Nöggerath theater Amsterdam fonkelnieuw missie gevraagd vóór 1 juli 1970 een in terimadvies over de leeftijdsgrenzen uit te brengen. Aangezien al deze onderwerpen niet los van elkaar te denken zijn en elkaar be ïnvloeden worden ze als geheel aan de commissie voorgelegd. Zowel de nationale als de internationale aspecten, het onder werp van geschriften en afbeeldingen als ook van de films verlangen bestudering. Het toenemend belang van radio en tele visie vraagt daarbij ook de bijzondere aan dacht van deze commissie. Juist deze com municatiemiddelen bereiken de mensen in hun gezinnen en kunnen hen en hun kin deren onvoorbereid en onverwacht met beelden en uitlatingen confronteren, die hen diep kwetsen. De problemen zijn uitermate moeilijk en veel sectoren van het maatschappelijk leven worden ermee geconfronteerd. Dit is de reden dat zoveel als mogelijk is deze sectoren in de commissie zijn vertegen woordigd. Allereerst zijn er de deskundi gen, die beroepshalve met de te bestude ren problematiek te maken krijgen. Daar toe behoren zij, die werkzaam zijn bij het binnenlands bestuur, de politie, de zittende en de staande magistratuur, alsook be oefenaren van de strafwetenschap, socio logie en criminologie. Voorts moest een beroep worden gedaan op een deskundige op het gebied van het internationaal recht en de grondrechten. Dan zijn er de ver tegenwoordigers uit de kring van de publi citeitsmedia zoals de uitgeverij, het toneel, radio en televisie, bioscopen en van de pers. Ook de stem van een aaptal maat schappelijke organisaties mocht niet ont breken. Ik noem de organisaties, die zich bezig houden met jeugd- en gezinswerk, en de vrouwenorganisaties. Voorts hebben vertegenwoordigers van de geestelijke volksgezondheid zitting in de commissie. Ik wil tot slot mijn bijzondere waardering uiten voor uw bereidheid om zitting te ne men in de commissie en voor uw moed om aan dit moeilijke werk deel te nemen. Met name mag ik hierbij wel de voorzitter noe men, en hem hulde betuigen dat hij aan het op hem gedane beroep gehoor heeft gegeven. Met het uitspreken van de stellige ver wachting dat zij een aanzienlijke bijdrage zal leveren tot de oplossing van de ge schetste problemen, verklaar ik de com missie geïnstalleerd. De Maatschappij Tuschinski „stemt" vóór renovatie en heeft dit eens te meer bewezen door op het projectie scherm van Nöggerath te Amsterdam een hokje in te vullen met rood. Een geweldige rode stip prijkt tussen de vrij bewegende kaders. De heer J. Nijland opende namens het presidium op donderdag 16 april het nieuwe Nöggerath Theater anno 1970, nadat het oude (weliswaar met enige renovaties, die niemand zich meer herinnert, in 63 jaar volkomen was versleten en via een verbouwing van drie maanden volkomen verdwenen. Eén luchtrooster slechts herinnert nog aan de bruingerookte, hokkerige bio scoop welke in 1907 door zijn naam gever A. Nöggerath werd gebouwd als een variété-theater met „bioscope- voorstellingen". Tijdens de verbouwing kwam achter een betimmering een oud, geel pro gramma te voorschijn. Herinnering aan historische tijden, die echter nood zakelijk moeten plaats maken voor het heden. De heer Nijland herinnerde in zijn ope ningswoord aan 7 september 1907 en noemde 63 jaar in de geschiedenis van de jongste aller kunsten een lange tijd. Hij zei ook zich het theater te her inneren als een pijpela én dat iemand hier met een toverstaf moet hebben gewerkt. „Hoe U het gedaan heeft weet ik niet, maar U heeft Amsterdam een theater gegeven waarop het trots kan zijn. Het hele werk eraan is voel baar, zichtbaar en merkbaar. Ik wens U geluk en veel voorspoed toe en al les wat men zich voorstelt een ver wezenlijking in overtreffende trap," zo besloot de heer Nijland. De bondsvoorzitter, de heer J. G. J. Bosman was door ziekte verhinderd het openingswoord te spreken. 8 Mr. R. H. Dijkstra verwelkomde de gasten onder wie niet alleen vele be- drijfsgenoten, maar ook de medewer kers van de maatschappij Tuschinski, die Nöggerath hebben vernieuwd. Hij vertelde hoe het eerst in de bedoeling had gelegen de bioscoop een dag eerder te openen, maar dat uitstel was gevolgd door het inzicht dat Feyen- oord-Legia Warschau en Ajax-Arsenal voldongen voetbalfeiten waren. Het was derhalve geen holle frase, zei hij niet zonder cynisme, dat hij nu de aanwezigen bedankte voor hun aan wezigheid. In dit openingswoord betrok hij met gevoelens van dank en erkentelijkheid de bouwers, t.w. de schilder W. Schuhmacher (verantwoordelijk voor de kleurstellingen), de heer M. Kap- teyn (hoofd van de eigen onderhouds- dienst) en de heer Ton Jansen (fa. R. H. Jansen), oudste leverancier van Tuschinski, zich noemende elektricien, maar „tovenaar met het licht dat sfeer bepalend is in een theater". Nöggerath is door de maatschappij Tuschinski in eigen beheer vervangen. Dat is eigenlijk het juiste woord. Het aanvankelijke plan is geweest de mu ren weg te werken achter een deco ratie met nylonvezel, alsmede het plaatsen van nieuwe stoelen en het uitvoeren van wat kleinere „opknap pers". Doch toen de heer Kapteyn zijn eerste schetsen had gemaakt en men „het een en ander dat in de weg stond" ging verwijderen, bleven slechts de vloer, de zijmuren en het plafond in stand. Men vond imposante kolom men, die geen functie hadden; men ontdekte dat men eigenlijk bezig was een voor- en achterhuis te slopen, die indertijd moeten zijn samengetrokken om de toneelzaal te maken. Kortom men ontdekte van alles, dat de tand des tijds gulzig had weggegeten en de renovatie mondde uit in volslagen nieuwbouw. De zaal werd ingekort en het balkon onderging hetzelfde lot, wat het aan tal plaatsen (nu beneden 368 en boven 60) verminderde van ruim 500 naar 428. De wanden werden betimmerd met red-ceder, dat werd behandeld met een stemmig gekleurde dunne verf welke de nerfstructuur zichtbaar laat. Het plafond kreeg (na drie dagen ve gen met een speciaal daartoe ont wikkelde vloeistof om rookaanslag van jaren weg te wassen) de tint van nachtblauw. Een zeer strak gelijnd, maar ruim opgezet stoelenplan (been- ruimte 90) werd het carré-vormig cen trum van de zaal (verloop 1 x9). Als kleur voor de bekleding koos men een paars-bruin aandoende stof. De stoe len zijn een theater-primeur van de fa. Van de Kar. Onder de stoelen gemêleerd groen linoleum. In de loopgedeelten een met groen op geel gedessineerd warm tapijt. Op het balkon zijn de stoelen rood. Glas is het voornaamste materiaal ge bruikt in de entree. Men kijkt van de Reguliersbreestraat vrij naar binnen in de hal en de foyer, die een „bun- galowsfeer" heeft gekregen, doordat alle opstaande wanden betimmerd zijn met uit kleine stukjes naturel hout op gebouwde tegels. Men vindt diezelfde betimmering bo ven in de foyer. De trap naar boven heeft open houten treden, die vrij- dragend liggen op een balkenkoker in het midden, waardoor alle massa er aan is ontnomen en de trap een de coratieve functie krijgt.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1970 | | pagina 8