Aanvragen voor nieuwe bioscopen van een grens van 14 jaar worden de mogelijkheden voor jeugdigen beneden die leeftijd tot het bijwonen van open bare filmvoorstellingen ten opzichte van de huidige situatie in ieder geval niet beperkt. Een zodanige beperking treedt wel op, indien er een enkele leeftijdsgrens van 16 jaar of een nog hogere leeftijd zou komen. Het ligt voor de hand, dat het beleid van de keu ringscommissie niet zal worden bepaald door de vraag wat voor jeugdigen van 14 en 15 jaar aanvaardbaar is te ach ten, doch wat voor kinderen van bijvoorbeeld 7 tot 10 jaar geschikt is te oordelen. Dat wil zeggen, dat films aan scho lieren van het voortgezet onderwijs in de leeftijd van 14 en 15 jaar zullen worden onthouden op grond van de omstan digheid, dat deze films voor kinderen uit de lagere klassen van het basisonderwijs ongeschikt worden geacht. Daarbij komt nog, dat het strijdig zou zijn met het oogmerk de mogelijkheden tot het zien van films in het openbaar te verruimen, jongeren van 14 en 15 jaar voortaan niet meer toe te laten tot openbare filmvoorstellingen van een genre films dat zij vanwege de hantering van een leeftijdsgrens van 14 jaar in de Bioscoopwet thans wel kunnen gaan zien. De groep van 14- en 15-jarigen maakt 8% van het bio scoopbezoek uit en de bezoekfrequentie van vijfmaal per jaar wordt slechts overtroffen door de categorie van 16 tot 24 jaar. De Bond heeft zich direct na de indiening van de amende menten door de heren Wiegel en De Boer met een brief tot de Tweede Kamer gewend met het dringende verzoek bij aanvaarding van één grens van 16 jaar of een hogere grens een tweede lagere grens vast te stellen. De heer Voogd bleek de opvattingen van de Bioscoopbond geheel te delen en hij besloot, nadat het amendement van de heer Wiegel betreffende één leeftijdsgrens van 16 jaar was aan genomen, een nota van wijzigingen in te dienen, waarbij een tweede grens van 12 jaar werd ingevoegd. Deze nota van wijzigingen werd eveneens door de Kamer aangenomen. Een afwijking ten opzichte van de Bioscoopwet is nog, dat de vermelding van de leeftijdsgrenzen („alle leeftijden", ,,12 jaar" of ,,16 jaar") niet alleen aan de ingang van de bioscoop moet plaatsvinden, doch ook in aankondigingen van openbare filmvoorstellingen vanwege de bioscoop ondernemer. Dit laatste is thans wel gebruikelijk, doch niet verplicht. Het achterwege laten van de vermelding is op zichzelf strafbaar. Het keuringsorgaan Het orgaan van de nieuwe Nederlandse filmkeuring zal bestaan uit een lid-voorzitter en een bij algemene maat regel van bestuur vast te stellen aantal leden. In over eenstemming met het uitgangspunt van de wet, te weten de jeugdbescherming, worden de leden van de filmkeuring benoemd en ontslagen door de Minister van Cultuur, Re creatie en Maatschappelijk Werk. Hoewel de wet dit niet met zoveel woorden bepaalt, is het de bedoeling, dat de leden van de filmkeuring door studie, opleiding of praktijk ervaring ten opzichte van jeugdproblematiek kennis en in zicht hebben verworven. Een nieuw element bij de benoe mingsprocedure bestaat hierin, dat het mogelijk is te solli citeren naar een plaats in de filmkeuring. Overgangsbepaling Wij merken op, dat krachtens overgangsbepaling de films die ingevolge de Bioscoopwet „alle leeftijden" zijn gekeurd, worden geacht aldus ook volgens de Wet op de Filmver toningen te zijn gekeurd. „14 jaar"-films volgens de Bio scoopwet worden geacht „12 jaar" volgens de nieuwe wet te zijn gekeurd. Alle overige keuringsuitslagen („18 jaar" of afkeuring) uit hoofde van de Bioscoopwet zijn bij in werkingtreding van de nieuwe wet niet meer ter zake die nende. Aldus gekeurde films kunnen immers vrijelijk aan volwassenen worden vertoond, met dien verstande, dat in het bijzonder ten aanzien van afgekeurde films rekening moet worden gehouden met een mogelijk ingrijpen van de strafrechter. Hieromtrent verwijzen wij naar onze reeds eerder gemaakte opmerkingen ter zake. Uitvoeringsmaatregelen Evenals bij de Bioscoopwet het geval was (Bioscoopbe- sluit), zullen nadere voorschriften ter uitvoering van de Wet op de Filmvertoningen bij algemene maatregel van bestuur worden vastgesteld. Het is de bedoeling van de wetgever daarbij ook weer een mogelijkheid van herkeuring te rege len. Voorschriften ten aanzien van televisie-uitzendingen In de Wet op de Filmvertoningen is tevens voorzien in eer» wijziging van de Omroepwet, hierop neerkomende, dat tele visie-uitzendingen die de uitzendende instelling ongeschikt acht voor personen jonger dan twaalf respectievelijk zes tien jaar, na 20.00 uur respectievelijk 21.00 uur zullen aan vangen: Van deze ongeschiktheid moet in de aankondiging in de programmabladen en op het televisiescherm mede deling worden gedaan. Voorzover films of gedeelten van films zullen worden uitgezonden die krachtens de Wet op de Filmvertoningen niet zijn toegelaten voor vertoning aart personen beneden de leeftijd van 12 respectievelijk 16 jaar, of die in het geheel niet aan de Nederlandse filmkeuring zijn voorgelegd, moet dat ook in die aankondiging worden vermeld. Het zal duidelijk zijn, dat het hier een bepaling van vrij blijvende aard betreft. De beoordeling omtrent het aan- vangsuur der bewuste televisie-uitzendingen wordt geheet overgelaten aan de uitzendende instelling. Wat de invloed van de ouders op het kijkpatroon van hun kinderen betreft, wij geloven niet dat men zich dienaangaande veel illusies moet maken. Inwerkingtreding De wetgever heeft in artikel 13 heel optimistisch bepaald, dat de wet in werking treedt drie maanden na de dag van haar afkondiging. Wanneer men in aanmerking neemt, dat er een geheel nieuw keuringsorgaan moet worden gefor meerd en nog allerlei uitvoeringsmaatregelen moeten wor den getroffen, dan is de gestelde termijn aan de korte kant. De wetgever zal er in ieder geval voor moeten zorgdragen, dat er geen vacuüm ontstaat ten aanzien van het keuren van films. Zij die voornemens zijn bij de Commissie Nieuwe Zaken aanvragen in te dienen om toestemming voor de exploitatie van nieuwe permanente bioscopen zul len er goed aan doen, tevoren bij het secretariaat de nodige invulformulieren aan te vragen. Behalve het al jaren gebezigde aanvraagformulier heeft de Com missie thans ook in gebruik genomen een formulier met voorbeeld voor het indienen van exploitatie- begrotingen. Daardoor wordt een uniformiteit bereikt, welke ertoe leidt, dat de begrotingen een beter in zicht geven dan voorheen. Deze formulieren bespa ren de aanvragers bovendien veel werk. Daarnaast zij eraan herinnerd, dat bij de aanvragen eveneens een ingevuld vragenformulier, behorende bij de bouw tekeningen, moet worden ingezonden. Ook dit for mulier met desbetreffende toelichting is bij het secre tariaat van de Commissie Nieuwe Zaken verkrijgbaar.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1975 | | pagina 9