Afscheid van H. W. Hagenberg
Op donderdag 12 september 1974 nam
de heer H. W. Hagenberg, na een
dienstverband van drieënveertig jaar,
afscheid van zijn functie aan het Bonds
bureau. Talloze bedrijfsgenoïen en an
dere vrienden en relaties bezochten de
geanimeerde receptie, die het Hoofd
bestuur de heer Hagenberg heeft aan
geboden. Tijdens deze receptie hield
de Bondsvoorzitter, de heer J. Nijland.
namens het erecomité, de volgende
toespraak:
telligentie bezat, maar vooral ook om
uw enorme werkijver en het vermogen
U zeer snel in te werken in de proble
men die zich in een centrale organisa-
name door uw werkzaamheid voor het
Hoofdbestuur en de Commissie van Ge
schillen al in de vooroorlogse jaren een
van de belangrijkste medewerkers van
de toenmalige Bondsdirecteur, de heer
De Hoop. Het was in die jaren, dat U
de basis legde voor een kennis van za
ken omtrent het film- en bioscoopwe
zen en de bedrijfsverhoudingen, die U
tot een man van gezag maakte, tot een
De Bondsvoorzitter, de heer J. Nijland, overhandigt de heer Hagenberg namens
het erecomité het afscheidscadeau.
,,Na ruim 43 jaar in het moment geko
men, waarop een einde komt aan uw
eigenlijke Bondscarrière. Er zullen hier
slechts weinigen zijn die U vier decen
nia geleden bij de Bond hebben zien
komen. Dat betekent, dat U in onze
kring tot de senioren bent gaan beho
ren. Ik denk, dat deze constatering op
zichzelf nauwelijks geloofwaardig klinkt.
Uw vitaliteit en uw geestelijke elastici
teit, zo kenmerkend voor U, zijn na al
deze jaren niet veranderd. En deze
eigenschappen zeggen heel wat meer
omtrent de mens dan het statistische
gegeven dat wij leeftijd noemen.
Toen U in dienst trad van de Bond,
was U nog maar nauwelijks meerder
jarig, maar U kreeg al zeer spoedig ver
antwoordelijke taken te vervullen, niet
alleen omdat U een hoge mate van in-
vraagbaak voor tallozen: voorde Bonds
colleges, voor directie en medewerkers
tie als de onze in steeds weer wisse
lende vormen manifesteren. U was met
van het Bondsbureau, voor de bedrijfs-
genoten individueel en voor al die vele
anderen die zich tot U wendden voor
het verkrijgen van inlichtingen.
Functies
De veelomvattendheid van uw arbeid
moge blijken uit de secretariaatsfunc
ties die U na de oorlog kreeg te vervul
len: Bedrijfsafdeling Filmverhuurders,
Commissie van Geschillen, Gemengde
Commissie van Geschillen, Technische
Commissie, Commissie Beroep Nieuwe
Zaken, Stichting Instituut voor Oplei
ding van Technisch Bioscooppersoneel,
Sociale Commissie voor het Bioscoop
bedrijf, Filmbeurscommissie en Film-
huurschuld-Commissie. U had een be
langrijk aandeel in de secretariaats-
werkzaamheden voor Ledenraad en la
ter Bondsraad. U werd lid van het Be
stuur van de Stichting Bedrijfspensioen
fonds voor het Film- en Bioscoopbe
drijf. U werd Secretaris van de Neder
landse Vereniging van Bioscooprecla
me-Exploitanten en van de meeste col
leges van deze vereniging.
Ik vrees, dat deze vermelding niet vol
ledig is en U moet het mij niet kwalijk
nemen, als ik een functie heb wegge
laten.
Naast deze specifieke functies hebt U
tal van taken van algemene aard ver
richt in het kader van de functionering
van het Bondsbureau en de assistentie
van de Bondsdirecteur. Ik denk hierbij
vooral aan de enorme arbeid die na de
oorlog bij de wederopbouw van het be
drijf en het Bondsapparaat moest wor
den verricht. U was voor de heer Bos
man in die moeilijke jaren een krach
tige steun. Uw aandeel in de voorbe
reiding van het naoorlogse reglemen
taire stelsel was groot.
Ik zou zo wel kunnen doorgaan, maar
ik wil niet vervallen in een eindeloze,
droge opsomming van functies. Het
grote aantal taken is echter demonstra
tief voor uw persoon: geen werk is U
te veel, geen probleem is U te zwaar.
Het beeld dat men van U krijgt in de
persoonlijke contacten is dat van ie
mand die duidelijk formuleer!:, die zijn
standpunt snel en gemotiveerd weet te
bepalen, die een grote eruditie paart
aan warm menselijk gevoel, die een
scherp juridisch inzicht heeft, iets waar
van U bij de Bondsarbitrage veel nut
hebt gehad. Sommigen vinden, dat U
wel eens te snel klaar staat met uw
conclusies. Goed, dat is mogelijk een
défaut de vos qualités, maar ik vind
bovendien, dat U als mens er recht op
hebt ook nog een enkele tekortkoming
te bezitten.
Persoonlijke titel
Mijnheer Hagenberg, U hebt in uw
lange loopbaan bij de Bond veel be
langrijk werk verricht. De waardering
hiervoor is door het Hoofdbestuur tot
uiting gebracht door U eerst te benoe
men tot adjunct-directeur en U later de
persoonlijke titel van directeur te ver
lenen. Ongetwijfeld zult U deze waar
dering op prijs hebben gesteld. Maar
het moet daarnaast voor U een grote
voldoening zijn, dat U in dit bedrijf zeer
veel vrienden hebt gemaakt en dat tal
lozen U dankbaar zijn voor de nuttige
adviezen die U hebt verstrekt. En trou
wens niet alleen in dit bedrijf, maar ook
daarbuiten bent U een zeer gewaar-
11