digers van produktie-organisaties uit Engeland, Canada, Oost-Europese landen en Australië, terwijl overheidsver tegenwoordigers uit laatstgenoemd land nadere informaties kwamen inwinnen over onze ervaringen, aangezien men van plan was het komende jaar eveneens met een stand in de filmmarkt te verschijnen. Voorts kregen wij een bezoek van een delegatie van het filmproduktiebedrijf uit Israël in ge zelschap van de hoofdrolspeler uit de Israëlische film „Daughters Daughters", die in het festival met succes werd vertoond. Zowel met de aanwezige lange als met de korte films zijn ter plaatse zaken gedaan. Ter verduidelijking diene, dat ten aanzien van de verkoop van rechten in de stand alle ge wenste informaties werden verstrekt en bemiddeling werd verleend met het doel kopers en verkopers (producenten) bij elkaar te brengen. Het zakendoen werd aan de betrok kenen overgelaten. Vandaar dat de resultaten van een markt als deze dikwijls pas veel later geëvalueerd kunnen worden. Als de voortekenen niet bedriegen menen wij te kunnen stellen, dat de inspanningen zeker niet tevergeefs zijn ge weest. De internationale filmhandel begint Nederland als filmland te kennen en hoewel het bepaald niet zo is, dat men om onze produkten staat te dringen, is na twee jaar film- markt-deelname toch wel de basis gelegd voor allerlei relaties die in de toekomst van veel belang kunnen zijn. Zoals het Hoofdbestuur in het Bondsjaarverslag over 1973 reeds stelde, verdient de instelling van een exportorgani satie overeenkomstig hetgeen in andere landen reeds ge beurt, niet alleen met het oog op Cannes maar ook in ver band met andere aktiviteiten, zeker aanbeveling. De informatiestand tijdens de Filmmarkt te Cannes. 13

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1974 | | pagina 13