Afscheid Dr. J. Hulsker
Op maandag 30 oktober heeft de Directeur-Generaal
voor Culturele Zaken bij het Ministerie van Cultuur,
Recreatie en Maatschappelijk Werk, Dr. J. Hulsker, af
scheid genomen van zijn functie. Honderden vertegen
woordigers van het culturele leven in ons land in al zijn
vertakkingen hebben bij die gelegenheid het echtpaar
Hulsker de hand gedrukt. Zijn Minister, de heer P. J.
Engels, heeft zich tot tolk gemaakt van de aanwezigen
en in het bijzonder ook van de overheidskringen
door op eloquente wijze de gevoelens van respect en
erkentelijkheid jegens de persoon van de scheidende
functionaris tot uitdrukking te brengen, daarbij de on
schatbare diensten schetsend in een reeks van jaren
ten behoeve van het kunstzinnig leven in ons land ver
worven. Het huldeblijk hem aangeboden was een uiting
van oprechte dankbaarheid van zeer velen. Hieronder
scharen wij ons in de eerste rij.
De heer Hulsker was geenszins, zoals sommige publi
caties het hebben willen doen voorkomen, de rigide,
wat regent-achtige autoriteit. Hij was ook geenszins de
man van het ,,1'art pour 1'art", van de isolering van het
begrip cultuur, waarin enkele coterieën en vooral be
paalde politici, wanneer zij zich met culturele zaken
bezighouden, verstard en verward zijn.
Hoewel niet ambtelijk opgeleid, nam hij de afstand in
acht, die zijn hoge en veelomvattende functie vereiste,
maar het dient gezegd te worden dat tijdens zijn de
partementale carrière zijn deuren open stonden voor
allen, die op enigerlei wijze met de behartiging van cul
turele belangen van doen hadden en die, gezien de
zorg aan het betrokken departement toevertrouwd,
noodzakelijkerwijze bij culturele zaken terecht moes
ten. Een beminnelijk en sympathiek man, die nochtans
bij de ontstellende hoeveelheid problemen en pro
bleempjes aan hem voorgelegd noodgedwongen aan
een zekere systematiek bij de behandeling van zaken
onderworpen was, hetgeen ook de indruk werkte van
een koele, wat formele benadering. Maar wie enigszins
op de hoogte is van de ingewikkelde procedures op
zo'n departement wist, dat wanneer de Directeur-Ge
neraal overtuigd was van de betekenis en de urgentie
van bepaalde zaken, de behartiginig daarvan geëffec
tueerd werd. Hij had niet alleen het oor van de minis
ter, maar wist ook in het interdepartementaal overleg
zijn stem de kracht van de overtuiging bij te zetten.
Veel meer dan vermoed wordt heeft hij gevochten voor
een adequate budgettering van zijn afdeling in het ge
heel van de departementale begroting; meer dan men
vermoedt was hij daarbij sociaal bewogen, stond hij
open voor nieuwe stromingen en voor initiatieven die
handen en voeten hadden. Aangezien de film mede
aan de zorg van C.R.M, is toevertrouwd, heeft onze
weg vaak geleid naar dit ministerie en uiteraard naar
zijn Directeur-Generaal. Op grond van onze ervaring
Dr. J. Hulsker
mogen wij te dezer plaatse van harte onderschrijven
wat hem bij zijn vertrek aan verdiensten is toegemeten.
Wanneer de film op de begroting van C.R.M, en voor
al in de zorg van de kant van de C.R.M.-instanties een
plaats is gaan innemen, is dat mede zijn werk. Wan
neer zij nog niet de plaats heeft, die haar toekomt,
heeft het zeker niet aan hem gelegen. De heer Hulsker
was de film toegedaan en wij zijn verheugd, dat hij
naast bepaalde taken, zoals het voorzitterschap van
het Holland Festival-bestuur, ook het voorzitterschap
van het Productiefonds op verzoek van zijn minister
heeft willen prolongeren. Het is dank zij zijn invloed,
dat destijds het van onze kant genomen initiatief ter
zake kon worden gerealiseerd. Dit resultaat is waarlijk
niet het enige, dat op zijn conto prijkt. Voor ons is
belangrijk, dat hij de overheidsdiensten van het besef
heeft weten te doordringen, dat films maken, films
leveren en films vertonen zulk een kapitaalintensieve
aangelegenheid is, dat het een riskante „onderneming"
is, de zorg van de overheid behoevend, omdat het
een „cultureel ondernemen" is, sociaal noodzakelijk,
maar zwaar belast door structurele moeilijkheden en
onjuiste fiscale behandeling.
Wanneer dit begrip in de overheidssfeer moge toe
nemen, zal het werk van Dr. Hulsker op ons terrein
een vruchtbaar werk geweest zijn. Dr. Hulsker mag op
zijn lauweren rusten; nog vele mooie jaren!