Bondsraad Op 14 december 1970 werd onder pre sidium van de Bondsvoorzitter in het Hilton Hotel te Amsterdam een buiten gewone vergadering van de Bonds raad gehouden. Van de 23 gedele geerden van de Bedrijfsafdeling Bios coopexploitanten waren afwezig de heren H. Holman, I. Keizer, C. van Liere, F. A. van Opbergen, S. M. Spanjaart, J. Ph. Swanink en drs. O A. Voskuil, van de 8 gedelegeerden der Bedrijfsafdeling Filmverhuurders was afwezig de heer B. J. Schimmel en van de 4 gedelegeerden der Be drijfsafdeling Filmproduktie ontbrak de heer Y. Brusse. Verscheidene Bondsleden, onder wie de ereleden L. Groen, Joh. Miedema en O S. Roem, maakten gebruik van de regle mentaire mogelijkheid om de verga dering als toehoorder bij te wonen. Bij het begin van deze vergadering werd staande enige ogenblikken stilte in acht genomen ter nagedachtenis van de overleden bedrijfsgenoten, de heren M. J. W. Peters, Venlo en Mr. Ft. H. Dijkstra, Amsterdam. Het door het Hoofdbestuur voorge stelde nieuwe Reglement Filmverto ning vertoonde op een belangrijk punt afwijking van het bestaande reglement van die naam. Het oude reglement na melijk kent verschillende uitzonderin gen op de regel, dat per bioscoop per avond niet meer dan één hoofdfilm en per week niet meer dan twee hoofd films mogen worden vertoond. Het oude reglement gaf bovendien aan het Hoofdbestuur de bevoegdheid om van dit verbod dispensatie te verlenen. In de praktijk was het het Hoofdbestuur echter gebleken, dat er behoefte was ontstaan om bij tijd en wijle program meringsnormen te hanteren, die bin nen het raam van het reglement niet te verwezenlijken zijn, waarbij ook aan experimenten op dit gebied moet wor den gedacht. Vandaar, dat het Hoofdbestuur had voorgesteld een nieuwe bepaling op te nemen, welke de leden de mogelijk heid bood om gedurende drie weken per jaar naar eigen inzicht van de beperkende bepalingen één hoofd film per voorstelling, één hoofdfilm per avond, twee hoofdfilms per week af te wijken. De Bedrijfsafdeling Bioscoopexploi tanten had te kennen gegeven het met dit voorstel eens te zijn. Zij achtte echter nog wat meer armslag voor de leden gewenst en stelde daarom per amendement voor het aantal „vrije" weken uit te breiden tot vijf. Met dit amendement stemde het Hoofdbestuur in en aangezien het ook bij de Bedrijfsafdeling Filmver huurders geen bezwaren ontmoette, werd het amendement zonder hoofde lijke stemming goedgekeurd. Een tweede amendement van de Ex- ploitantenraad beoogde een vereen voudiging van het reglement. Het oude reglement kende naast de mogelijk heid om per week twee hoofdfilms te vertonen ook nog de exceptie van de vertoning op een der dagen maandag, dinsdag, woensdag of donderdag van eenzelfde kalenderweekvan een derde hoofdfilm te vertonen. De Exploitan- tenraad nu had bij amendement voor gesteld deze exceptie te vervangen door een uitbreiding van het minimaal aantal per week te vertonen films van twee naar drie. Ook dit amendement ontmoette alge mene instemming. Voorts had de Exploitantenraad voor gesteld de bioscopen, ressorterende onder de Afdeling D, toe te staan om in afwijking van de voorgeschreven beperking van het aantal hoofdfilms gedurende de weken dat zij uitslui tend op zaterdag en zondag voorstel lingen geven, hetzij op zaterdag avond, hetzij op zondagavond twee hoofdfilms te vertonen. Bovendien werd voorgesteld het Hoofdbestuur de bevoegdheid toe te kennen om vo renbedoelde exceptie ook toe te staan aan leden, die een naar genre verge lijkbare bioscoop alleen in een ge meente exploiteren, ressorterende on der de Afdeling C of, indien een of meer andere bioscopen in die ge meente zijn gevestigd, deel uitmaken van een afzonderlijke dorpskern. Het Hoofdbestuur kon zich met dit amendement verenigen, mits zou worden toegevoegd, dat de twee hoofdfilms van eenzelfde verhuurder worden betrokken. Het aldus aangevulde amendement werd zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. De Bedrijfsafdeling Bioscoopexploi tanten kon zich niet verenigen met het voorstel van het Hoofdbestuur om het Reglement voor onbepaalde tijd van Schematische voorstelling van meervoudige bioscopen, zoals die in Parijs bestaan.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1971 | | pagina 9