exploitatie. Het is daarom uit een oog
punt van algemeen bedrijfsbelang es
sentieel, dat met de primaire rol van
de bisocoop in de filmhandel te allen
tijde rekening wordt gehouden. Het is
mede van het allergrootste belang tij
dens de exploitatie van een film in de
bioscopen een doorkruising met tele
visie- of video-uitzendingen van die
film te voorkomen. Een desbetreffende
protectie van licentierechten is in ver
band hiermede een eerste vereiste.
Het Hoofdbestuur heeft daarop de li
centiehouders in ons land herhaalde
lijk geattendeerd. Bij de afsluiting van
licentiecontracten zal hierop terdege
moeten worden gelet, omdat de door
kruising waarvan ik sprak, voor allen
in onze bedrijfstak: bioscoopexploitan
ten, filmverhuurders en filmproducen
ten, schadelijk is.
Filmkeuring
Dames en heren, een aangelegenheid
die ons allen uiteraard raakt, is de
filmkeuring. De pogingen om het wet
telijke systeem te wijzigen strekken
zich over een zo groot aantal jaren uit,
dat de situatie volkomen ondoorzichtig
dreigt te worden. Er zijn al enige jaren
bij de Kamer twee wetsontwerpen tot
wijziging van de Bioscoopwet in behan
deling. U moet zich vooral niet voor
stellen, dat hier sprake zou zijn van
een continue behandeling. Er is eerder
sprake van een wedloop met hinder
nissen, maar dan wel een wedloop tus
sen schildpadden. Nog even en wij
kunnen het eerste lustrum vieren van
het bestaan der wetsontwerpen. Ons
principiële standpunt, namelijk afschaf
fing van de filmkeuring voor volwas
senen, is bekend. Wij zijn echter weinig
geporteerd voor een afschaffing, in
dien de justitie en de burgemeester de
plaats van de filmkeuring gaan in
nemen. Door de functionering van de
Bioscoopwet vindt een ingrijpen van
de justitie en de burgemeester thans
niet plaats. Bij afschaffing van de film
keuring voor volwassenen zal een der
gelijk ingrijpen wel mogelijk worden.
Men zal ons kunnen voorhouden, dat
een permanent systeem van filmkeu
ring heel wat anders is dan een inci
denteel ingrijpen van de kant van jus
titie of de burgemeester. Ook zal men
kunnen aanvoeren, dat het met een
dergelijk ingrijpen wel niet zo'n vaart
zal lopen. Toch meen ik, dat mede ge
let op ontwikkelingen in het buitenland
en in aanmerking genomen de golfbe
wegingen die zich met betrekking tot
de zedelijkheidsnormen plegen voor te
doen, een ingrijpen als vorenbedoeld
niet uitgesloten moet worden geacht.
Wanneer wij bovendien constateren,
dat de Minister van Justitie een her
ziening van de zedelijkheidswetgeving
allesbehalve urgent oordeelt, ook al
omdat hij weinig voelt voor een ver
soepeling op dit terrein, dan zal men
het ons niet kwalijk kunnen nemen, dat
wij een gevoel van ongerustheid heb
ben omtrent het beleid van justitie na
afschaffing van de filmkeuring. Dat ge
voel wordt er niet minder op, wanneer
wij in aanmerking nemen, dat de cine
matografie gedurende haar gehele be
staan bij uitzondering is bevoegd. Naar
mijn mening zijn wij niet gebaat met
een afschaffing van de filmkeuring, in
dien de bedrijfsgenoten onder dreiging
van overheidsingrijpen mogelijk films
niet zullen gaan uitbrengen. Afschaf
fing van de filmkeuring voor volwas
senen? Akkoord, maar dan wel een
reële afschaffing. Daarom vinden wij,
dat een zodanige afschaffing gepaard
moet gaan met een herziening van de
zedelijkheidswetgeving. Het rapport
van de staatscommissie in kwestie, dat
in de loop van 1973 is verschenen,
biedt in dit opzicht uitstekende oplos
singen. Voorts menen wij, dat met de
filmkeuring ook de mogelijkheid van
ingrijpen van de burgemeester over
eenkomstig artikel 221 der Gemeente
wet moet verdwijnen. Alle bezwaren
daartegen op grond van de eigen iden
titeit van de gemeente kunnen in 1975
rnet een televisie die niet voor de ge
meentegrens stilstaat en met een ge
motoriseerd vervoer dat afstanden
doet vervagen, niet meer als realistisch
worden aangemerkt.
Kunstzinnige films
Uit ons jaarverslag zuit U hebben be
grepen, dat ons verzoek aan de Minis
ter van Cultuur, Recreatie en Maat
schappelijk Werk om een subsidie te
verlenen ten behoeve van het Fonds
Kunstzinnige Films nog steeds niet is
afgedaan. Ik kan mij best indenken, dat
C.R.M, met ons verzoek een beetje in
de maag zit. Er zijn namelijk ook ande
ren die op het terrein van de kunst
zinnige film activiteiten ontplooien en
daarvoor de steun zouden willen heb
ben van de overheid. Mogelijk kan
C.R.M, daarvan de financiële conse
quenties moeilijk overzien en hangt de
trage behandeling van ons verzoek
daarmede samen. Wij hebben evenwel
de indruk, dat er ook andere overwe
gingen een rol spelen, politieke over
wegingen met name, omdat de sub
sidiëring van de import en vertoning
van kunstzinnige films politiek gezien
gemakkelijker ligt ten aanzien van een
kunststichting, een filmliga en derge
lijke dan ten aanzien van ondernemin
gen. De opzet van ons fonds is echter
zodanig, dat de subsidie niet de onder
nemers ten goede kan komen, doch ten
hoogste een stukje risico kan weg
nemen. Het zou erg jammer zijn, in
dien op grond van politieke overwe
gingen de verspreiding van de cultuur
zou worden belemmerd. Dat geldt in
het bijzonder de verspreiding via de
bioscoop, die nu eenmaal de mogelijk
heid insluit een zo groot mogelijk pu
bliek te bereiken. Het fonds is intussen