Enkele persstemmen
HARTROEREND! SENSATIONEEL! HUMORISTISCH!
Onder deze al in de beginjaren van de
film door de filmpioniers gebezigde
reclame-,.uitingen" bracht het Neder
lands Filmmuseum tijdens de Filmweek
Arnhem 1975 in en in samenwerking
met het Gemeentemuseum Arnhem een
tentoonstelling van affiches en enige
andere zaken uit het verre verleden
van de film, alsmede vertoningen van
korte films, onder andere de zoge
naamde primitieven, uit die allereerste
tijd (1895-1915).
Van een aantal van deze films waren
ook de toentertijd ontworpen film
affiches op deze tentoonstelling te zien.
Een kostelijke vergelijking van sfeer
volle reclameaffichcs met clcze hart
roerende, sensationele en humoris
tische films uit Amerika, Frankrijk,
Italië, Denemarken, Engeland en Duits
land werd hierdoor mogelijk.
Ter gelegenheid van het tachtigjarige
jubileum van de film waren in de film
programma's óók opgenomen de ver
toningen van de allereerste Lumicre-
films en de handgekeurde films van
Georges Méliès, terwijl in de tentoon
stelling originele voorbeelden te zien
waren van de voorlopers van de cine-
matograaf (het zoeken naar het be-
wegingseffekt), namelijk:
de Phénakistiscope van Plateau 1832
de Zoötrope van Horner 183-1
de Praxinoscope van Reynaud 1879
en enige zeer oude filmcamera's.
Het programma van de filmvoorstellin
gen in het Arnhems Museum vanaf 25
september 1975 t'm 19 oktober 1975:
Vier Lumière-filmpjes (1895), name
lijk:
repas de bébé
sortie usine Lumière Lyon
entree d'un train Ciotat
I'arroseur arrosé
Arthème operateur (Frankrijk, 1913)
Patachon verliefd op een verfster
(Italië, 1913)
Kerstfeest bij den sheriff (U.S.A.,
1912)
Voyage a travers l'impossible
(Georges Méliès, 1904)
Un locataire diabolique (Georges
Méliès, 1908)
Cunegonde doet aan spiritisme
(Frankrijk, 1913)
Patachon imiteert Pégoud (Italië,
1914)
Absinth (U.S.A., 1913)
De juwelen van Mejuffrouw Norton
(Engeland, 1912)
Poste restante: smachtend verlan
gen (Denemarken, 1914)
De zwarte domino (Denemarken,
1910)
De moderne keukenmeid (Duitsland,
1914)
Calino ontdekt waterbronnen
(Frankrijk, 1913)
De tentoonstelling werd bezocht door
7.500 personen die voor een groot
deel ook gebruik maakten van de mo
gelijkheid een aantal van de genoemde
films te zien.
C. B. Doolaard (Het Parool, 29 septem
ber 1975)
Een dolle boel wil het op deze Film
week nog niet worden. De al dan niet
aangekondigde regisseurs laten ver
stek gaan en de filmsterren flonkeren
hoogstens van het doek. De belang
stelling van het publiek is in de eerste
helft van de Filmweek ook maar lang
zaam opgelopen, al viel dat tijdens het
weekeinde mooi mee. Maar wat Arnhem
voor een dergelijk filmgebeuren rond
het Rembrandt Theater vooral mist, is
sféér en een duidelijk verzamelpunt
waar men elkaar tussen de films kan
treffen.
Maar, voorspelt men bij de persdienst,
de laatste drie dagen zullen veel bon
ter worden. Ik help het ze hopen want
wat er over het doek gaat is tot nu toe
echt de moeite waard.
C. B. Doolaard (Het Parool, 2 oktober
1975)
De Arnhemse Filmweek had niet alleen
een stevig programma, maar heeft het
ook goed gedaan bij het publiek. Luxe,
dat moeilijke films vaak zonder Neder
landse ondertitels vertoonde, tussen
ook wel te lieve films, is gemiddeld
voor 70 procent bezet geweest.
Aan veel nuttigs in de marge, zoals een
internationale conferentie over het wel
en wee van het vertonen van de korte
film, heb ik geen aandacht kunnen be
steden, maar er lijken wel resultaten
geboekt die de internationale uitwis
seling van dat zorgenkind kunnen ver
beteren. Ook door de sterke retrospec
tieven, o.m. gewijd aan filmers als Sid-
ney Pollack, Roman Polanski en Eric
Rohmer is Arnhem ditmaal sterker voor
de dag gekomen dan je gewend was.
Fred van Doorn (Haagse Post, 8 okto
ber 1975)
Veel van de „vaste" items zijn in de
loop der jaren weggevallen, zoals de
vermakelijkheidsbelasting, de film
keuring, het eeuwige pogen een natio
nale filmindustrie op poten te zetten
en de Staatsprijs voor de Filmkunst.
Ook geestige onder Jelen als het on
derling geruzie van filmcritici over wie
18