De toekomst is al
aangebroken
Het Bondscongres is geslaagd. Bedrijfsgenoten en publiek de inleiders spraken
vanuit die sector hebben elkaar de spiegel voorgehouden. Soms was het een
lachspiegel, soms ook een onthullend glas. Ook was het af en toe een kristal,
dat een beetje toeliet in de toekomst te kijken.
Een ding was bij het spiegeltje, spiegeltje aan de wand-spel duidelijk: niemand
is er van overtuigd, dat „het bedrijf" a priori de schoonste in het land is, al trekt
het van het uitgaansleven verreweg de meeste belangstelling.
Het congres was vrij van eigendunk en vastgeworteldheid in historische routines.
Incidenteel zullen de gedachten daarbij hebben verwijld. Degenen, die zich hebben
uitgesproken, vrij en onbekommerd, gaven er gelukkig geen blijk van. En juist
omdat men zo vrij kon spreken was het verfrissend te ervaren, dat niet alleen wij
ons bedrijf kunnen verbeteren (en ook willen verbeteren!). De problematiek is
waarlijk universeel. Dat maakt het ondergaan van kritiek wat lichter en de moed
om er wat aan te doen aanmerkelijk groter.
Wat de inleiders naar voren hebben gebracht spreekt voor zichzelf. Wij hebben
hun integrale voordrachten in dit bondsorgaan voor u vastgelegd. Van de forum
discussie maakten wij een overzicht.
Velen van de ca. 350 congresdeelnemers hebben graag aan de discussies deel
genomen. Zij vooral hebben samen de nuttige factor van het congresinitiatief
aangetoond.
Er blijkt behoefte aan communicatie, zij het dat een deel van de leden door weg
te blijven laat weten dat het klaarblijkelijk die behoefte nog mist. Men zou willen
weten waarom. Hoe kan het dat er ondernemers bestaan, die niet uit zijn op
oriëntatie, die niet in één dag van intensief luisteren en samen praten de trend
van een heel jaar bedrijfsvoering efficiënt willen ondergaan. Zij zullen misschien
denken 'de toekomst moet nog komen.'
Voor hen is op het congres één zin gesproken welke wij alle afwezigen willen
toeroepen: ,,Die toekomst is er al".
Er wordt in ons bedrijf creatief gedacht. Een congres blijkt de gelegenheid bij
uitstek deze denkactiviteit onder de oppervlakte vrij baan te geven.
Het blijkt dan ook dat wij minder op de tocht staan als buitenstaanders soms
betogen. De fut is er niet uit. Integendeel!