VOORZITTERSWISSELING Op 1 januari van dit jaar is de ambtstermijn van de heer J. G. J. Bosman als voorzitter geëindigd en is de heer Nijland hem in deze functie opgevolgd. De leden van de Bond en zovelen die uit anderen hoofde met de heer Bosman kontakten onderhielden, heb ben van hem afscheid genomen op een wijze die duidelijk een demonstratie was van groot respect en diepe genegenheid. De vergadering van de Bondsraad, waarin hij af trad, en de afscheidsreceptie vormen daarvan het bewijs. Men was er niet voor een for mele afsluiting van een flonkerende Bondscarrière doch teneinde de scheidende Bonds voorzitter zeer persoonlijk en uit een innerlijke behoefte dank te brengen voor al hetgeen hij in het belang van het filmbedrijfsleven en daarbij tevens ook voor het film wezen in ons land heeft verricht. De toekenning van het Bondserelidmaatschap en de toekenning van de Zilveren Roos wegens bijzondere verdiensten op filmcultureel ter rein zijn weliswaar eerbewijzen van verschillende aard, doch als zodanig complemen tair. De hartelijke belangstelling in de persoonlijke sfeer, ook van de zijde van buitenlandse relaties, zal de heer Bosman, alsook zijn echtgenote en zijn kinderen die terecht in de huldiging werden betrokken niet minder op prijs hebben gesteld. Zij die de ge ëngageerdheid van de heer Bosman met zijn werk kennen, weten hoe moeilijk het af scheid van zijn voorzittersfunctie hem zal vallen. Moge de oprechte waardering van honderden in en buiten deze bedrijfstak dit afscheid wat hebben verlicht. Overigens geldt voor de heer Bosman zeker niet, dat het na gedane arbeid goed rusten is. Mede op verzoek van het Hoofdbestuur heeft hij zich immers bereid verklaard en kele belangrijke functies, waarin hij de Bond vertegenwoordigt, nog enige tijd te blijven vervullen. Met zijn opvatting omtrent de wijze waarop het werk behoort te worden ge daan, betekent zulks, dat de heer Bosman nauwelijks aan een wat rustiger leeftrant toekomt. De nieuwe Bondsvoorzitter, de heer J. Nijland, is letterlijk en figuurlijk in het film- en bioscoopbedrijf en de organisatie opgegroeid. Hij heeft zowel omtrent bedrijfsaangele- genheden als omtrent organisatorische aangelegenheden een grote kennis van zaken. In de Nederlandse Bioscoopbond heeft hij tal van functies uitgeoefend, laatstelijk vóór zijn benoeming tot Bondsvoorzitter onder meer de functies van lid van het Presidium en voorzitter van de Bedrijfsafdeling Bioscoopexploitanten. Hij beschikt als zodanig ook over het gezag en het vertrouwen die voor een juiste vervulling van de voorzitterstaak onontbeerlijk zijn, nog ongeacht zijn bekwaamheden als leider van vergaderingen. Van groot belang is verder, dat bij hem de continuïteit van het organisatorisch beleid ver zekerd is te achten. Wij wensen de nieuwe voorzitter bij de vervulling van zijn zware en gecompliceerde taak veel succes toe.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1973 | | pagina 3