JURY-RAPPORT S? RIJNPRIJS 25 "IToor de toekenning van de Van der Rijnprijs 1969 werden 31 films, in lengte variërend van minimaal 9 tot maximaal 35 mi- nuten, ingezonden. In het algemeen gesproken, kreeg de jury de indruk, dat het technische peil van de jonge Nederlandse cineasten en dan wordt met name gedacht aan cameravoering, geluid en mixage zich in stijgende lijn ontwikkelt. Jam mer genoeg moest tevens worden geconstateerd, dat er in vele gevallen duidelijk sprake is van een discrepantie tussen tech nisch niveau en inhoudelijke structuur. De zwakte bij veel filmers schuilt nog steeds in het scenario. Gedachte en verbeel dingskracht vormen vaak een te smalle basis voor de realisatie van het gegeven. Gebruik makend van haar bevoegdheid in deze gaf de jury de voorkeur aan een verdeling van de prijs waarbij het totaal be drag van 4000 gulden werd gesplitst in een honorering van 2500 gulden en één van 1500 gulden. De aldus gekwalificeerde eerste en tweede prijs werd door de jury met algemene stem gekozen. Bij haar keuze heeft de jury gezocht naar films, die het evenwicht tussen gegeven, bedoelingen van de maker en vormgeving het dichtst benaderden. Over een lichte aarzeling, dat de bekroning ook een televisiefilm betreft, is de jury heengestapt. De taak van een filmer is ongeacht het medium waarvoor hij werkt zijn gegeven zó recht te doen, dat de toeschouwer ruim geïnformeerd wordt, zijn persoonlijke visie op het onderwerp kan verruimen en niet alleen een spontane schok van her kenning krijgt, maar ook een ervaring die hem nadien blijft bezighouden. Eén van de juryleden formuleerde het als volgt: „Een goede film gaat buiten mijn boekje, maar zó dat ik mijn eigen boekje beter kan lezen". Bekroning nummer één werd toegedacht aan regisseur-scenarioschrijver René van Nie. Ter mededinging aan de van der Rijn prijs 1969 zond hij 2 korte films in „getiteld: „Bronbeek-bijvoorbeeld" en „Holland". De grootste waardering van de jury ging uit naar „Bronbeek-bijvoorbeeld". In deze 12 minuten durende impressie toetst René van Nie het Bronbeekse oorlogs museum en zijn bewoners aan een strikt hedendaagse cinema-visie, waarbij zijn belangrijke affiniteit met de atmosfeer van een direkte beeld-reportage voorop stond. Zijn door politieke omstandigheden toch wel beladen onderwerp zou gemakkelijk aanleiding hebben kunnen geven tot een pamflettistische film-aanpak. René van Nie echter is er in geslaagd zijn thema dieper uit te boren, zijn film is wars van enigerlei vorm van demonstratie, hij registreert feilloos, hij doseert zijn gevoel voor humor in een perfecte timing en hij toont tevens erbarmen voor de leeftijd van zijn merkwaardige hoofdrolspelers, die er stuk voor stuk staan als levende monumenten van een even historisch als du bieus koloniaal verleden. De tweede prijs ging naar de film „De Bezetene" van Jan de Bont en Trino Flothuis. Tragisch genoeg betekent dit voor de kortgeleden overleden cineast-journalist Flothuis een posthume onderscheiding. Zoals vele beeldbuis-kijkers inmiddels weten, behelst „De Bezetene" een raak en indringend portret van de jazz-drummer Han Bennink, in 1968 winnaar van de Wessel Ilcken-prijs. Voor cineasten die zich in het algemeen of voor een deel op het medium van de televisie willen richten, zou „De Bezetene" als een schoolvoorbeeld mogen gelden van een geslaagd en tot in alle hoeken en gaten uitgebouwd beeld-interview. Bovendien wisten de makers op opmerkelijke wijze te profiteren van de persoonlijkheid van hun centrale figuur. Bij de beoordeling van 6 door de Filmakademie ingezonden films van eind-examinandi viel het de jury op, dat het gemiddel de peil zeker op het punt van technisch vakmanschap behoorlijk was te noemen. Wel wil zij hierbij aantekenen, dat het werk weinig aansluit bij de laatste ontwikkelingen op het gebied van de internationale cinema. De jury bestond uit de leden: Charles Boost C. B. Doolaard Paul Hellmann Constant Wallagh NEDERLANDSE KORTE FILMS 1955 Programma 9 oktober - Saskia Theater 1969 Titel 1. Pan 2. Big city blues 3. Droom zonder einde 4. Een zondag op het eiland van de Grande Jatte 5. Body and Soul I 6. P(erfectionist) 7. 's Was een vreemdeling zeker 8. Gouden ILSY 9. Papa Boem 10. Slochteren aan de lijn 1Rembrandt, schilder van de mens 12. Het huis J3. Facade 14. Prijs de zee 15. Eiland 16. Rembrandt, schilder van de mens 17. De werkelijkheid van Karel Appel 18. Glas 19. Mixummerdaydream 20. Strijd zonder einde 21Aah Tamara 22. Zeilen 23. She's like a rainbow Ellen Waller Regisseur Jaar Lengte Herman van der Horst 1963 22 min. (zw) Ch. Huguenot v. d. Linden 1961 20 min. (zw) Max de Haas 1963 15 min. (zw) Frans Weisz 1965 20 min. (zw) Renee Daalder 1966 13 min. (zw) Jan Keja 1964 16 min. (zw) Theo v. Haren Noman 1962 13 min. (k) Ch. Huguenot v. d. Linden 1958 17 min. (k) Paul Rondel 1965 12 min. (k) Rolf Orthel 1965 20 min. (k) Bert Haanstra 1957 20 min. (k) Louis van Gasteren 1961 30 min. (zw) Jan Wiertsema 1965 19 min. (zw) Herman van der Horst 1958 21 min. (zw) Eric Terpstra 1967 19 min. (zw) Bert Haanstra 1957 20 min. (k) Jan Vrijman 1962 15 min. (k) Bert Haanstra 1958 10 min. (k) Hattum Hoving 1968 11 min. (k) Bert Haanstra 1955 27 min. (k) Pim de la Parra 1965 25 min. (k) Hattum Hoving 1962 13 min. (k) Anton Kothuys 1969 20 min. (k)

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1969 | | pagina 25