1965 lid van de Commissie van Geschillen en van 1965 tot nu toe lid van de Raad van Beroep en van 1959 tot 1969 ge delegeerde in het Bestuur van de Nederlandse Vereniging van Bioscoopreclame-Exploitanten. Wat de functies buiten de kring van onze organisatie betreft, zij gereleveerd dat de heer Nijiand van 1946 tot de opheffing in 1955 lid is geweest van de Culturele Adviescommissie. Hij was van 1948 tot en met 1971 lid van het Bestuur van de Stichting Nederlands Filminstituut. Hij was van 1963 tot en met 1968 lid van de Afdeling Filmkunst van de Raad voor de Kunst en sedert 1967 tot heden lid van de Huishoudelijke Commissie van de Filmkeuring. In al deze functies heeft de heer Nijiand heel veel gedaan voor ons bedrijf en voor deze organisatie. Zoals uit de opsomming wel blijkt, heeft de heer Nijiand een grote bestuurservaring, ook als lid van het Hoofdbestuur. De Bond krijgt in de heer Nijiand een zeer ijverig voorzitter, die een vakman is op het gebied van de exploitatie van bio scopen zowel in de grote steden als in kleinere plaatsen. Voorts is hij betrokken bij de verhuur van films en heeft hij ook de nodige bekendheid op het gebied van de filmproduk- tie. Spreker wenste de heer Nijiand nog vele jaren van ze genrijke arbeid. Namens de Bedrijfsafdeling Filmverhuurders wenste de heer J. P. M. A. Smulders de heer Nijiand met zijn benoe ming tot Bondsvoorzitter van harte geluk. Hetzelfde deed de heer H. Miedema namens de Exploitantenraad en de heer G. F. de Clerck namens de Bedrijfsafdeling Filmproduktie. In zijn dankwoord verklaarde de heer J. Nijiand, dat hij het als een bijzondere eer beschouwt als Voorzitter van de Ne derlandse Bioscoopbond te mogen optreden. Uit de woor den van de heren Smulders, Miedema en De Clerck heeft hij tot zijn voldoening de zekerheid geput, dat hij op de drie groepen waaruit onze organisatie is opgebouwd, kan steu nen. Hij zal zijn best doen om de hem opgedragen taak zo goed mogelijk te verrichten. Hij brengt ook dank aan de heer Bosman voor diens vriendelijke woorden. Hij wil daaraan toevoegen, dat hij het werk voor de organisatie altijd graag gedaan heeft en dat hij dit werk met medewerking van de Bondsleden met liefde zal blijven voortzetten. Hierna overhandigde de heer Bosman de voorzittershamer aan de nieuwbenoemde Voorzitter, die aan de orde ctelde het voorstel van het Hoofdbestuur om overeenkomstig arti kel 8 der Statuten en artikel 5 van het Algemeen Bonds reglement de heer J. G. J. Bosman te Aerdenhout te benoe men tot erelid van de Nederlandse Bioscoopbond. Toespraak van de heer Nijiand De heer Nijiand sprak hierna de volgende rede uit: „Mijnheer Bosman, Op 31 december van dit jaar zal Uw Bondsvoorzitterschap eindigen. Hoewel U op uitdrukkelijke wens van het Hoofd bestuur nog enige functies zult blijven bekleden, betekent het einde van Uw Bondsvoorzitterschap tevens het einde van Uw Bondscarrière. Deze carrière is in 1935 aangevangen, toen U als assistent Leden van de Bondsraad, bijeen op de vergadering van 12 december gadering werd voorts bijgewoond door een groot aantal toehoorders. '972 in het Hilton Hotel te Amsterdam. De ver-

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1973 | | pagina 5