad laat die donder dag. In Hotel Bosch groept men sa men om met Jean Louis Trintignant en zijn echtgenote(l) Nadine Mar- quand Trintignant van gedachten te wisselen over twee films, die men van daag heeft gezien. „Ma nuit chez Maud" 's middags en „Le voleur de crimes" 's avonds. Een wisselend oor deel levert boeiende gesprekstof op. De donderdag verloopt niet zonder een zijdelingse sensatie. De VPRO-TV heeft „Bronbeek. bijvoorbeeld", door de Van der Rijn-jury bekroond, op de beeldbuis laten zien. Pas vrij dag zal de prijs worden uitgereikt, maar nu reeds laat Generaal b. d. J. van der Leer weten „Onze mannen zijn zeer gebelgd. Zij hebben allemaal in goed vertrouwen aan deze film medegewerkt en zien nu dat die wordt misbruikt voor bepaalde doeleinden". Het wordt het openingsschot voor een artillerieduel tussen de auteur van de film René van Nie en Bronbeek. „Natuurlijk is hij geshokkeerd, daar voor is hij een generaal" is het korte commentaar van Van Nie. De echo's versterven en de storm legt zich met de film te rusten in de doos. Veel belangrijker, maar minder naar buiten tredend, is het gesprek geweest van de Minister met het bestuur van de NBF. „Wat de BBK niet gelukte met on doordachte acties daar slaagt de NBF wel in: Minister Klompé komt naar het hol van de leeuw. Ook de filmers hebben heel wat wensen ten aanzien \an het cultuurbeleid maar hebben geen filmmuseum bezet en geen pre mière verstoord. Ze hebben die wen sen rustig geformuleerd en tot uit drukking gebracht in een reeks acti viteiten in de filmweek" aldus De Telegraaf, die daarmede de sfesr van de ontmoeting tekent. De NRC stelt n.a.v. die ontmoeting: „Laten we niet al te cynisch zijn. Het blijkt zonder meer dat Minister Klom pé een oprechte belangstelling voor de Nederlandse filmerij koestert". Polygoon bewijst in de loop van de avond de showbiz van showkast tot journaal te beheersen. Men brengt het filmweekaffiche tot leven door de taterende baby van de ontwerper uit het celluloid te laten stappen, Philip Bloemendal jaagt de zaal levensgevaarlijk snel over de Zeelandroute en tenslotte worden de dieren en de dingen, de mensen en de stemmen achter de populairste tv- rubriek De Fabeltjeskrant onthuld. In kleur met een aangepaste tekst van meneer Jacob de Uil. „Handjes thuis" zegt hij. Men heeft er zich die dag betrekkelijk aan ge houden. De stokpaarden zijn 's mor gens moegereden achtergelaten in de garderobe van het praathuis. 10 OKTOBER \7rijdagavond. De Waarheid neemt waar: „De stemming zit er nog wel in". Trouw uit zich positief in andere zin: „Een voordeel van de filmweek is dat het publiek in het meestal volle Rembrandt Theater vele Nederlandse filmpjes kan zien en daarbij in Saskia nog uitgebreide Nederlandse program ma's kan bijwonen". „Een geweldige activiteit ontplooien de broodfilmers, de mannen van het vak, die zich helemaal op het op- drachtenwerk hebben geworpen en wier motto zou kunnen zijn wiens brood men eet die voert men. Ge zegd moet worden, dat dit vaak erg goed gebeurt zoals diverse shows de laatste dagen hebben bewezen," aldus de Gooi en Eemlander. De Nieuwe Haagse courant verrast met „Succes Filmweek Arnhem duurt onvermin derd voort" in een beschouwing over een dag tevoren. En dan „De lange hete zomer houdt in Arnhem het pu bliek niet uit de bioscoop. De film wint het van de verrukkelijke koele avonden buiten en men kan er ver wonderd over zijn, dat men tot in de nachtvoorstellingen goed bezette za len ziet met voor het merendeel jon ge mensen bij wie de belangstelling voor dit medium duidelijk groeiende is. Een hoopvol teken voor de toe komst van de film". N. van Dijk schrijft in de nacht van vrijdag op zaterdag enkele opmerke lijke zinnen neer als „Cinema en te levisie hebben strijdbijl begraven" en nadat hij Bamse genadeloos heeft la ten vallen „Het gemiddelde gehalte van de geprogrammeerde films is re delijk". Trouw bericht „Op Riten, Horoskop en Ma nuit chez Maud na, tot vrijdagavond geen uitschieters te hebben aangetroffen". Pim en Wim „schokken" door hun mening te verkondigen in Telegraaf's Telekleur. De ontstane vloedgolf zal pas na dagen buiten de oevers treden van de Raamgracht te Amsterdam. Paul Hellman in het Algemeen Dag blad maakt er niet onjuist melding van „de filmweek Arnhem is in veel opzichten ook de Week van Pim de la Parra en Wim Verstappen". Het felbeschilderde bestelautootje uit de komende film „Drop Out" is in Arn hem dan al wijd en zijd gezien. In de zelfde krant terzijde zij op gemerkt hoeveel kranten Arnhem een „dubbele verslaggever" waardig keur den stelt Constant Wallagh voor zaterdag een nieuw aspect van Arnhem aan de orde". Het wordt steeds duidelijker, dat de jammer ge noeg nog nimmer opgeheven tegen stelling tussen het medium televisie en de bioscoop het, zij het niet te voren geplande hoofdthema van de filmweek is. Bij de uitreiking van de tweejaarlijkse Van der Rijnprijs kwam dat voor de zoveelste maal aan de orde. En daarmee zijn we dus op mijn uitgangspunt terug. De Neder landse cineast kan het als je een beetje in het koffiedik kijkt werkelijk niet stellen zonder de televisie. Maar het bemoedigende van die stelling is dat het omgekeerde op zijn minst ook waar is. Aan de ronde tafel dus. Het is een mooie zo niet de enige oplossing voor ontelbare filmproblemen in ons land". Peter Van Bueren in De Tijd besluit zijn verslag over vrijdag met „Het to- (Zie verder pagina 29)

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1969 | | pagina 24