Nationaal Onderzoek Persmedia 1975
Leo Vromans (Arnhemse Courant, 2
oktober 1975)
TERUGBLIK OP EEN FILMWEEK MET
ECHTE FESTIVAL-ALLURE
Nu de tiende Filmweek achter de rug
is kan worden vastgesteld, dat het een
in alle opzichten volwassen manifes
tatie is geworden. Een van de meest
opvallende kanten van deze Filmweek
was wel de ongedwongen sfeer en als
gevolg daarvan de spontane deelname
van het publiek aan de verschillende
activiteiten. De bezoekcijfers hebben
weer een stijgende lijn te zien gegeven.
Dat geldt niet alleen voor de hoofd
programma's in Rembrandt en Luxe,
maar ook voor de overige theaters.
De organisatoren hebben door het in
lassen van drie feestelijke bijeenkoms
ten in de grote Rembrandtfoyer (mu
ziek, dans, spijs en drank) na enkele
voorstellingen veel gedaan aan klanten
binding en zodoende ook het feestelijk
karakter van de Filmweek onderstreept.
Maken we een heel summiere balans
op van wat er allemaal gedraaid heeft,
dan moet allereerst gezegd, dat deze
Filmweek qua afwisseling in genres het
ook gewonnen heeft van de voorgaande
keren.
Een ander aspect van de Filmweek 1975
was het grote aantal filmmakers en
acteurs uit binnen- en buitenland dat
Arnhem heeft bezocht. MacDonald Fra-
ser (scenario Royal Flash), Roeland
Kerbosch (science-fiction project met
Ton van Duinhoven op stapel), Johan
van der Keuken (regie Palestijnen),
Frans Weisz (regie Heb Medelij, Jet),
Bert Haanstra (regie Dokter Pulder),
Roger Andrieux (regie Mister Brown),
Laszlo Szabo (regie Zig Zig), Herbert
Curiël (regie Jaar van de Kreeft), en de
acteurs Bernard Menez (Pas de pro-
blème), Piet Romer, Johnny Kraaykamp,
Ronnie Bierman, Elsje de Wijn (Heb
medelij, Jet) en tenslotte de Haanstra-
cast.
We zeiden het al, de tiende Filmweek
Arnhem is volwassen geworden en
heeft de allure van een echt festival
gekregen. Op naar 1977.
Hildo Zwaan (Verenigde Noord-
Hollandse Bladen, 4 oktober 1975)
Het organisatiecentrum van de Film
week Arnhem 75 slaakte woensdag
nacht een collectieve zucht van ver
lichting. Het zit er weer op en zonder
rellen ditmaal. Pim en Wim hadden
geen Scorpio-prijs te vergeven, col
lega-filmers zaten elkaar niet (zoals
doorgaans) in de haren, publiek te
vreden, Bioscoopbond tevreden, pers
tevreden.
Kan het nog mooier? Ja, het kan nog
mooier. We kunnen ons ook een Film
week voorstellen met wat meer Grote
Premières, met wat minder dure borrel
uurtjes en wat meer harde informatie
over en van de deelnemende cineasten.
Met een wat evenwichtiger program
mering bijvoorbeeld. Detail-kritiek na
tuurlijk, de Bioscoopbond kan die
klachten wel dromen.
Maar toch... best de moeite van het
overwegen weer eens waard. En
dan zwijgen we liever over de vraag
of onze eigen Internationale Filmweek
niet beter in Amsterdam domicilie zou
kunnen kiezen. Want daar schop je de
Arnhemmers mee tegen de schenen...
De politieke film ligt momenteel best
in de markt. In Arnhem waren een paar
uitstekende voorbeelden van dat genre
te zien.
Nog enige korte karakteristieken tot
slot:
Ellen Waller (NRC Handelsblad, 2 ok
tober 1975)
Een geslaagde Filmweek Arnhem, met
een veelzijdig, goed doordacht pro
gramma, is gisteravond gesloten.
J. A. Frenkel (Haagsche Courant, 2 ok
tober 1975)
De Tiende Filmweek is weer achter de
rug, met minder prominenten, maar
meer toeschouwers dan twee jaar ge
leden.
Gisteravond een luid toegejuicht slot
van deze manifestatie, die een hoog
gemiddelde scoorde.
Kees Mijnten (Graafschapbode, 4 ok
tober 1975)
Het is voor Oost Gelderland haast
niet te vatten dat het tweejaarlijks vlak
naast de deur een indrukwekkend film
feest mee kan maken: de Internationale
Filmweek Arnhem. Een onuitputtelijke
reeks film, die nog niet eerder of an
ders nooit te zien is met een rijke
schakering aan kwaliteiten en genres.
De tiende zit er inmiddels op en kende
naast enkele fraaie uitschieters tradi
tiegetrouw ook absolute dieptepunten.
Charles Boost (Groene Amsterdammer,
8 oktober 1975)
Er was tijdens de Filmweek Arnhem
een reeks uitzonderlijke films te zien
die het bestaansrecht van dit beschei
den, tweejaarlijkse Festival ten volle
rechtvaardigde. Dit slaat in de eerste
plaats op de films die hoogstwaar
schijnlijk de bioscoop niet zullen halen.
Andere journalisten, onder wie B. J.
Bertina (De Volkskrant), H. ten Berge
(De Telegraaf), W. Wielek-Berg (Trouw),
C. Wallagh (Algemeen Dagbad), Otto
Milo (Het Binnenhof), Leo Nouwen
(Brabantpers), TorrrSmeets (De Gel
derlander) en W. K. van Loon (De
Nieuwe Krant), hebben tijdens de Film
week wel veel tot zeer veel aandacht
aan het filmgebeuren besteed, maar
zich onthouden van een totaal- of slot
conclusie.
Evenals in 1972 heeft de Nederlandse
Bioscoopbond deelgenomen aan het
Nationaal Onderzoek Persmedia. De
Stichting van die naam is opgericht op
initiatief van uitgevers van persmedia
met het doel onderzoek te entameren
naar het lezen van gedrukte media en
naar bezit en gebruiksgewoonten van
lezers van dagbladen en tijdschriften.
Het Nationaal Onderzoek Persmedia
1975 biedt als voortzetting van het
onderzoek 1972 gegevens over de na
tionaal verspreide persmedia per titel,
de regionale dagbladen als totaal en
het bioscoopbezoek. Speciaal op ons
verzoek is voorts de kruistabel van het
lezen van dagbladen en tijdschriften
enerzijds en het bioscoopbezoek an
derzijds gehandhaafd, waardoor de sa
menstelling van de bijgaande tabellen
3 en 4 mogelijk werd.
Algemene opmerkingen
De gegevens van N.O.P. 75 zijn ge
baseerd op een mondelinge enquête-
ring van bijna tienduizend vrouwen en
mannen van 13 jaar en ouder. Het
onderzoek vond plaats in 706 Neder
landse gemeenten in de periode van
3 februari tot 31 mei 1975. De steek
proef is uiteraard na technische we
ging gezien de gecombineerde uit
gangspunten van huishoudingen en het
woningregister representatief voor
de gehele Nederlandse bevolking van
13 jaar en ouder.
De Stichting N.O.P. beschouwt (deel)
steekproeven van 75 of minder als on
voldoende representatief. Ofschoon
een zo kleine steekproef in de bijgaan
de tabellen slechts tweemaal voorkomt
(directeuren etc. A en B in Tabel 2), zijn
voor de volledigheid alle steekproef-
groottes tussen haakjes vermeld.
20