COMMENTAAR Mogelijk is een van de nuttige dingen van de huidige politieke crisis, dat de behandeling van de C.R.M.-begroting is uitgesteld. Bij de behandeling in het parlement zal toch duidelijk moeten worden waarom twee dingen niet gebeuren. Ten eerste: waarom de posten van de paragraaf film niet geleidelijk in een wat meer juiste verhouding worden gebracht tot de overige ramin gen voor culturele zaken. Met andere woorden waarom blijft bij de be handeling van de begroting van C.R.M, de film het stiefkind? Ten tweede: waarom wordt deze posten de normale progressie ingevol ge indexering onthouden, ondanks het feit dat film als kapitaal- en loon- intensief medium extra te lijden heeft van inflatoire toestanden en van een discriminatoir B.T.W.-tarief, dat immers overeenkomstig de bekende UNESCO-resolutie, zoals in de meeste landen te doen gebruikelijk, film niet zwaarder mag belasten dan andere cultuurmedia. Wij willen niet verhelen, dat bijvoorbeeld de bevriezing van de bijdrage Productiefonds voor Nederlandse Films ons diep teleurgesteld heeft. Dit is nu twee jaar achtereen gebeurd, ondanks enorme stijging van mate riële- en loonkosten in de produkties tezelfder tijd. Men trekke niet een wissel op enig commercieel succes en de bijdrage in het fonds, die het bedrijf zich dientengevolge veroorlooft. Dat is een tijdelijke aangelegen heid. Nu de produktie op gang komt en dat was de bedoeling houdt men niet de pas in. Dat is het paard achter de wagen spannen. Het einde zal de last dragen waarvoor wij geen verantwoordelijkheid nemen. In heel Europa is film een zaak van belangrijke overheidssteun. België subsidi eert meer dan het dubbele en bij de besprekingen in de overheidssfeer is ons gebleken, dat daar voor de manier waarop hier via de fondsvor ming de produktie wordt aangepakt heel wat meer waardering bestaat dan hier in het lieve vaderland. Laten „Joyriding" en „Blue movie"-effek- ten de zaken in hemelsnaam niet vertroebelen, evenals het ongefundeer de Brunsmann-rapport van de Boekmanstichting. Er is dank zij veel in spanning op het gebied van de filmproduktie een goede ontwikkeling gaande, die slechts voort kan met een adequate subsidiëring. tijd van enorme groei van de massa-communicatie het hanteren van deze middelen op zo hoog mogelijk niveau worden mogelijk gemaakt. Het gebruik van het film-medium is een uiterst complexe zaak, die slechts in team-ver band tot goede resultaten kan leiden. Mede hierdoor is het een medium, waar grote bedragen mee zijn gemoeid. Tegenslagen of minder gelukkige resultaten, die bij het grote aantal projekten onvermijdelijk zijn, krijgen snel een spectaculair karakter dat echter géén motief kan vormen om vanuit deze uitzonderingsgevallen te besluiten tot vermindering van overheidsbemoeienis. Ondanks hoge produktiebedragen is het film medium, bezien in relatie tot het potentiële en in de afgelopen jaren in feite bereikte publiek, geen kostbaar medium.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1972 | | pagina 4