Wij vertrouwen erop, dat de gemeente besturen die beweren door hun steun aan de filmhuizen de moeilijk te exploi teren kunstzinnige film een kans te willen geven, de objectiviteit in acht zullen nemen door ook ons plan te steunen". Structuur „Van meer recente datum is het besluit van het Hoofdbestuur om de structuur van onze organisatie weer eens onder de loep te nemen. Het is bepaald niet de bedoeling om essentiële wijzigingen in die structuur aan te brengen, maar nu wij daarmee een aantal jaren erva ring hebben opgedaan, lijkt een her nieuwde studie nuttig. Daarbij speelt mede een rol, dat er zich intussen in onze bedrijfstak zelf structurele wijzi gingen hebben voorgedaan. De gedach ten van het Hoofdbestuur gaan voor namelijk in de richting van een vereen voudiging van de functionering van ons organisatorisch bestel, waardoor dou blures in de behandeling worden voor komen en het Bondsapparaat in zijn totaliteit effectiever kan werken. De resultaten van deze studie zullen te zijner tijd aan de leden worden voor gelegd. Moge ik tenslotte dank brengen aan allen die in het verstreken jaar functies in de organisatie hebben vervuld. De bedrijfsgenoten, die de tijdrovende Bondsarbeid in het algemeen bedrijfs belang met een groot enthousiasme hebben verricht, hebben deze dank ten volle verdiend". Agendapunten Vervolgens heeft de Bondsraad het jaarverslag over 1973 goedgekeurd, evenals de rekening en verantwoording van het financieel beheer over 1973. De penningmeester, de heer M. Gersch- tanowitz, werd décharge verleend. Ook ging de Raad akkoord met het voorstel van het Hoofdbestuur om van het batig saldo over 1973 een deel toe te voe gen aan de reserve voor publiciteits- kosten en het overige deel aan de le den te restitueren op basis van een percentage van de over 1973 verschul digde contributie. De contributie over het jaar 1974 werd overeenkomstig het voorstel van het Hoofdbestuur vastgesteld. Het Hoofdbestuur werd gemachtigd om voor 1974 uit de Weerstandskas een bedrag van ten hoogste 200.000, beschikbaar te stellen ten behoeve van het Productiefonds voor Nederlandse Films en tot een maximum van ƒ500.000,in totaal bedragen tijdelijk beschikbaar te stellen ten behoeve van filmproducenten, die voor Nederlandse films bijdragen van het Productiefonds ontvangen, zulks op basis van garantie contracten tussen leden-bioscoopex- ploitanten en leden-filmverhuurders. De begroting van ontvangsten en uit gaven over 1974 werd overeenkomstig het voorstel van het Hoofdbestuur goedgekeurd. Dat hield tevens in de goedkeuring van het plan van het Hoofdbestuur om ter bevordering van de vertoning in de Nederlandse biosco pen van belangwekkende kunstzinnige films, wier exploitatie en vertoning bij zondere financiële risico's meebrengen, subsidies bescchikbaar te stellen. De periodiek aftredende Hoofdbe stuursleden, de heren J. Arkenbout, J. van Willigen en Drs. J. Ph. Wolff werden als zodanig herbenoemd. Erelidmaatschap Vervolgens werd op voorstel van het Hoofdbestuur de heer D. J. van Leen uit Wassenaar bij acclamatie benoemd tot erelid van de Bioscoopbond. Ter gelegenheid daarvan hield de Bonds voorzitter de volgende toespraak: ,,De toekenning van het erelidmaat schap van de Nederlandse Bioscoop bond vindt plaats wegens uitzonderlijke verdiensten. Dat houdt automatisch in, dat deze toekenning een exceptioneel karakter heeft. De motieven die ten grondslag liggen aan de benoeming tot erelid, zijn natuurlijk in de eerste plaats de aktiviteiten op organisatorisch ter rein. Deze aktiviteiten zijn, wat u be treft, indrukwekkend. U hebt zitting gehad of hebt nog zitting in tal van Bondscolleges, of colleges waarin u de Bond hebt vertegenwoordigd. Het aan tal, maar meer nog het niveau van deze functies zegt alles omtrent de bijzon dere waardering die u in Bondskrin gen geniet. U bent lid geweest van het Hoofdbestuur, u maakt nog deel uit van de hoogste instantie van onze Bonds arbitrage en wel als plaatsvervangend voorzitter, u hebt zitting in het College van Appel, dat in beroep beslist over zaken waarin het Hoofdbestuur disci plinair recht heeft gedaan, u bent lid geweest van het Bestuur van het Pro ductiefonds voor Nederlandse Films en van de Raad van Beheer van de Stich ting Nederlandse Filmstudio. Voor der gelijke functies komt men niet zo maar in aanmerking. Er moet meer zijn dan kennis van zaken en organisatorisch inzicht. Er moet zijn prestige en gezag, maar vooral vertrouwen. Al deze eigen schappen zijn kenmerkend voor hen die het Bondserelidmaatschap waardig worden geacht. De toekenning van het erelidmaatschap is ook een aangele genheid waarbij gevoelsmatige aspec ten een rol spelen. Er is nog iets on definieerbaars, iets extra's dat het com plex van overwegingen om iemand tot erelid te benoemen, afrondt. Mijnheer Van Leen, dat ondefinieerbare, dat ex tra is bij u zeker aanwezig. U behoort tot de kring van onze grand old men, welk begrip „old" niet zozeer op de leeftijd slaat als wel op het aantal ja ren dat men meeloopt: U vervult nu al bijna dertig jaar functies in de organi satie, doch als bedrijfsgenoot zijn uw aktiviteiten van nog langere duur. Deze aktiviteiten liggen in hoofdzaak op het terrein van de filmverhuur en het zal u deugd doen, dat hier zovele bioscoop exploitanten aanwezig zijn om te de monstreren, dat zij u niet alleen als organisatieman, maar mede als leve rancier waarderen. Bij de filmverhuur ders bent u niet in de eerste plaats een concurrent, maar een collega. U hebt Na afloop van de jaarlijkse vergadering van de Bondsraad bood het Hoofdbestuur de heer D. J. van Leen een receptie aan. 17

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1974 | | pagina 17