79%
90%
15
De grafiek spreekt voor zichzelf.
Wel is het opmerkelijk, dat door
een gedeelte van de ondervraag
den de wenselijkheid van een „spe
ciaal filmblaadje" naar voren wordt
gebracht, en wel voor al door de
regelmatige bezoekers. Omgere
kend zou dit betekenen, dat 50.000
regelmatige bezoekers en 100.000
incidentele bezoekers in principe
blangstelling hebben voor een in
formatief filmblad. Samen zijn dit
150.000 personen (nog ongeacht
een aantal niet-bezoekers).
De meningen over de informa
tieve waarde van bioscoop
advertenties zijn verdeeld. Een
kwart van de ondervraagden
vindt dat ze een minder goede
indruk geven van de film.
b. De filmadvertenties
Er is gevraagd hoe men de bio
scoopadvertenties beoordeelt: ge
ven zij een goede, een tamelijk
goede of een minder goede indruk
van wat men van de film kan ver
wachten. De meningen bleken als
volgt verdeeld:
25 een goede indruk
31 een tamelijk goede indruk
25 een minder goede indruk
19% weet niet1)
De tevredenheid over de bioscoop
advertenties blijkt het grootst on
der de regelmatige bezoekers. Van
meer praktische betekenis is wel
licht de uitkomst, dat een kwart van
de ondervraagden vindt, dat de ad
vertenties een minder goede indruk
geven van de film die men wil gaan
zien. In de volgende paragraaf zal
namelijk blijken, dat onbevredigde
gevoelens na het zien van een film
vaak zijn te herleiden tot onvol
doende informatie vooraf. De on
tevredenheid over de bioscoopad
vertenties is het grootst bij de inci
dentele bezoekers (30 degenen
vooral niet-bezoekers.
die voldoende geïnformeerd zijn
over het filmaanbod (31 en,
vooral, de jongeren van 18 tot 24
jaar (41
c. De filmpagina
De pagina met filmrecensies, die in
veel kranten op vrijdag voorkomt,
wordt door 21 van de onder
vraagden regelmatig gelezen en
door 35 zo nu en dan. Men kan
dus stellen, dat ruim de helft van
de Nederlandse bevolking van tijd
tot tijd een filmpagina in de krant
leest. Hierbij dient bedacht te wor
den, dat er een aantal kranten zijn,
die geen eigen filmpagina kennen.
Het percentage lezers van filmpa
gina's verschilt van groep tot groep.
Het bedraagt achtereenvolgens
voor:
jongeren van 18 tot 24 jaar 71
jongeren van 25 tot 23 jaar 73
degenen die voldoende
geïnformeerd zijn over het
filmaanbod
regelmatige bezoekers
Ruim de helft van de onder
vraagden leest regelmatig of zo
nu en dan de vrijdagse filmpagi
na in de dagbladen. Van de re
gelmatige bezoekers doet 90
dit.
Van deze laatste groep, de regel-
gelmatige bezoekers1), leest 47
de filmpagina regelmatig, en 43
zo nu en dan (ter herinnering:
slechts 15% van de regelmatige
bezoekers oriënteert zich ten aan
zien van het filmaanbod in het al
gemeen met behulp van recensies,
zie grafiek 8).
De filmpagina wordt nooit of bijna
nooit gelezen door 41 van de
ondervraagden. Dit zijn dan vooral
de ouderen boven 50 jaar (57
niet-bezoekers (57 en degenen
die onvoldoende geïnformeerd zijn
over het filmaanbod (65 Ander
zijds houdt dit in dat ook van de
niet-bezoekers altijd nog 43 dus
bijna de helft van tijd tot tijd film
pagina's leest. (Dit verschijnsel
werd ook door H. ten Berge gesig
naleerd tijdens het Bondscongres
1972). Dit betekent dat de belang
stelling voor film kennelijk groter
is dan uit het aantal bioscoopbe
zoekers blijkt.
Aan alle lezers van de filmpagina's
is gevraagd hoe men deze beoor
deelt: geven zij een goede, een ta
melijk goede of een minder goede
indruk van wat men van de films
kan verwachten. De meningen wa
ren als volgt:
34 een goede indruk
39 een tamelijk goede indruk
18 een minder goede indruk
9% weet niet2)
In vergelijking met de bioscoopad
vertenties komen de filmpagina's
er iets beter af (maar toch ook weer
niet opvallend veel beter, immers
de mening over de advertenties is
aan iedereen gevraagd en de me
ning over de recensies alleen aan
de lezers ervan).
De regelmatige bezoekers hebben
een hoge dunk van de informatieve
betekenis van de filmpagina's. Hun
meningen waren aldus:
49 een goede indruk
27 een tamelijk goede indruk
11 een minder goede indruk
13 weet niet
Driekwart van de lezers van de
filmpagina's vindt dat deze een
goede of tamelijk goede indruk
geven van wat men van de films
kan verwachten.
In het Bondsorgaan van mei 1973 is een
tabel opgenomen, waarin het aandeel der
bioscoopbezoekers in de lezerskring van
een groot aantal dagbladen is vermeld.
2) vooral niet-bezoekers.