eigenlijk? Maar aan de andere kant,
zo vroeg ik mij toen af, zijn het pro
blemen waaraan consumenten zich
eigenlijk niets behoeven te laten ge
legen liggen. Als consument behoor
ik toch eigenlijk dacht ik tot
wat men in Amerika zo mooi ,,de
markt" noemt. En markten zijn men
sen en we praten dus vanmiddag
over „markten" mensen die
wonen in het vrije Westen waar een
vrije meningsuiting is toegestaan en
waar dezelfde mensen binnen de gren
zen van wellevendheid vrij zijn in hun
doen en laten en waar die mensen
en dat is erg belangrijk zelf be
slissingen kunnen nemen.
Zodoende heb ik gekozen voor een
verhaal, een roman zou je kunnen
zeggen. Een roman over de beleve
nissen van een paar mensen, die op
een gegeven ogenblik naar de bio
scoop gaan. Dan speelt het verhaal
in een grote stad en het begint op
zaterdagmorgen half elf.
Vader en moeder drinken koffie en
„iemand" neemt het initiatief (omdat
de kinderen toch onder de pannen zijn
die avond) om 's avonds naar de
bioscoop te gaan.
WELKE BIOSCOOP?
Eerste vraag: naar welke bioscoop
gaan we dan vanavond?
Daarbij moeten we natuurlijk beden
ken, dat het uitje naar de bioscoop
eigenlijk niet helemaal op zichzelf
staat. In de gedachten van die mensen
speelt entertainment een rol. Je zou
haast zeggen wél degelijk een rol en
nu vraag ik u: houdt u dat woord
entertainment nu eens een beetje
goed vast.
De vraag dus: naar welke bioscoop?
Dat is een probleem. Wat is er name
lijk aan de hand? Op woensdag is de
dag waarop de bioscopen in Neder
land hun nieuwe programma's belie
ven te adverteren. Dat nieuwe pro
gramma draait dan vanaf donderdag.
Alhoewel dat in de ogen van de con
sument een loffelijk streven genoemd
mag worden, blijkt en dat kan dus
echt het water van de zee niet af
wassen dat op zaterdagochtend
die krant niet meer in huis is.
Er is een kleine hulp, want sommige
kranten geven vrijdagavond een be
knopt programma en dan kun je daar
nog eens in gaan zoeken en die krant
van vrijdag is nog wel ter beschikking.
Toch is dat probleem dan maar voor
een deel oplosbaar en blijven er nog
een paar vragen over. Want, wat vind
je? Titels van films! Het verhaal van
de film, dus wat ik eigenlijk zou willen
noemen de informatie over het pro-
dukt is er niet of nauwelijks en wat
kun je dan als consument anders doen
dan mikken op de titel van die film.
Maar dat is toch eigenlijk óók niet
alles, zou ik willen zeggen.
Jawel, hoor ik u zeggen, maar er zijn
toch filmrecensies in de krant. Zeker,
dat is waar, maar in de eerste plaats
zijn die er alleen maar voor de nieuwe
films, dus die in première gaan, en
in de tweede plaats ben ik het als
eenvoudig burger niet altijd eens met
de mensen, die recensies schrijven
en wat hij mooi vindt, vind ik niet
mooi en omgekeerd. Met andere woor
den: die stukken lees ik dan maar
niet meer, want dat zegt je eigenlijk
als consument, wanneer je een andere
mening bent toegedaan niet veel.
Wij blijven dus bij het probleem staan:
hoe krijgen we meer informatie over
de film, maar dat stel ik zo maar.
Op een gegeven ogenblik is dan thea
ter x, y, z de keuze voor die zaterdag
avond. Intussen is het elf uur 's mor
gens geworden en dan is het bekend,
dat de bioscoopwereld zijn dagtaak
begint.
TELEFONADE
Dan wandel je naar de telefoon, draait
het nummer, omdat je zo graag wat
plaatsen wilt reserveren. Maar de bio
scoop is in gesprek. Je wacht vijf
minuten en je belt weer een keer. De
bioscoop is wéér (of nóg) in gesprek,
dat kun je als eenvoudig man niet
zien. Je waagt nog een keer een po
ging, maar dan raak je wederom als
consument in problemen, want je hebt
jezelf of je hebt elkaar beloofd, dat je
die zaterdagochtend nog even iets
moet doen en dan is het dus al kwart
over elf geworden en dan zie je toch
wel, dat er wat moeilijkheden gaan
ontstaan.
Dan ga je naar de telefoon en dan
blijf je verwoed achter elkaar staan
draaien of zitten draaien maar
het helpt niks. Het ding blijft in ge
sprek. Goede raad is duur en dan kun
je op dat moment twee dingen doen.
Je kunt een gokje wagen en 's avonds
vlak voordat de bioscoop begint kaart
jes kopen.
Je wilt misschien het risico niet lopen
dat het ding toevallig tóch uitverkocht
is. Dan kun je nog iets anders doen,
dat is: stap in je auto en rijd naar de
bioscoop.
Dit stukje gaat over dat laatste geval:
je stapt in je auto en rijdt naar de
bioscoop. Je komt daar aan en dan
schijnt het dat je een film uitgezocht
hebt, waarvoor grote belangstelling
is, want er staat een rij mensen! Die
rij is niet zo fijn, maar dat je een film
hebt uitgezocht waar méér mensen
naar toe gaan, dat kan op zichzelf
natuurlijk een gezellige gedachte zijn.
Dan ga je in de rij staan. Je weet nu
al dat je die zaterdagochtend geen
andere dingen meer kunt doen, want
eer dat je de kaartjes hebt en eer dat
je weer thuis bent, dat duurt nog wel
even. En dan ga je maar rustig even
wachten.
De kassa is dan bemand met een
jonge of iets oudere dame met ervoor
een portier. Tegen de tijd, dat je je
nieuwsgierige blikken naar binnen
kunt werpen, want zo zijn nu eenmaal
consumenten: altijd even achter die
schermen kijken, kijken wat er aan
de hand is, dan vraag je je af waarom
er eigenlijk op dat moment maar één
juffrouw actief is en wat is nou eigen
die functie van die portier, die erbij
staat.
„ENU...?"
Wel, dat wordt je dan wel duidelijk,
want als je aan de beurt bent, dan is
het gesprek van de portier als volgt
en nu citeer ik:
„En u, mijnheer?"
Antwoord: „Twee fauteuil".
Dat wordt dan braaf doorgegeven.
6,80" en dan hangt het ervan af
wat er verder gebeurt of je „blikken"
krijgt of het woord „dank u wel".
Maar intussen heb je als nieuwsgie
rige waarnemer ook nog een paar
andere dingen ontdekt en een daarvan
is: de telefoon ligt niet op de haak,
daarom is de bioscoop steeds in ge
sprek.
Een tweede mogelijkheid is: je hebt
wel geluk, men neemt de telefoon aan
en je reserveert je kaartje. Dan heb
je je zaterdagochtend nog vrij om
andere dingen te doen en het gaat
allemaal goed.
Maar er wordt wel iets bij gezegd:
Wilt u uw kaartjes een half uur van-
tevoren afhalen, alstublieft. Dat is vrij
logisch, want er zijn natuurlijk altijd
dat hebben we gezien met het
Roode Kruis en de Henry Dunant
van die graDJurken, die dingen door
geven, die niet helemaal op waarheid
berusten. Maar het probleem is wel:
wat doe je als je nu een half uur van
tevoren je kaartjes hebt afgehaald nog
met die resterende tijd voor de voor
stelling. Het giet van de regen, je auto
staat ver weg, je hebt een stuk moeten
lopen dat is niet zo erg, dat is ge
zond zelfs maar dan krijg je eigen
lijk een half uur verplicht winkelen in
de regen en wat zou het nu toch fijn
zijn als bijvoorbeeld de foyer open
was, zodat je gezellig een kopje koffie
kon drinken, je jas netjes weg kon
hangen en de dames nog even in de
spiegel konden kijken om dan fijn en
gezellig op tijd de voorstelling bij te
kunnen wonen.
Enfin, we zijn dan in de bioscoop en
op een gegeven ogenblik gaan we
naar binnen. De portier scheurt je
kaartje doormidden en je komt in een
hal waar zich als regel de garderobe
bevindt. Het is daar een reuze ge
drang, maar eindelijk ben je dan tegen
betaling je natte jas kwijt. Die wordt
in een hoek achter een gordijn weg-
gefrommeld en je vindt het toch wel
zonde van dat bontkraagje en de
kreukels wil ik dan maar buiten spel
zetten.
Dan valt het je als buitenstaander of
als consument op, dat de mensen die
belast zijn met bijvoorbeeld dat stukje
beheer van die garderobe, zich in
principe maar weinig dienstbaar op
stellen tegenover het publiek.
Ik bedoel niet, dat ze op de knieën
moeten gaan liggen of zo, dat bepaald
niet, maar je kunt er niet onderuit
om te denken; het is die mensen een
grote zorg wat er eigenlijk gebeurt
en wat er van die jassen terecht komt
en of er überhaupt wat van terecht
21