Belastingrecht in de praktijk II
Bij Tabel 5 en 6
Van alle mannen die de bioscoop be
zoeken gaat 23% een keer per week
of vaker. Bij de vrouwen bedraagt dit
percentage slechts 14%.
Als we deze groep van frequente bios
coopbezoekers een „gewicht" van 4
geven, die van de een a drie maal per
maand een gewicht van 2 en de overi
gen een gewicht van 1, betekent dit,
dat bij de mannen degenen die een
maal per maand of meer naar de bios
coop gaan verantwoordelijk zijn voor
85% van het totale bioscoopbezoek
van de mannen; bij de vrouwen is dit
75%.
Volgens een recent Amerikaans onder
zoek (Variety, 8 oktober 1975) zijn in
de U.S.A. degenen die éénmaal per
maand of vaker naar de film gaan ver
antwoordelijk voor 86% van het totale
bioscoopbezoek.
Tabel 5: Bioscoopbezoek naar frequentie: MANNEN
1975
1x per week of meer
13x per maand
minder dan 1x per maand
23%
43%
34%
100%
Tabel 6: Bioscoopbezoek naar frequentie: VROUWEN
1975
1x per week of meer
13x per maand
minder dan 1x per maand
14%
39%
47%
100%
1972
22%
46%
32%
100%
1972
14%
41%
45%
100%
Mr. J. G. Poutsma.
Hieronder volgt het tweede artikel van Mr. J. G. Poutsma,
waarin hij informatie verschaft over een aantal fiscale zaken
die in de dagelijkse praktijk van de film- en bioscooponder
nemingen van belang zijn. In dit tweede artikel wil hij achter
eenvolgens een beeld geven van:
de rechtsvorm van de onderneming, waarbij een aantal
aspecten van de B.V.-vorm bekeken zal worden;
de vervangingsreserve en de kostenegalisatiereserve,
reserves welke ten laste van de fiscale winst gevormd
kunnen worden;
afschrijving over boekwaarde;
beëindiging van de bedrijfsuitoefening, of, zoals dit in
fiscale wetten wordt genoemd, de staking van de onder
neming.
VERVROEGDE AFSCHRIJVING
Aan het in het eerste artikel geuite voornemen om de leden
van Uw Bond op de hoogde te houden van voor hen inte
ressante actualiteiten op fiscaal terrein, zal ik dadelijk een
begin van uitvoering geven.
Inmiddels heeft namelijk een verruiming plaats gevonden
van de vervroegde afschrijving:
Periode 18 november 1974 tot en met 19 februari 1975. Op
bedrijfsgebouwen buiten de Randstad kan na de ingebruik
neming van het gebouw ten hoogste 20 percent van de
aanschaffings- of voortbrengingskosten per kalenderjaar
tot een totaal van 4 percent vervroegd worden afge
schreven.
Periode 20 februari 1975 tot en met 21 april 1975. Op der
gelijke gebouwen kan vóór de ingebruikneming 20 percen:
van de eerder genoemde kosten per kalenderjaar tot
een totaal van 40 percent vervroegd worden afgeschre
ven, maar niet meer dan ter zake van de verwerving of de
verbetering van het gebouw is betaald.
Periode 22 april 1975 tot en met 21 april 1976. Op derge
lijke gebouwen kan vóór de ingebruikneming 25 percent
het eerste artikel verscheen in ,,Film" nr. 283, juni 1975.
van de eerder genoemde kosten per kalenderjaar tot
een totaal van 50 percent vervroegd worden afgeschre
ven, maar niet meer dan ter zake van de verwerving of de
verbetering van het gebouw is betaald.
Periode na 21 april 1976. Afgezien van toekomstige wijzi
gingen kan op dergelijke gebouwen vóór de ingebruikne
ming 16-/:! percent per kalenderjaar tot een totaal van
331/3 percent vervroegd worden afgeschreven, maar niet
meer dan ter zake van de verwerving of de verbetering van
het gebouw is betaald.
RECHTSVORM VAN DE ONDERNEMING
De figuur van de éénmans-onderneming, of de vennoot
schap onder firma, waarin de onderneming wordt gedreven
voor rekening en risico van één of meerdere personen, is
U allen bekend.
De winst wordt ook fiscaal genoten door de (één-
mans)ondernemer, c.q. door de vennoten en bij hem (hen)
tegen het progressieve tarief (max. 71%) van de inkom
stenbelasting belast.
Veelvuldig komt in de praktijk de vraag ter sprake of het
niet wenselijk ware de onderneming te gaan drijven in de
B.V. (Besloten Vennootschapsvorm. Voor U, die wellicht
ook wel eens peinst over de B.V.-vorm voor Uw onderne
ming zal ik een aantal aspecten van de B.V.-vorm hieronder
uiteenzetten:
1. De B.V. is ondernemer en de winsten worden belast, niet
tegen het progressieve IB tarief, doch door de vennoot
schapsbelasting (tarief VPB tussen de 45 en 48%).
Als directeur van de B.V. gaat men een salaris genieten,
welk salaris ten laste komt van de fiscale winst van de
B.V., en bij de directeur door inkomstenbelasting wordt
getroffen.
De mogelijkheid tot reservering kan op grond van het
tariefverschil tussen IB en VPB in de BV-vorm, met
name bij relatief hoge winsten aanzienlijk groter zijn
dan in die van de eenmansonderneming. Hierbij dient te
worden aangetekend dat deze reserveringsmogelijkheid
alleen interessant is als de B.V. aan de gereserveerde
middelen behoefte heeft (bijv. voor expansiefinanciering).
25