volop (ook in het bedrijf) aan de gang is: is persoonlijk gesproken: neen. Het is niet verantwoord! Een andere zaak is, dat het moeilijk is te beoordelen wat publiek wil en dat hangt toch wel met uw opmerking samen. Ik zou wil len inhaken op woorden, van de heer Van Heyst en de heer Van 't Vlie en die bij mij hoe langer hoe meer vragen doen rijzen. Wat weten wij van het publiek. Wil het publiek een avondje uit of zoekt het een uitgesproken film. Wil het alleen maar die film zien? Of wil het een complete entourage erbij. Bij de heer Van 't Vlie constateer ik, je kunt twee dingen doen. Je kunt een artikel sec verkopen, maar je kunt het ook met verfijning daaromheen verkopen, waar door je de serviceverlening, die daar bij ontstaat, tot een hogere waarde brengt. Ik zou echter niet weten hoe het publiek hierop reageert." De heer Van 't Vlie voegt toe: „Kunnen wij een pauze inlassen ten behoeve van het buffet. Nou dacht ik, als je over service spreekt, dan moet je je op een ander standpunt stellen. Dit: Willen mijn klanten, die hun film gekozen hebben een pauze ten be hoeve van zichzelf." En na een inter ruptie: „Als u een kritisch publiek heeft, die dat inderdaad zo voelt, moet u die pauze niet houden. Als dat com mercieel niet plezierig is, omdat de buffetten niet aan hun trekken komen, zou je theoretisch moeten stellen, dat het publiek daar een prijs voor over moet hebben, als de buffetten niet aan hun trekken komen. Ik geloof echter als het publiek echt duidelijk boos is als je aan een film afbreuk doet door een pauze, alleen voor de buffetten, dan zijn ze boos op u, terecht." LANGE FILMS Op een opmerking uit de zaal betref fende de toenemende projectietijd van de hoofdfilm zegt de heer J. van Dom melen: „Ik geloof dat er een scheiding van problemen is. U noemde de lange projectietijd van huidige hoofdfilms. Mag je in zo'n langere hoofdfilm het oeuvre van een regisseur onderbre ken? Ik geloof, dat we gezien de krankzinnige lengtes langzamerhand gedwongen worden de mensen even de benen te laten strekken." „Ik hoef u alleen maar het voorbeeld te geven van een niet art-house film, een James Bond, welke van dien aard was, dat men vóór dat de film zelfs uitgebracht was, men de looptijd inge kort heeft. Dat is dus het hele pro bleem. De huidige hoofdfilms zijn vaak ruim 2 uur. Net op de grens van wél avondvullend of niet avondvullend." Ik kan me voorstellen dat het publiek liever een volle avondvoorstelling heeft met een veel langer programma, waar men dus deze hele voorstelling veel soepeler kan laten verlopen. De aanvangstijd zelf komt dan in het ge ding, het aantal voorstellingen, zo zijn er een heleboel punten. Een fejt is, dat op dit moment de consument, de be zoeker bij ons helemaal niet centraal staat. Er is een complex van factoren: consument, film, omgeving, service. Ik geloof niet dat je er één puntje uit mag lichten. Ik heb veel meer be hoefte te weten te komen, hoe men in het algemeen denkt. Ik zou graag een zeer uitgebreid marktonderzoek zien in dit gebied." PROVINCIE De heer J. Miedema, die namens een groep provincietheaters in de niet- concurrentieverhoudingen spreekt gaat er op in: „Ik geloof dat in de niet-concurrentie- verhouding de situatie makkelijker ligt. Het is zo, dat in deze situaties de exploitant veel flexibeler bedrijfsvoe ring kan gaan voeren en hij wordt dan niet geconfronteerd met de moeilijk heden van de grote steden. Ik zou een situatie willen bepleiten, dat zij zich inderdaad aanpassen aan de film die ze gaan vertonen." Over het eventueel afschaffen van de rangen merkt hij op: „Bij bepaalde films zal men op een gegeven moment de rangen- en standenverschillen moe ten gaan handhaven." Hij zegt echter ook: „Te zeggen, goed ik heb maar één prijs vindt het publiek erg plezie rig. Als ik op een gegeven moment een balkon heb van 200 zitplaatsen en ik heb een zaal met 400 zitplaatsen en ik verkoop één rang, dan gaan alle men sen naar het balkon. Iemand die niet naar het balkon wil, is vrij om te gaan zitten in de zaal. Deze man heeft dan kans dat hij op een balkon komt te zitten met zo'n 80, 90 mensen. Ga je twee rangen verkopen, dan ga je de zaak verdelen en dan maakt de man in de zaal een enorme anti-reclame door te zeggen, nou dat was gister avond in die bioscoop ook maar een saaie boel, want je kon er een kanon afschieten. Ga je een één-rangsysteem vaststellen, dan ga je dus de bezoe kers comprimeren, waardoor al gauw de imago van de bioscoop „het was er zo ongezellig", wordt doorbroken. Al les wat in de bioscoop komt wordt compact bij elkaar gehouden." Over de filmkeuze nog het volgende: „Het is niet zo dat de keuze wordt be paald door het publiek. De keuze wordt bepaald door de bioscoop exploitant. De enorme moeilijkheid waar deze exploitant mee zit in de provincie, wordt vaak door de col lega's in de grote steden niet onder kend. Ik wil dan ook een pleidooi houden voor de kleine provincie-ex ploitanten, die heel vaak achteraan- komen met hun programma's. Deze zijn dan in de diverse grote steden al zodanig uitgemolken, dat er voor die kleine provincie-exploitatie geen droog brood meer in te verdienen is. De keuze, die de exploitant moet maken, heeft te maken met bepaalde golven die vanmorgen genoemd zijn. Hij moet een mengeling van films brengen en het is de moeilijkheid dat men in de provincie niet altijd het juiste gehoor krijgt bij de filmverhuurder." MENTALITEIT De heer Gerschtanowitz jr. neemt dan de draad op: „Ik wil inhaken op de uit spraak van de heer Van Heyst: Het zal ze een zorg zijn. Dat sloeg op het personeel. Ik geloof dat 85% van het bioscoopbezoek mensen zijn tot 30 jaar en dat we onder die groep ook de personeelsleden moeten rangschikken en dat de heer Van Heyst een van die mensen is van die 15%. Zo komen we terug op die mentaliteitskwestie. De mentaliteitskwestie van die perso neelsleden. Komt die misschien wél overeen met die grote groep van 85 Ik weet het niet, het is mogelijk dat deze mensen daar echt niet zoveel om geven en dus ook nooit zullen zeggen, het zal me een zorg zijn." De heer Van Heyst antwoordt: „Kijk, alleen al doordat u nu op dit moment als het ware aan het differentiëren bent in uw bezoek en het feit, dat u mij, en dat is terecht natuurlijk, rang schikt in een bepaalde groep met de vraagstelling hoe zou de andere kant ^s^ t#^> <^N|^ ^V^ ^y*> ^N^ ^||^5 ^s^ tp>*5 ?NU£? Het Hoofdbestuur stelt er prijs op de leden prettige en succesvolle feestdagen, alsmede een voorspoedig 1971 toe te wensen.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1970 | | pagina 28