CANNES 1975
bijvoorbeeld door co-produkties worden verbeterd en na
tuurlijk ook door export. Aan dit laatste wordt dan ook te
recht steeds meer aandacht besteed.
Het Hoofdbestuur van de Nederlandse Bioscoopbond is
voor wat dit betreft niet achtergebleven. Het heeft sedert
1973 in nauwe samenwerking met anderen daadwerkelijke
steun verleend aan plannen tot collectieve exportbevorde
ringen.
Uiteraard is dit klein begonnen met een bescheiden plaats
op de befaamde internationale Filmmarkt van Cannes en
het sonderen van de mogelijkheden elders. Maar zoals U nu
kunt zien, worden de zaken al grondig aangepakt, nadat in
de afgelopen twee jaren is gebleken, dat de pogingen
succes beginnen op te leveren. Er zijn direct of indirect
via de Nederlandse representatie in Cannes of elders, inter
nationale transacties tot stand gekomen. Ik kan dit helaas
nog niet in sprekende getallen qua opbrengsten tot uit
drukking brengen en moet volstaan met de vermelding dat
in 1973 en 1974 zeker een tiental hoofdfilms en een aantal
korte films naar het buitenland zijn verkocht, terwijl de za
kelijke contacten met andere landen ten opzichte van de
voorgaande jaren sterk zijn verbeterd, vooral op het indivi
duele vlak. Men begint Nederland ook als filmland te ken
nen. Dit is een groeiproces, waarbij mijns inziens de com
missie die ons heeft uitgenodigd belangrijk werk voor de
Nederlandse film verricht.
Dit jaar is ons land eindelijk weer eens tot de programme
ring van het Internationale Filmfestival van Cannes door
gedrongen zoals U hebt gehoord, met de film „Mariken
van Nieumeghen", hetgeen een verheugende en eervolle
zaak kan worden genoemd, die het functioneren van de
Nederlandse stand in Cannes zeker ten goede zal komen.
Daarnaast zal er op 15 mei nog een Nederlandse manifes
tatie in Cannes zijn waarover U in de persmap nadere bij
zonderheden zult aantreffen.
De officiële inzending naar de Filmmarkt 1975 zal bestaan
uit een tiental korte films en vijf speelfilms, te weten:
„Mariken van Nieumeghen", „Kind van de zon", „Alicia",
„Mijn nachten met Susan en vele anderen" en „Rooie Sien".
Helaas is de film „Keetje Tippel" op het laatste moment om
zakelijke redenen door de producent teruggenomen, het
geen door de organisatoren uiteraard wordt betreurd.
Het Hoofdbestuur volgt de produktie- en andere ontwikke
lingen met grote belangstelling en zal deze, voorzover dat in
zijn vermogen ligt, zeker blijven steunen en stimuleren. Het
vertrouwt er daarbij op, dat de overheid dit eveneens zal
doen.
En met deze korte inleiding, dames en heren, meen ik al
thans voorlopig aan het verzoek van de organisatie-com
missie te hebben voidaan, zodat ik zou willen besluiten haar
dank te zeggen voor haar vele activiteiten gekoppeld aan
mijn beste wensen voor het welslagen van haar komende
operaties aan de Franse zuidkust, waarvan velen onder U,
naar ik veronderstel, ook dit jaar voor een deel getuige
kunnen zijn.
De heer J. Nijland en Mr. R. Hotke
De Nederlandse activiteiten tijdens het filmfestival en de
filmmarkt Cannes 1975 (9 - 23 mei) waren ditmaal belang
rijk uitgebreider dan voorheen en zijn bij velen zeer in de
smaak gevallen, letterlijk zowel als figuurlijk.
Ons land is er dit jaar voor het eerst in geslaagd met een
hoofdfilm in het officiële festivalprogramma van Cannes te
figureren en wel met „Mariken van Nieumeghen", een pro
duktie van Rob du Mée Parkfilm B.V. en Jos Stelling, welke
laatste tevens de regie voerde. De film werd in het begin
van het festival vertoond en wel op zondag 11 mei en is
over het algemeen goed ontvangen. Weliswaar kwam er
geen bekroning uit de bus, maar het „en compétition" zijn
is in Cannes ongetwijfeld een eervolle zaak en drukt duide
lijk zijn stempel op de overige activiteiten.
Door de medewerking van de Afdeling Film van het Mini
sterie van C.R.M, was het mogelijk gemaakt om de in de
Verenigde Staten verblijvende hoofdrolspelers van de film,
Ronnie Montagne en Sander Bais, naar Cannes te laten
komen, waar zij samen met de producent, de regisseur en
een aantal crew-leden de Nederlandse filmproduktie als het
ware representeerden. (Zie omciagïoto).
Een tweede bijzondere gebeurtenis vormde de Nederlandse
ontvangst in het plaatselijke restaurant „Les Allées", ge
volgd door een ruim 12 uur durende non-stop-vertoning van
Nederlandse korte en lange films in de bioscoop „Le
Royal".
De Nederlandse ontvangst waarbij uit ons land geïmpor
teerde spijzen en dranken gecombineerd met typisch Franse
gerechten genuttigd konden worden, had een bijzonder ge
animeerd verloop en werd speciaal door de talrijke in
Cannes aanwezige Nederlanders op prijs gesteld. Via het
Nationaal Bureau voor Toerisme te Parijs waren een tweetal
kaasmeisjes in klederdracht ter beschikking gesteld, die de
couleur locale nog wisten te verhogen. Door de veelheid van
activiteiten die te Cannes worden ontplooid, kon de inter
nationale filmpers slechts in beperkte mate aanwezig zijn.
De non-stop-filmvertoning in de bioscoop „Le Royal" werd
geopend met de vertoning van de hoofdfilm „Rufus" die
kort tevoren in Nederland zijn première had beleefd. In het
voorprogramma werd een zeer geslaagde korte film ver
toond over monumenten. Vervolgens werd een gevarieerd
programma van tweemaal anderhalf uur gebracht. In deze
programma's waren korte speelfilms van de laatste jaren
opgenomen, afgewisseld met films in het kader van het