Geslaagde deelnemers
operateursexamen 1974
Operateursopleiding gewijzigd
COMMISSIE VAN GESCHILLEN
Arbitraal vonnis
Op 11 december 1974 zijn in Amsterdam de jaarlijkse ope
rateursexamens afgenomen. Er meldden zich in totaal 34
candidaten, waarvan 26 ter verkrijging van het Praktijk Cer
tificaat, 6 voor het examen in één of meer vakken ter ver
krijging van het diploma A of B en 2 candidaten die uitslui
tend geëxamineerd wilden worden voor het onderdeel brand
beveiligingsvoorschriften. Er zijn 23 candidaten geslaagd of
gedeeltelijk geslaagd, waardoor 13 Praktijk Certificaten
konden worden uitgereikt, twee diploma's-A en één diploma-
B.
Aan zes candidaten, die wel slaagden, kon het Certificaat
nog niet worden afgegeven als gevolg van te weinig prak
tij kuren.
Gelet op het geringe aantal operateurs dat na de voltooiing
van het eerste gedeelte van de schriftelijke opleidingscursus
doorgaat met het tweede deel (onderwerpen: lichttechniek,
electrotechniek en versterkertechniek), heeft het Bestuur
van de Stichting Instituut voor Opleiding van Technisch
bioscooppersoneel enige tijd geleden om economische rede
nen moeten besluiten het cursussysteem te vereenvoudigen.
Deze vereenvoudiging komt erop neer, dat de periodieke
toezending van lessen c.q. de correctie van ingezonden
werk, ophoudt na het eerste deel (Praktijk Certificaat).
Het resterende deel van de cursus kan vervolgens uitslui
tend voor zelfstudie-doeleinden worden betrokken en wel zo
lang de voorraad lesmateriaal nog strekt. Verdere informa
tie omtrent de meest efficiënte wijze van bestudering van
dat gedeelte van de cursus, zal van geval tot geval gaar
ne door het secretariaat van het opleidingsinstituut worden
verstrekt. Uiteraard zijn de studiekosten door deze verande
ring aanzienlijk lager geworden.
De operateursexamens blijven vooralsnog ongewijzigd, met
dien verstande, dat evenals voorheen in alle bestaande vak
ken zal worden geëxamineerd, teneinde het diploma-A of
-B te kunnen behalen.
Een scène uit de film ,,Kind van de zon" van René van Nie
(Burgwalfilms). De film ging op 24 februari in première in
een speciale avondvoortelling in het Amsterdamse Calyp
so-theater. De première werd bijgewoond door H.M. Konin
gin Juliana, alsmede vele andere prominenten, waaronder de
Bondsvoorzitter, de heer J. Nijland.
Feestdagen
Ter vermijding van moeilijkheden bij het filmtransport rond
Koninginnedag, Hemelvaartsdag, Kerstmis en Nieuwjaar, op
welke dagen geen films kunnen worden vervoerd, heeft het
Hoofdbestuur de vertoningsweken in kwestie voor dit jaar
als volgt gewijzigd:
donderdag 24 april tot en met donderdag 1 mei (8 dagen)
vrijdag 2 mei tot en met dinsdag 6 mei (5 dagen)
woensdag 7 mei tot en met woensdag 14 mei (8 dagen)
donderdag 18 december tot en met dinsdag 23 december
(6 dagen)
woensdag 24 december tot en met dinsdag 30 december
(7 dagen)
woensdag 31 december to" en mei woensdag 7 januari 1976
(S dagen).
De Commissie van Geschillen (Derde Kamer) van de Nederlandse
Bioscoopbond heeft het volgend
gewezen inzake:
B.V. Cinétol, exploiterende Cinétol te Amsterdam, en kantoorhou-
dende aldaar aan de Jacob Obrechtstraat 65, eiseres,
CONTRA
Cinema International Corporation (Netherlands) B.V., gevestigd te
Amsterdam en kantoorhoudende aldaar aan de Rijswijkstraat 175,
gedaagde.
De Commissie van Geschillen (Derde Kamer) van de Nederlandse
Bioscoopbond, volgens de Statuten en het Arbitragereglement van
die Bond benoemd en aangewezen als arbitragecollege voor de
beslechting van geschillen tussen leden van de Bond onderling;
IN AANMERKING NEMENDE:
dat eiseres bij request dd. 19 december 1974 een geschil contra
gedaagde heeft aanhangig gemaakt, van welk request een afschrift
aan dit vonnis is gehecht en hetwelk beschouwd wordt als hier
te zijn ingelast;
dat de Commissie partijen tijdig heeft opgeroepen tot haar zitting,
gehouden op donderdag 16 januari 1975 op het Bondsbureau te
Amsterdam;
dat aldaar verschenen zijn de heer C. A. Koppies, directeur van
eiseres, enerzijds, en de heer P. Silvius, directeur van gedaagde,
vergezeld van de heer M. van Praag, booker, anderzijds;
dat de heer C. A. Koppies namens eiseres in hoofdzaak heeft ver
klaard, dat er naar haar mening een overeenkomst tussen partijen
is op grond van het telefoongesprek in november 1974 met de heer
M. van Praag; dat tijdens dat gesprek nog geen datum kon worden
genoemd en dat over de condities niet is gesproken, doch dat deze
altijd correct door de heer Van Praag worden geregeld; dat het
ontbreken van een contract niet eiseres kan worden verweten; dat
eiseres mocht veronderstellen, dat ingeval de directie van gedaag
de niet akkoord was, gedaagde haar dit zou hebben bericht; dat
Cinétol haast niet aan films kan komen, omdat alle films geblok
keerd worden; dat nu de film „Once upon a time in the West" na
zoveel weken Rialto Theater opnieuw ten behoeve van dit theater
is geblokkeerd;
dat de heer P. Silvius namens gedaagde in hoofdzaak heeft ver
klaard, dat het Rialto Theater de film „Once upon a time in the
West" op grond van het ruimschoots behaalde prolongatiecijfer
had moeten prolongeren, doch voor de film „Airport", eveneens een
film van gedaagde, een vaste Kerstdatum had; dat gedaagde zich
hieraan moest houden, gezien het feit, dat voor vertoning in het
16