Algemeen
Bedrijfsreglement
Beslissingen Hoofdbestuur
Beëindiging lidmaatschap
Toelating lidmaatschap
Liquidatie waarborgsommen
19
de film „De lettertrein" op basis van het Bondsstandaardcontract
vóór de aanvang der produktie waren afgesloten, maar dat eiser
zich met het oorspronkelijke concept niet kon verenigen, waardoor
met het afsluiten van het contract veel tijd is verloren gegaan;
dat gedaagde overigens bezwaar maakt tegen eisers rentebere
kening; dat daaromtrent niets in de tussen partijen bestaande
overeenkomst is bepaald;
dat eiser hiertegen heeft aangevoerd, dat gedaagde zeer lang met
de betaling der aan hem verschuldigde bedragen in gebreke is
gebleven en dat het niet meer dan normaal is, dat daarvoor rente
wordt vergoed; dat hij bovendien veel tijd en aandacht aan het ge
schil en wat daaraan is voorafgegaan heeft besteed en dat hij
daarom een vergoeding van 300,vordert;
dat de heer De Man namens gedaagde verklaard heeft, dat hij be
zwaar tegen de laatstgenoemde vordering maakt, omdat deze vor
dering hem onredelijk voorkomt;
OVERWEGENDE:
dat gedaagde lid is van de Nederlandse Bioscoopbond en dat par
tijen blijkens artikel 6 der tussen partij enaangegane arbeidsover
eenkomst dd. 16 augustus 1971 zich gebonden hebben aan de aan
dat contract gehechte „Algemene Voorwaarden", waarvan in arti
kel 14 is bepaald: „Alle geschillen, welke uit of terzake van de
uitvoering dezer overeenkomst tussen partijen mochten ontstaan,
zullen met uitsluiting van de burgerlijke rechter worden beslecht
door arbitrage overeenkomstig de bepalingen der Statuten en het
Arbitrage Bondsreglement van de Nederlandse Bioscoopbond te
Amsterdam";
dat dus de Commissie van Geschillen bevoegd is van het onder
havig geschil kennis te nemen en daarin uitspraak te doen als ar
bitragecollege, welks beslissingen vatbaar zijn voor hoger beroep
bij de Raad van Beroep van de Nederlandse Bioscoopbond;
dat gedaagde niet het overtuigend bewijs heeft geleverd, dat eiser
op of omstreeks 7 en 9 september 1971 niet beschikbaar was voor
verdere werkzaamheden aan de produktie van de film „De letter-
trein";
dat gedaagdes verlangen, dat eiser op 22 september 1971 en later
zich nog beschikbaar had moeten houden voor een laatste opname-
dag hoewel de contractuele termijn op 23 augustus 1971 expi
reerde onredelijk moet worden geacht en dat gedaagde dus ten
onrechte van het honorarium dat eiser toekwam ƒ300,heeft in
gehouden;
dat het verder niet voor twijfel vatbaar is, dat eiser voor het re
gelen van de werkzaamheden en ook voor het vragen van toestem
ming voor het gebruik van zijn eigen auto op de produktieleider,
de heer Hans Klap was aangewezen en dat dit ook van toepassing
is op de toestemming, welke hij nodig had voor het gebruik van
zijn auto zowel op 18 als op 19 augustus 1971;
dat gedaagde dan ook geacht moet worden de daarvoor gedecla
reerde kosten van ƒ76,50 aan eiser verschuldigd te zijn, waarbij
niet is uitgemaakt, of gedaagde deze kosten kan verhalen op de
heer Hans Klap;
dat ook wat de vervoerskosten van 36,betreft, die eiser heeft
gemaakt tijdens de voorbereiding der produktie, het standpunt
moet worden ingenomen, zulks overeenkomstig de usance, dat ge
daagde als producent van de film deze kosten behoort te dragen,
waarbij in het midden wordt gelaten, of zij deze kosten kan verha
len op de regisseur van de film;
dat eisers vordering betreffende vergoeding van rente- en tijdver
lies niet steunt op de tussen partijen aangegane overeenkomst;
dat deze vordering slechts kan worden toegewezen tot een ver
goeding op basis van 6 's jaars vanaf 7 april 1972, zijnde de dag
waarop het geschil aanhangig is gemaakt;
RECHTDOENDE ALS GOEDE MANNEN NAAR BILLIJKHEID:
VEROORDEELT gedaagde om tegen behoorlijk bewijs van kwijting
aan eiser te betalen ƒ412,50 als gespecificeerd in eisers brief
aan de Commissie dd. 24 april 1972 verhoogd met de rente van
6 's jaars vanaf 7 april 1972 tot de dag der voldoening;
VEROORDEELT gedaagde voorts in de geschilkosten, bedragende
50,—.
Aldus gewezen te Amsterdam op 7 juni 1972.
Rectificatie:
Bij beslissing Miedema's Bioscoop en Exploitatie Mij N.V. te
Deventer is in de publicatie van juni j.l. bij vergissing het Luxor
Theater te Zutphen genoemd. Dit moet Odeon Bioscoop zijn.
Het Hoofdbestuur heeft besloten toestemming te verlenen als be
doeld in het Algemeen Bedrijfsreglement aan:
de Stichting Culturele Centra Leeuwarden te Leeuwarden tot het
exploiteren van de permanente bioscoop-A De Harmonie aldaar,
welke bioscoop voorheen werd geëxploiteerd door de Vereniging
De Harmonie;
de Firma Groot Wiebring te Hoorn tot het gaan exploiteren van
de permanente bioscoop-A Centraal te Krommenie, welke bioscoop
voorheen werd geëxploiteerd door de N.V. Bioscoop Centraal
Theater;
De N.V. Hollandfilm te Amsterdam tot het exploiteren van de per
manente bioscoop-A Hallen Theater aldaar, welke bioscoop voor
heen werd geëxploiteerd door de N.V. Maatschappij tot Exploitatie
van het City Theater te 's-Gravenhage;
de heer M. J. Philipse te Brielle tot het exploiteren van de perma
nente bioscoop-A Luxor Theater aldaar, welke bioscoop voorheen
werd geëxploiteerd door de Firma M. J. Philipse;
Wegens verlies der vereisten zijn van het lidmaatschap vervallen:
de Firma M. J. Philipse, Ds. Pauwstraat 1 te Brielle, voormalig ex-
ploitante van het Luxor Theater aldaar en Bioscoop Verenigings
gebouw te Rockanje;
de heer W. A. C. Wolffram, Kortenaerlaan 11 te Oirschot, voormalig
exploitant van het Luxor Theater aldaar;
de Vereniging De Harmonie, Ruiterskwartier 4 te Leeuwarden, ex-
ploitante van de Harmonie aldaar;
de Stichting Huize de Liefde, Da Costakade 102 te Amsterdam,
voormalig exploitante van de bioscoop Cinema-Room aldaar;
de N.V. Bioscoop Theater Centraal, Weverstraat 50 te Krommenie,
voormalig exploitante van Bioscoop Centraal aldaar;
de heer A. H. M. Maandonks, Loonseweg 3 te Hapert, voormalig
exploitant van Cinema Hapert Kuil aldaar;
de Firma Mundofilm, Fred. van Eedenlaan 7 te Hilversum, exploitante
van de voormalige gelijknamige filmproduktiezaak aldaar;
de N.V. Standaardfilms, Keizersgracht 318 te Amsterdam, exploitante
van het voormalige gelijknamige filmverhuurkantoor aldaar.
Tot het lidmaatschap van de Bond is toegelaten: de heer R. Wijs-
muller, Prinsevinkenpark 33 te 's-Gravenhage, exploitant van het
filmverhuurkantoor Concorde Film te 's-Gravenhage.
Rectificatie
Onder N.V. Thedinga's Mij tot Exploitatie van Bioscopen is in de
publicatie van juni j.l. bij vergissing o.a. Luxor-Zutphen genoemd.
Dit moet Odeon Zutphen zijn.
Wegens beëindiging van het lidmaatschap van de hierna vermelde
voormalige leden worden de leden van de Nederlandse Bioscoop
bond en de Nederlandse Vereniging van Bioscoopreclame-Exploitan
ten uitgenodigd binnen acht dagen na het verschijnen van deze pu
blicatie eventuele vorderingen schriftelijk bij het Bondsbureau in te
dienen.
Deze publicatie heeft betrekking op:
de Firma M. J. Philipse, Luxor-Brielle en Verenigingsgebouw-Roc-
kanje;
de heer W. A. C. Wolffram, Luxor-Oirschot;
de Vereniging De Harmonie, De Harmonie-Leeuwarden;
de Firma Mundofilm, filmproduktiezaak te Hilversum.