Liquidatie waarborgsommen 36 gemeenlijk plaats vinden, een kleine rol". Wanneer tussen de vijftig en zestig buitenlanders naar Arnhem komen, begint het er toch op te lijken, dat wij die rol wat kunnen versterken en bovendien komt een deel van het materiaal toch op het programma. In veertien jaar is de betekenis van de Filmweek Arnhem waar ko mende week 20 hoofdfilms, tiental len shorts, bijna vijftig films uit de „vrije sector" worden vertoond, als mede de gelegenheid tot discussie open staat op velerlei wijze onder streept. Het is geen kanttekening van een be drijfsbeleid onzerzijds noch een Uwerzijds per conference af te maken weggooimanifestatie. Eerder doet zich de vraag voor of de Filmweek Arn hem een niet vaker te organiseren presentatie zou moeten zijn. En dat dit niet gebeurt, houdt verband met het gebrek aan de tonnen, welke U in ons budget suggereert, maar welke ons helaas niet ter beschikking staan. Misschien zijn deze ooit nog eens te vinden als er wat meer verenigd wordt gewerkt voor de film, dan Uw wer pen met kluitjes mogelijk maakt. Hoogachtend, J. G. J. Bosman, Voorzitter Nederlandse Bioscoopbond N.B.: U hebt het volste recht deze brief te plaatsen, mits onverkort. Het weekblad schreef: ARNHEMSE KLUITJES Het sjieke buiten Groot Warnsborn, tegen de Hoge Veluwe aan, diende vorige week de Stichting Internatio nale Filmweek Arnhem tot perscon ferentieoord voor het verspreiden van nieuws over de aanstaande twee-jaar- üjkse rolprentmanifestatie (6 tot 11 oktober). Behalve voor de leden van de Gelderse pers was het nog een hele rit voor de heren journalisten, maar dan zie je maar weer eens wat die er niet voor over hebben om on der het genot van snack en sherry in mekaars gezelschap te wezen. Want verder was er niets te halen in Warns born, ondanks het feit dat er onge veer tien mensen om beurten achter een lessenaar gingen staan om iets mee te delen. Ondanks een paar discussie-ochten den, een rijtje nachtvoorstellingen (waarvan de helft nog niet vaststaat), een Filminstituutcyclus onder het motto De Toekomst In Het Oog en de traditionele Staatsfilmprijsuitrei- king door de minister van CRM belooft Arnhem namelijk opnieuw, en misschien nog duidelijker, te wor den wat het altijd geweest is: een trade-show van het Hollandse filmbe drijf. Haagse-Courant-criticus Kees de Bruyn, ditmaal ingepakt in de „selectie-commissie", liet dat zijn vra genstellende collega's nog eens goed weten: „het is toch geen festival? Dat staat ook nergens op de affiches, dat is het ook nooit geweest." De taak van zijn commissie is inderdaad meer na- dan voorselectie: de officiële pre mières van de Filmweek Arnhem zijn afkomstig van en dus al gezeefd door het inkoopbeleid van de officieel er kende Nederlandse filmimporteurs. Niet in de laatste plaats op hun aan dringen is dit jaar het tijdstip van de show (alle vorige keren in juni) ook verlegd naar het vroege najaar: dat verzekert een snelle follow-up in de bioscoop na de publiciteit vanuit Arnhem. Er is natuurlijk niks tegen om een puur commerciële bedrijfsshow een beetje te versieren met debat-och tenden, vrolijke cocktailpartijtjes en culturele verhandelingen over de Be tekenis van de Stoel in de Filmge schiedenis. Het maakt de zaak wat duurder (geschatte kosten: 3 ton, op te brengen door de Nederlandse Bios coopbond, CRM en de gemeente Arn hem), en je kunt je afvragen of zo veel geld in Nederland misschien niet veel aardiger en efficiënter aan film zou kunnen worden besteed. Maar het merkwaardigste is, telkens weer, de terughoudendheid van het filmbe drijf (in casu de Bioscoopbond) als het er om gaat ruiterlijk te erkennen dat de kwasi-culturele franje er alleen maar is om CRM een pootje uit te draaien, en dat het au fond om niets anders dan de belangen van de Bonds- leden gaat. En het is natuurlijk te mal dat de Bond op een (schuchtere) journalistieke vraag of er in de Open- Doek-Manifestatie (één dag non-stop korte films, wie komt is welkom) ook „underground" films komen laat weten dat ze geen „adressen" kent van de Underground, maar zich aan bevolen houdt voor tips. En het is even mal dat diezelfde Bond op de vraag of er buitenlandse critici zijn uitgenodigd die op de Open-Doek- Dag in één klap een hoop jong Ne derlands werk zouden kunnen zien, wat ze thuis nooit zal lukken aar zelend toegeeft dat daar nooit aan gedacht is, maar dat men de sug gestie zal „overwegen", wat dat ver der ook zou moeten betekenen. De Filmweek-Arnhem kent de adres sen van de Underground niet, rekent niet op belangstelling van buitenland se deskundigen, onderhoudt geen re laties met de zeer hard maar onaf hankelijk werkende Huub Bals van de Utrechtse Cinemanifestatie, heeft geen boodschap aan de Cineclubs van At van Praag, zoekt niet in het vrije veld naar echte filmexperimenten die echt „de toekomst in het oog" heb ben, en heeft ditmaal voor het eerst zelfs geen contact meer gezocht met het Nederlands Filmmuseum waar ze toch ook altijd wel wat bijzonders in, huis hebben of kunnen halen. Allemaal niet erg, maar dan ook eer lijk vertellen waar het wél omgaat, en geen omzeilende antwoorden aan film-critici die wel eens wat meer zou den willen zien zoals bondsdirec teur Bosman op de vraag of er über haupt naar iets bijzonders gezocht was de aanwezigen bezwerend voor hield: „Begrijpt u toch goed dat we maar een heel klein landje zijn", en: „We zijn nog in Edinburgh geweest en daar zijn we heel welwillend ont vangen, maar we moeten maar af wachten of we iets krijgen." Dat klinkt gek, hoor. Maar eigenlijk is het nog veel gekker dat journalisten die bijvoorbeeld zouden kunnen weten dat er in Italië produktie-coöperativa zijn die graag werk naar zelfs het piepkleine Arnhem zouden sturen zich met zulke onwezenlijke kluitjes in het riet laten zenden. Zo zie je maar weer: Nederlandse filmcritici weten te weinig of durven niet, en waarschijnlijk allebei. Wegens beëindiging van het lidmaat schap van de hierna vermelde voor malige bedrijfsgenoten worden de le den van de Nederlandse Bioscoop bond en de Nederlandsche Vereeni- ging van Bioscoopreclame Exploitan ten uitgenodigd binnen acht dagen na het verschijnen van deze publicatie eventuele vorderingen schriftelijk bij het bondsbureau in te dienen: de heer Sj. van der Wal, voormalig exploitant van de Witte Bioscoop te Heerenveen; de heer G. H. Groenewegen, voor malig exploitant van het Camera Theater te Leiden.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1969 | | pagina 36