WEEK-RAPPORT AMSTERDAM Arnhem tussen 6 en 11 oktober jongstleden beleefde een woelige week, waarin des- ondanks minder opzienbarende dingen gebeurden dan waarop enkelingen kenne lijk durfden rekenen. Hoewel, de laatsten hadden zelf ook een slag om de arm genomen door te stellen dat „de organisatie" zich bij voorbaat had geassureerd door wat dan heette „een aantrekke lijk randgebeuren", wat echter voor de organisatie een van de essentiële kernen van de filmweek vormde. Terugblikkende mag men echter met 14.000 belangstellenden voor alle Arnhemse evenementen tezamen stellen: Arnhem is als filmweek opzien barend geweest. Film blijkt geenszins zijn aantrekkingskracht te hebben verloren wanneer een door som migen als „omstreden" gekwalificeerde presentatie veertig procent hogere belangstellings- eijfers boekt dan voor de twee er aan voorafgaande filmweken. De filmweek heeft klei nere roerselen voorbijgestreefd. Arnhem was hecht genoeg om te voorkomen, dat er nieuws om het nieuws werd ge maakt. Die produktiviteit immers dient zelden het onderwerp waarover het gaat. Doel van de filmweek is film te dienen, de discussie te stimuleren, het zien te stimuleren, het contact te verbeteren. Arnhem is deels recreatief, deels cultureel en dat deze factoren in goede samenhang maatschappelijk positief werken lijkt een zindelijke redenering. In zo'n samenhang wordt het geluid van irrationele theorieën zinvol, krijgen oppositie en protest hun plaats, welke verloren gaat wanneer gekrakeel ontaardt tot funktieloze dissonant en een eigen destructief leven gaat leiden. Een oud gezegde wil, dat het leven van een degen even eervol of eerloos is als het hart achter de hand aan het gevest. De filmweek is vanouds een duelleerplaats ge weest van minnaars van de film. De organisatoren als secondanten prijzen zich geluk kig, dat de strijd fair is gestreden en de bruid noch stierf van verdriet noch is geschaakt tot dienstbaarheid. Zij bleef jong en mooi, grillig en muzisch, ijdel en onafhankelijk. De jeunes premiers van allerhande leeftijd ten spijt. Dat is de ideële winst van de filmweek. De Minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk, dr. M. A. M. Klompé, stelde: „Er is momenteel een maatschappelijk gistingsproces aan de hand. Men kan hoezeer het beeld ook verward is met reden hopen dat daaruit uiteindelijk, met behoud van wat goed is, nieuwe vormen voor onze maatschappij en haar structuur zul len voortkomen. De rol van de overheid daarin wordt niet vergemakkelijkt en ook wel

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1969 | | pagina 3