nu wel of niet een prijs moest hebben of het feit dat iedere filmverhuurder minstens één film in het hoofdprogram ma moest hebben (waardoor er altijd een matig programma met volstrekt overbodige films ontstond), zijn ver dwenen. Er zijn geen prijzen meer en ook Arnhem heeft geleerd uit de lessen van andere filmfestivals. Ik kan me nog herinneren hoe filmcriticus Ab van leperen vier jaar geleden, toen er weer eens flink geruzied was over Arnhem, opmerkte: ,,Ze moeten er eerst een festival van maken en dan weggaan uit Arnhem." Dat eerste is intussen ge beurd. Gemodelleerd naar het voor beeld van Cannes en Berlijn is er een overdaad aan filmaanbod gekomen, zo'n dertig films in totaal, waarvan eenderde in het grote Rembrandt Theater en de rest in het kleinere Luxe. Verder in andere bioscopen retrospec tieven van het werk van regisseurs met de letter P: Polanski, Peckinpah en Pollack, overzicht van en discussies over de Franse cineast Eric Rohmer, activiteiten van Filminstituut en Film museum en het zogenaamde „Open Doek", twaalf uur lang non-stop korte films van eigen bodem. Pieter van Lierop (Utrechts Nieuws blad, 10 oktober 1975) Zo. De Filmweek Arnhem zit er ook weer op, maar enig nabeschouwen is er nog wel op zijn plaats. Arnhem al dan niet geslaagd noemen hangt af van de hoek waaruit je terugblikt naar deze tiende tweejaarlijkse manifestatie. La ten we omwille van 'n persoonlijke her innering aan zeven uiterst gezellige dagen beginnen met grote waardering uit te spreken voor de voortreffelijke programmering. Vooral wat Hans Saal- tink had bijeengegaard voor het Luxe programma was van een hoogstaand en belangwekkend niveau. Wat de grote Rembrandt-zaal te bieden had, was in zoverre onberispelijk dat het ging om merendeels uitgesproken bioscoopfilms, gemaakt met onontken- baar vakmanschap, maar van het kali ber dat het ook zonder dit festival wel gebracht zou hebben tot publiek suc ces. Voor hetzelfde geld had men ech ter 'n even plausibel pakket kunnen samenstellen van andere attracties uit het komende seizoen. Dat geeft ook niet, aangezien het A-programma het restant is van de vroegere Filmweek- opzet als prestige-feest van de Ne derlandse Bioscoopbond; gewoon be doeld om extra stimulans te geven aan de publiciteit die filmverhuurders voor hun komende kasstukken hopen te krijgen. Vroeger bestond Arnhem uit niets anders dan dat, maar vier jaar geleden is daar onder druk van de filmpers verandering in gekomen. De selectiecommissie voor het A- pro gramma is een onafhankelijk opere rend lichaam, in zoverre dat men een vrije keuze kan maken uit wat de dis tributeurs hebben aan te bieden. Het toeval van onevenredige vertegen woordiging, wat er bij zuivere selectie op enkel kwaliteit in zit, heeft zich niet voorgedaan: iedereen gelukkig. Het B-programma in Luxe werd door Hans Saaltink op zijn eentje samenge steld op basis van wat hij tijdens zijn strooptochten langs de grote Europese festivals de moeite waard gevonden had naar Nederland te brengen, om dat het gaat om artistiek of intentio neel bijzondere films. Voor het meren deel werk waar in Nederland onder de importeurs geen gegadigden voor te vinden waren. Het ging daar dus om veelal unieke voorstellingen, zelfs let terlijk uniek, want dat is een be zwaar terwijl films uit de A-serie al lemaal minstens twee voorstellingen beschoren waren, kwam het meest in teressante materiaal niet verder dan een vertoning in dé" kleine zaal. leder bezoek aan de A-serie betekende dus het missen van een film die waarschijn lijk nooit meer kan worden ingehaald. Fred Raadman (Gooi- en Eemlander, 3 oktober 1975) Er klonken deze keer ook weinig kri tische geluiden ten aanzien van de programmering, die naast de onver mijdelijke tegenvallers een grote ver scheidenheid aan kijkgenot verzekerde. Het hoofdprogramma van het grote Rembrandt Theater had misschien wat meer gewicht mogen hebben, maar de cinefielen kwamen in het kleinere Luxe beter dan ooit aan hun trekken: daar verwerkten de projectors een goede doorsnee van wat op dit moment inter nationaal aan de gang en van belang is. Daarnaast bood Arnhem allerlei rand- activiteiten, waarvan het jeugdfestival ook niet was weg te cijferen: zo'n twaalfduizend kinderen kregen in de loop van de week in theaters of op school voorstellingen, waarvoor een aantal genres en stijlen op het gebied van de kinder- en jeugdfilm op een rij werd gezet. Het vertoonde bestreek ook inhoudelijk een breed vlak: naast amusement films, die sociale problemen aansneden. Wat ditmaal teleurstelde, was het voor de sfeer van een festival erg belangrijk buitenlands bezoek: regisseurs, ac teurs, actrices, schrijvers. Hun aantal was op de vingers van één hand te tellen en daarbij nauwelijks namen, die het publiek iets te zeggen hadden. Tjitte de Vries (Het Vrije Volk, 3 okto ber 1975) Het Rotterdamse alternatieve festival „Film International" zal volgend jaar stevig moeten aanpaken, want de Film week Arnhem is een uitdaging ge weest, door vertoning van films als „Hustruer" (Vrouwen) uit Noorwegen, „Les ordres" uit Canada, „Primate" uit de V.S. en „Mr. Brown" uit Frankrijk. Je kunt de zaken ook omdraaien en zeggen, dat het zeer waarschijnlijk dank zij Film International is, dat het Anrhem- se festival, een aangelegenheid van het Nederlandse film- en bioscoopbedrijf, dit jaar een pakket films van zeer hoge kwaliteit vertoonde. Dit jaar was er ook geen sprake van knuppelende politie of van alternatief filmisch gedemonstreer. Het festival verliep uiterst rustig. Maar lang niet alle voorstellingen waren uitverkocht. Het bezoek aan de beide hoofdtheaters Rembrandt en Luxe was soms gering. Deze opmerking geldt niet voor „Open doek", een non-stop gratis vertoning van allerlei korte films, oude en gloed nieuwe, in het Saskia Theater. Deze bioscoop was doorlopend vol. De persconferentie van Johan van der Keuken 19

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1975 | | pagina 19