PHOTOKINA 1972 Verkort verslag over 1971 12 De Photokina 1972 vond plaats van 23 september tot 1 oktober te Keulen. Het aantal exposanten cp deze 2-jaarlijkse expositie op het gebied van foto, film en andere audiovisuele media, was we derom groter dan in voorgaande jaren. Het aantal bezoekers beliep ditmaal ruim 250.000, waarvan meer dan 30.000 buitenlanders. In dit laatste getal waren er niet minder dan bijna 9.000 uit Ne derland inbegrepen. Op bioscooptechnisch gebied waren er slechts een beperkt aantal „nieuwtjes" te bewonderen. Philips hield wederom in de Auensasl haar bekende grootse show, waarbij talrijke projectie-instal laties, al dan niet in bedrijf, waren te bewonderen. Ook werd een speciale geautomatiseer de installatie gedemonstreerd, onder de benaming: „Rock and Roll"-installa- tie. Wij komen hierop in een volgende publikatie nog nader terug. Door Bauer werd een non-rewind appa ratuur tentoongesteld, waarbij het ge hele filmprogramma in een eindeloze lus loopt. Er hoeft derhalve niet meer te worden teruggespoeld en er behoeft evenmin opnieuw te worden ingelegd. De hierbij opgenomen afbeelding geeft een indruk van de daarvoor nodige ap paratuur. Ons kon niet worden verteld wanneer de installatie leverbaar is en wat deze ongeveer zal gaan kosten. Bij Zeiss Ikon troffen wij een 35 olm- projector aan, die met enkele handgre pen was om te bouwen voor de projec tie van 16 mm-films. Ook hierover kon den ter plaatse nog geen nadere gegevens worden verkregen. Verder waren er nog diverse bijzonder heden op het gebied van geluidssterk te-regelingen in de zaal, van automati sche ontwikkelinrichtingen met diverse veiligheidsvoorzieningen en van 16 mm- projectoren met vereenvoudigde bedie ning. Op het gebied van bioscoopstoelen viel de stand op van het Spaanse bedrijf Industrias Figuras s/a, met zeer fraaie en niet al te dure modellen. Naar ons werd medegedeeld wordt dit bedrijf in Nederland vertegenwoordigd door de N.V. Kagenaar in Utrecht. In een volgende publikatie zullen wij nog nader ingaan op technische bijzon derheden van hetgeen hierboven is op gesomd. pv Bedrijfspensioenfonds voor het Film en Bioscoopbedrijf Het Bedrijfspensioenfonds voor het Film- en Bioscoopbedrijf heeft over 1971 een gunstig resultaat kunnen boe ken. Dit blijkt uit het dezer dagen versche nen verslag van het fonds. Aan premie ontving het fonds f 1.222.660,en aan opbrengst van de beleggingen f 1.142.125,—. Het totaal van de ontvangsten was dus f 2.364.785,—. Hiervan moest 1.243.620,worden gereserveerd om te zijner tijd de pen sioenaanspraken te kunnen voldoen die de deelnemers in het fonds in het jaar 1971 hebben verworven. Het fonds werkt n.l. volgens het kapitaaldekkings stelsel. Jaarlijks worden gelden apart gezet die, tezamen met de daarmee verkregen renteopbrengst voldoende zijn om te zijner tijd aan de deelnemer of bij zijn overlijden aan zijn achtergebleven vrouw en kinderen de pensioenen te kunnen uitbetalen waarop zij recht heb ben. Het kapitaal dat op deze wijze ge vormd wordt noemt men de premiere serve. De premiereserve bedroeg op 31 december 1971 ruim 14.712.000,—. Het fonds beschikt ook over een reke ning voor aanvullende pensioenen, waarin een deel van de ontvangen pre mies wordt gestort. Uit deze reserve worden jaarlijks toeslagen op de inge gane pensioenen toegekend. Het saldo van deze rekening was op het einde van het verslagjaar ruim f 1.595.200,—. Aan uitkeringen werd in 1971 382.570,— betaald. Tezamen met de toevoegingen aan de premiereserve en enige andere uitga ven bedroeg het totaal van de lasten f 1.737.965,zodat een voordelig sal do resteert van f 626.820,Hiervan is f 83.110,toegevoegd aan de algeme ne reserve. Deze reserve bedroeg ulti mo 1971 f 735.540,—; dat is 5% van de premiereserve. Het restant ad 543.710,is toegevoegd aan de re kening voor aanvullend pensioen. Het totaal van de beleggingen van het fonds bedroeg per 31 december 1971 bijna f 18.000.000,—. Met de beleggingen werd in 1971 een gemiddeld rendement van 6,78 ge maakt. Door de gunstige financiële po sitie van het fonds, welke onder meer een gevolg is van de hoge rentestand, kon het bestuur besluiten ingaande 1 januari 1972 de tot die datum verwor ven pensioenaanspraken, zowel die van de nog niet gepensioneerde deelne mers en gewezen deelnemers als die van de gepensioneerden, wederom met 3 te verhogen. Daarvoor was geen premieverhoging nodig. Op 31 december 1971 bedroeg het aan tal gepensioneerden, aan wie ouder domspensioen werd uitgekeerd, 422. Tezamen hadden zij recht op f 273.950,jaarlijks pensioen. Verder hadden 147 weduwen recht op een jaarlijks pensioen van f 94.486, en hadden 38 kinderen recht op een wezenpensioen, in totaal f 11.630, per jaar. Het aantal deelnemers voor wie op het einde van het verslagjaar premie werd betaald, bedroeg 909. Daarnaast werd voor 73 deelnemers de verzekering, in verband met hun invaliditeit, voor re kening van het fonds voortgezet. Eind 1971 telde het fonds bovendien 2029 verzekerden met premievrije rech ten; dat zijn verzekerden die niet meer in dienst zijn van een aangesloten werk gever. In totaal hadden dus 3011 ver zekerden aanspraken tegenover het fonds. Het aantal aangesloten werkge vers bedroeg 296. Op 31 december 1971 hadden voor de werkgevers zitting in het bestuur de heren W. F. Dubbelman (voorzitter), H. Miedema (plv. voorzitter), H. W. Hagen- berg, P. J. N. R. Ooms, E. J. Verschue- ren, drs. C. A. Voskuil en F. H. W. Wey- schedé, voor de werknemers de heren L. H. Röttger (secretaris), J. J. v. d. Veer (plv. secretaris), D. J. H. Swart, W. P. van Santé, H. J. Zwart, Chr. Breijer en J. van Helden.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1972 | | pagina 12