van de toenmalige Bondsdirecteur, de heer De Hoop, werd belast met enige secretariaten en met de redactie van Bondsorgaan en andere Bondspublicaties. Vanuit die positie hebt U de grondslag gelegd voor een bril jante loopbaan met vele hoogtepunten. Toen U in de oor logsjaren door de bezetter op non-actief werd gesteld, hebt U van Uw nood onze deugd gemaakt door plannen te ont werpen voor de toekomstige ontwikkeling van de Bond en de bedrijfsverhoudingen. U zag een bedrijfstak, maatschap pelijk geïntegreerd, dat wil zeggen zich manifesterend zoals men van het zogenaamde culturele bedrijf mag verwachten. U zag evenwichtige verhoudingen tussen de bedrijfsgeno- ten, zowel in het directe onderlinge zakelijke verkeer als in de machtsposities, landelijk en plaatselijk. Vooroorlogse usances met betrekking tot de verhuur van films tegen vaste prijzen en gekoppeld aan systemen van „block and blind booking" moesten naar Uw mening na de oorlog worden tegengegaan. Het Aanvullingsreglement Bondsvoorwaarden is daaruit te verklaren. Blind and block booking werd verboden en de huur en verhuur van films diende op percentagebasis te geschieden. Doch waar U in het bijzonder naar hebt gestreefd, is het bewerkstelligen van evenwicht. Evenwicht in de zakelijke relatie tussen bioscoopexploitant en filmverhuurder, even wicht ook op het gebied van de vestiging van zaken, even wicht tussen de bedrijfsgroeperingen. Ondanks de relatief geringe bezoeksfrequentie heeft onze bedrijfstak, mede dank zij dit evenwicht, waardoor iedereen redelijke mogelijk heden behield, de revoiutionnaire ontwikkelingen op het ge bied van het vermaak zonder al te grote schokken kunnen opvangen. U hebt in de naoorlogse jaren een enorme arbeid verricht ten behoeve van de wederopbouw van ons bedrijf in finan cieel, economisch en sociaal-cultureel opzicht. U hebt U daarbij sterk verzet tegen iedere poging om de zelfstandig heid van ons bedrijf aan te tasten, tegen iedere poging om het discriminerend te behandelen. Op de moeilijke en lange strijd tegen de vermakelijkheids- belasting hebt U duidelijk Uw stempel gezet. U hebt met enorme volharding gevochten voor het ongedaan maken van de geweldige tariefsstijgingen van de vermakelijkheidsbe- lasting van vlak na de oorlog. Daarnaast werden ook gun stige resultaten bereikt met betrekking tot het systeem van heffing van de omzetbelasting. Toen dit eenmaal was bereikt, hebt U zich met grote energie en met veel tact ingezet voor de afschaffing van de ver- makel ij kheidsbelasting. Uw werkzaamheid met betrekking tot de discriminatie van de gemeentelijke nakeuring en de filmcensuur in het alge meen, zo goed als Uw strijd voor een billijk Bumatarief, lig gen nog vers in het geheugen. Al deze activiteiten zijn voor iedereen duidelijk rechtstreeks gericht op de behartiging van de algemene belangen van het film- en bioscoopbedrijf. Maar U hebt zoveel meer gedaan, dingen die velen in ons bedrijf aanvankelijk beschouwden als iets dat eigenlijk bui ten de taak van de organisatie lag. Ik doel hierbij op Uw werk op filmcultureel gebied. U hebt daarbij zeer sterk ini tiërend en stimulerend gewerkt. Er zijn weinig of geen instituten of instellingen op filmgebied aan wier wieg U niet hebt gestaan. Wat hebt U daarmede bereikt? Niet alleen, dat de filmcul tuur als zelfstandig gegeven in ons land is gediend, doch ook dat er een wisselwerking is ontstaan tussen filmcultuur en bedrijf. Nu klinkt dat allemaal als iets heel gewoons, maar U bent het geweest, mijnheer Bosman, die dit krachtig heeft bevorderd. Ook daarmede is een algemeen bedrijfs belang gediend. U hebt dit algemeen bedrijfsbelang zeer ruim gezien. Dat blijkt onder meer uit Uw pogingen om de filmindustrie in ons land een gezicht te geven. De steun aan de Nederlandse filmproduktie en het behoud van onze nationale filmstudio zijn voor U wezenlijke bijdragen ten dienste van het alge meen bedrijfsbelang. Hoe juist Uw visie is, moge wel blijken uit de resultaten die de Nederlandse speelfilm de laatste jaren heeft geboekt. Uw contacten met de internationale organisaties op film- en bioscoopgebied en Uw contacten op tal van terreinen met de overheid hebben eveneens krachtig bijgedragen tot de bevordering van het algemeen bedrijfsbelang. Mijnheer Bosman, ik zou zo nog lang kunnen doorgaan, maar ik vrees, dat naarmate ik meer ter sprake breng, de kans groter wordt, dat ik iets vergeet. Het aantal functies dat U hebt uitgeoefend bedraagt ruim dertig, voorzover wij hebben kunnen nagaan, maar het zou mij niet verbazen en U moet het ons niet kwalijk nemen, als dit aantal te laag blijkt te zijn. Ik geloof trouwens, dat iedereen in ons bedrijf is door drongen van het vele en gewichtige werk dat U in het al gemeen belang van het Nederlandse film- en bioscoopbe drijf hebt verricht. U hebt dat gedaan uiteraard uit hoofde van of in samenhang met Uw functies, eerst van Bondsdi recteur, later van Bondsvoorzitter. Deze functies hebt U, ondanks physieke belemmeringen, op onnavolgbare wijze bekleed. Als Bondsdirecteur hebt U, naast hetgeen ik reeds heb gesignaleerd, met name ook het Bondsbureau tot een onmisbaar service-instituut van onze organisatie gemaakt. Met het Bondsvoorzitterschap is U een nieuwe zware last op de schouders gelegd, een last die U hebt aanvaard, zo als U altijd alles ten behoeve van ons hebt aanvaard. Door Uw opvatting omtrent de wijze waarop U Uw werk behoort te doen, hebt U eigenlijk meer dan het mogelijke verricht, daarin gesteund door Uw echtgenote en Uw kinderen. Dat zou op zichzelf al een motief zou zijn om U het erelid maatschap toe te kennen. Naar het oordeel van het Hoofdbestuur is er echter een niet minder belangrijk motief. U hebt aan de uitoefening van Uw functies een extra dimensie toegevoegd. U hebt als cen trale figuur in deze bedrijfstak met een scherp oog voor de verhoudingen en mogelijkheden de weg aangegeven. U hebt steeds weer op het juiste moment de juiste visie gehad on U hebt bovendien de kracht en het gezag gehad om die visie tot realisering te brengen. Leden van de Bondsraad, het is op vorengenoemde gronden, dat het Hoofdbestuur U thans voorstelt de heer Bosman tot erelid te benoemen-." Het voorstel werd hierna met algemene stemmen aange nomen. De heer Nijland las vervolgens voor de tekst van de oor konde, die door hem en de heer J. P. M. A. Smulders als leden van het Presidium wordt ondertekend en waarin de benoeming tot erelid is vastgelegd. Toespraak van de heer Bosman De heer J. G. J. Bosman hield hierna vervolgens de volgende redevoering: „Mijnheer de Voorzitter, Dames en Heren, Het erelidmaatschap van de Nederlandse Bioscoopbond is een statutaire aangelegenheid, zodanig bij reglement gere geld, dat het Hoofdbestuur schriftelijk moet voordragen, de voordracht moet vermelden op de agenda van de vergade ring van Uw Raad, zodat alle afdelingen dienaangaande hun houding kunnen bepalen. Tenslotte moet Uw Raad met een meerderheid van ten minste 4/5 der aanwezige stemmen beslissen. Een ongebruikelijke procedure, die demonstreert dat de toekenning van deze onderscheiding zwaar weegt. Zij is bovendien belangrijk naar gelang van de belangrijkheid der organisatie die haar toekent. Erelid zijn van deze 55 jaar oude, en internationaal gezien op een na de oudste en meest befaamde, unieke organisatie op het gebied van de film, betekent met recht een grote eer. Ook een uitzonder lijke eer. Uitzonderlijk, omdat men met de toekenning zuinig is en deze slechts de besten onder ons waardig werd ge keurd. Het zal U misschien teleurstellen dat ik bezwaren heb ge maakt toen de heer Nijland zich ging vergewissen of ik tot aanvaarding bereid was. Deze bezwaren kwamen niet voort uit bescheidenheid of uit een behoefte moeilijk te

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1973 | | pagina 6