NEDERLAND IN CANNES
ben, dat een verlaging van het B.T.W.-tarief voor de diensten
in onze sector, hoe redelijk ons verlangen ook is, ons zo
maar in de schoot zal worden geworpen. Ik geef U de
verzekering, dat het Hoofdbestuur in deze kwestie bij
zonder attent is en geen middel onbeproefd laat om de
overheid van ons goed recht te overtuigen.
SUBSIDIE
In het rapport van het Hoofdbestuur over de Nederlandse
hoofdfilm is met klem aangedrongen op een drastische ver
hoging van de subsidiëring. Minimaal zou die verhoging
moeten neerkomen op een verdubbeling. Het Hoofdbestuur
heeft doelbewust geen extreme eisen gesteld. Niet alleen
zouden dergelijke eisen duiden op een gebrek aan realiteits
zin, doch tevens op een veronachtzaming van het geldende
subsidiesysteem. Het minste evenwel wat op dit moment
mag worden verwacht van de overheid, is een trendaan-
passing, die mede gebaseerd zal moeten zijn op het in
halen van de nagelaten trendaanpassingen in de jaren 1972
en 1973.
FILMKEURING
Wat de filmkeuring aangaat valt nog weinig concreets te
rapporteren. De huidige demissionaire regering heeft in de
afgelopen jaren geen kans gezien om uit de problematiek te
geraken van twee wetsontwerpen op dit punt. Het lijkt mij,
dat thans het wachten is op het eindrapport van de Advies
commissie Zedelijkheidswetgeving, welke Commissie tot
taak heeft de regering te adviseren omtrent een eventuele
wijziging van de voorschriften op het gebied van de zedelijk
heid in het Wetboek van Strafrecht en tevens omtrent de
kwestie van de leeftijdsgrenzen voor kinderen bij een
systeem van filmkeuring, volgens hetwelk de keuring voor
volwassenen zal zijn afgeschaft. Uit de rapporten van de
heer Bosman, die lid is van deze commissie, valt op te
maken, dat het eindrapport binnen afzienbare tijd gereed zal
zijn. Wij hebben reden om aan te nemen, dat de hoofdlijnen
van het rapport voor ons aanvaardbaar zullen zijn, onge
acht eventuele detailkritiek.
Ik wil niet nalaten om ter afsluiting van deze woorden allen
die in het afgelopen jaar functies of taken in de organisatie
hebben vervuld dank te brengen. Hierbij moet men terdege
in aanmerking nemen, dat er in onze organisatie geen ere
baantjes zijn. Zij die in besturen of commissies zitting heb
ben, geven onder vaak moeilijke omstandigheden zeer veel
tijd en aandacht aan de gecompliceerde problemen waar
mede de organisatie en haar leden worden geconfronteerd.
Voor deze arbeid ten dienste van het algemeen bedrijfs
belang naast de toch al zware dagtaak van de moderne
zakenman is een speciaal dankwoord ten zeerste op zijn
plaats.
Hiermede verklaar ik deze vergadering voor geopend."
AGENDAPUNTEN
Bij de behandeling van de verschillende agendapunten ga
ven de jaarstukken geen aanleiding tot opmerkingen. Het
jaarverslag over 1972 werd goedgekeurd, terwijl de Bonds
raad instemde met het financieel beheer over 1972. Ook
ging de Raad akkoord met het voorstel van het Hoofd
bestuur om van het batig saldo een gedeelte te bestemmen
voor centrale afdracht aan de fiscus van de door de leden
over de eerste drie dagen van 1973 te weinig betaalde om
zetbelasting en het resterende bedrag toe te voegen aan
de reserve voor publiciteitskosten.
De contributie voor 1973 werd gehandhaafd op het niveau
van 1972. Ook voor de leden-filmproducenten en de leden
exploitanten van een filmlaboratorium of een filmstudio werd
de in 1972 vastgestelde minimum-contributieregeling gecon
tinueerd.
Het Hoofdbestuur werd gemachtigd om voor 1973 uit de
Weerstandskas een bedrag van ten hoogste f 200.000,
beschikbaar te stellen ten behoeve van het Productiefonds
voor Nederlandse Films en tot een maximum van
f 500.000,bedragen tijdelijk beschikbaar te stellen ten be
hoeve van filmproducenten die voor Nederlandse films bij
dragen ontvangen van het Productiefonds, zulks op basis
van de garantiecontracten tussen leden-bioscoopexploitan-
ten en leden-filmverhuurders.
De begroting van ontvangsten en uitgaven over 1973 werd
vastgesteld.
BENOEMINGEN
In de vacature van Hoofdbestuurslid, ontstaan door het
aftreden van de heer C. J. Blad, werd voorzien door de
benoeming van Mr. P. A. Meerburg. De Bondsvoorzitter
dankte de heer Blad voor al hetgeen deze in de vier jaren
van zijn Hoofdbestuurslidmaatschap in het belang van de
Bond en van het bedrijf heeft verricht. „Wij hebben het
betreurd, dat U zich niet meer beschikbaar hebt willen stel
len," zo vervolgde de Bondsvoorzitter, „want over de wijze
waarop U de funktie van Hoofdbestuurslid hebt vervuld kan
slechts met grote lof worden gesproken. Wij moeten Uw
besluit echter respecteren, hetgeen ons gemakkelijker valt
door de wetenschap dat U als voorzitter van de afdeling A
en als lid van de Bondsraad in funktie blijft."
De heer Blad dankte de Voorzitter voor zijn vriendelijke
woorden en memoreerde de prettige samenwerking, de
goede verstandhouding en de redelijkheid van het overleg
in het Hoofdbestuur, waar hij steeds met genoegen aan zal
terugdenken.
Vervolgens wenste de Bondsvoorzitter de heer Meerburg
geluk met zijn benoeming tot lid van het Hoofdbestuur.
De periodiek aftredende Hoofdbestuursleden de heren P. J.
N. R. Ooms en P. Silvius werden als zodanig herbenoemd,
met welk feit de Bondsvoorzitter hen gelukwenste.
Waar verleden jaar, tijdens de internationale Filmmesse te
Berlijn, reeds een begin mee gemaakt is, wordt dit jaar
voortgezet: de centrale presentering van de Nederlandse
speelfilm op buitenlandse filmmarkten.
Dit jaar neemt de Bioscoopbond in samenwerking met de
Rijksvoorlichtingsdienst en het Ministerie van Cultuur,
Recreatie en Maatschappelijk Werk voor het eerst deel aan
de internationale filmmarkt te Cannes, die tijdens het jaar
lijkse filmfestival aldaar plaatsvindt.
Vijf Nederlandse speelfilms zijn voor de filmmarkt aange
meld hetgeen wil zeggen dat zij ter plaatse aan geïnte
resseerden vertoond worden namelijk „Bij de beesten af",
„VD", „De Inbreker", „Paradiso" en de jeugdfilm „Circus
op stelten". Via de Rijksvoorlichtingsdienst zijn voor het
zelfde doel vier korte films ingezonden, namelijk „Die
kleine wereld" (de Oscar-winnaar van 1973), „Holland terra
culinaris", „Carna" en „De geboorte van een berg".
Voor de promotie van deze en andere recente Nederlandse
speelfilms is met medewerking van het filmblad SKOOP,
dat belangeloos acht kleurenfoto's beschikbaar stelde
een fraaie brochure van zestien pagina's samengesteld, die
een overzicht geeft van de nationale filmproduktie sedert
1970. Deze brochure is onder meer verspreid onder de ruim
duizend journalisten en filmcritici die het gebeuren te Can
nes bijwonen.