OPDRACHTFILM 1975
Mr. C. van Veen
Op 28 augustus 1975 is voor de derde maal in successie in
het Philips Ontspannings Centrum te Eindhoven de jaarlijk
se manifestatie met bedrijfsfilms gehouden, onder de titel
„Opdrachtfilms 1975". Tijdens deze manifestatie pleegt door
de Selectiecommissie, daartoe aangewezen door de Raad
van Nederlandse Werkgeversverbonden, een keuze uit het
aanbod te worden gemaakt voor inzending naar het jaar
lijkse Internationale Industriële Filmfestival. Dit jaar zal dit
festival plaatsvinden in Montreux, en wel van 27 t/m 31 ok
tober 1975.
De manifestatie, die ook ditmaal werd georganiseerd door
de Stichting Audiovisuele Manifestaties, waarin vertegen
woordigers uit het bedrijfsleven samenwerken met gedele
geerden van onze Bedrijfsafdeling Filmproduktie, werd in
geleid door de Voorzitter van de Stichting, Mr. P. Y. Hon-
dius, en geopend door Mr. C. van Veen, Voorzitter van de
Raad van Nederlandse Werkgeversverbonden.
In zijn openingstoespraak merkte Mr. Van Veen o.a. op:
„Zoals voor het meeste werk geldt: alleen de vakman be
schikt over de hulpmiddelen, de kennis en ervaring om
een kwaliteitsproduct te leveren. Dat geldt ook op het ter
rein van de opdrachtfilm. De vorm van een boodschap
moet afgestemd zijn op het publiek dat men wil bereiken.
Alleen dan is het beoogde doel te realiseren.
Er zijn veel goede filmers in Nederland. Dat blijkt uit het
relatief grote aantal prijzen dat met een beperkt aantal in
zendingen in de wacht wordt gesleept in een uitgebreid
internationaal gezelschap. Dat beseffend, zal de opdracht
gever ook niet moeten terugschrikken voor de kosten. Vele
Nederlandse spreekwoorden getuigen voor deze stelling:
alle waar is naar zijn geld en om bij het beeld van film
en filmvertoning aan te sluiten: men kan niet voor een dub
beltje op de eerste rang zitten."
Woorden die ons uit het hart zijn gegrepen! Verder be
steedde de spreker ruime aandacht aan de discussie-film
die het V.N.O. kort geleden heeft laten maken en waar
mede op zeer succesvolle wijze is gewerkt.
Voor deze manifestatie bestond wederom grote belangstel
ling, zo groot zelfs, dat de lunch-capaciteit van 250 perso
nen al vrij spoedig was volgeboekt, zodat aan circa 100 ge
gadigden moest worden medegedeeld, dat zij desgewenst
wel de filmvoorstellingen konden bijwonen, maar niet aan
de gezamenlijke lunch konden deelnemen.
Ook het filmaanbod was bijzonder groot, zodat in de cate
gorie „buiten mededinging" enige beperkingen moesten
worden opgelegd.
Er zijn tenslotte in twee zalen 28 films gepresenteerd met
een vertoningslengte van circa tien uur in totaal. Voor de
selectie ten behoeve van genoemd internationaal festival
waren 23 films aangemeld, waaruit er, verdeeld over een
aantal categorieën, maximaal 15 films konden worden ge
kozen. Dit laatste is gebeurd en onder deze 15 films bevon
den er zich niet minder dan 12 afkomstig van leden-produ-
centen.
De „Prix d'Amsterdam", een prijs die jaarlijks wordt toe
gekend aan de hoogst gewaardeerde film uit de categorieën
van films bestemd voor een algemeen publiek, viel ten
deel aan de film „De dorst van de Rijnmond", geprodu
ceerd door Cinecentrum N.V., onder regie van Elvira Klei
nen, in opdracht van het Drinkwaterleidingbedrijf van Rot
terdam.
Ditmaal was er voor het eerst ook een door de Stichting
Audiovisuele Manifestaties ter beschikking gestelde prijs
voor de hoogst gewaardeerde film uit de categorieën van
films bestemd voor een gespecialiseerd publiek, genaamd
de ,,SAM-prijs".
Deze prijs is toegekend aan de film „Blokkenmat", gepro
duceerd door Munofilm, onder regie van Joop Burcksen en
Ruud Herblot, in opdracht van de Combinatie Dijkbouw
Oosterschelde, Burgh-Haamstede.
De prijzen werden uitgereikt aan producenten en opdracht
gevers door de Voorzitter van de Selectiecommissie, Mr.
S. P. M. Keesen, Secretaris van het Nederlands Christelijk
Werkgeversverbond. Hij merkte daarbij namens de Se
lectiecommissie op, dat het was opgevallen, dat de over
grote meerderheid van de aangeboden films direkt of indi-
rekt door de overheid in opdracht waren gegeven. Het be
drijfsleven had dit jaar duidelijk verstek laten gaan, het
geen mogelijk een van de gevolgen is van de economische
situatie in ons land of alleen maar een toevallige samen
loop va.i omstandigheden.
Tijdens de ,,Dag van de korte film" worden in een non-stop-
show in alle zalen van het Congresgebouw meer dan 150
korte Nederlandse films vertoond, variërend van korte
speelfilms en documentaires tot bedrijfsfilms en animatie
films. De manifestatie komt tot stand in een samenwerking
tussen een twintigtal organisaties op filmgebied, waaronder
de Nederlandse Bioscoopbond. De praktische organisatie
berust grotendeels bij de Rijksvoorlichtingsdienst. Ter ge
legenheid van deze ,,Dag van de korte film" verschijnt een
programmaboek dat documentatie biedt over het gehele,
uitgebreide terrein van de korte film.
19