COMMISSIE VAN GESCHILLEN De Commissie van Geschillen (Tweede Kamer) van de Nederlandse Bioscoopbond heeft het volgend ARBITRAAL VONNIS gewezen inzake: D. J. Schouten Jr., exploitant van het City Theater aan de Midstraat 187 te Joure en kantoorhoudende aldaar, eiser contra Columbia Internationa! Films (Holland) B.V., gevestigd te Amsterdam en kantoor houdende aldaar aan het Achter Oosteinde 9-11, gedaagde en B.V. Astra Film Mij, onder andere exploitante van Studio A te Arnhem, en kantoor houdende aldaar aan het Willems plein 10, gedaagde in vrijwaring. De Commissie van Geschillen (Tweede Kamer) van de Nederlandse Bioscoopbond, volgens de Statuten en het Arbitragereglement van die Bond benoemd en aangewezen als arbitragecollege voor de beslechting van geschillen tussen leden van de Bond onderling; IN AANMERKING NEMENDE: dat eiser bij request dd. 27 januari 1975 een geschil contra gedaagde heeft aanhangig gemaakt, van welk request een afschrift aan dit vonnis is gehecht en hetwelk beschouwd wordt als hier te zijn ingelast; dat gedaagde bij schrijven van 25 juli 1975 een verweer schrift heeft ingediend en daarbij een vordering in vrijwa ring contra gedaagde in vrijwaring heeft ingesteld, van welk stuk een afschrift aan dit vonnis is gehecht en hetwelk be schouwd wordt als hier te zijn ingelast; dat de Commissie partijen heeft opgeroepen tot haar zit ting, gehouden op woensdag 13 augustus 1975 op het Bondsbureau te Amsterdam; dal aldaar verschenen zijn de heer D. J. Schouten Jr., eiser, en zijn echtgenote mevrouw A. Schouten-Zeldenthuis, ener zijds, en de heren P. J. N. R. Ooms en W. S. Swart, direc teur respectievelijk booker van gedaagde, en de heren R. Nassette en A. Hovenier, directeur respectievelijk technisch leider van gedaagde in vrijwaring, anderzijds; dat eiser in hoofdzaak heeft verklaard, dat hij op advies van gedaagde in januari met gedaagde in vrijwaring telefonisch contact heeft opgenomen en heeft gevraagd of deze hem schadevergoeding wilde betalen; dat dit niet het geval bleek en men verwees naar gedaagde; dat de kopie „Guns of Navarone" dinsdag, de dag vóór Kerstmis, in Joure werd ontvangen met ingesloten briefje over de slechte staat; dat die kopie zo slecht bleek, dat de film niet te draaien was, waardoor eiser zonder mogelijkheid van vooraankondi ging met de Kerstdagen van programma moest wisselen; dat het publiek bij het vernemen van de programmawijziging aan de kassa vaak heel onaangenaam heeft gereageerd; dat de post „minder buffetopbrengst" van zijn schadevordering de door hem geschatte winstderving inhoudt; dat de heer Ooms namens gedaagde in hoofdzaak heeft verklaard, dat eiser zeker schade heeft geleden en deze eiser vergoed moet worden, naar gedaagdes mening door gedaagde in vrijwaring; dat gedaagde in vrijwaring had ge meld, dat 30 meter niet kon worden vertoond; dat toen geen vervangende kopie beschikbaar bleek, gedaagde in vrijwaring zelf het stuk zou repareren en dan door de machine zou halen; dat het echter om 600 meter bleek te gaan en door de verzekering twee actes vergoed zijn; dat als gedaagde geweten had dat het om twee actes ging zij de film niet naar Joure zou hebben doen doorsturen; dat gedaagde meent van gedaagde in vrijwaring te hebben mo gen verwachten de film niet in zo een staat door te sturen; dat gedaagde alles in het werk heeft gesteld om de voor stellingen met de Kerstdagen in Joure zoveel mogelijk te redden en ,,l_awrence of Arabia" tegen een speciaal per centage heeft geleverd; dat de film ,,Guns of Navarone" in Joure met Pasen met goede resultaten is vertoond; dat de heer Nassette namens gedaagde in vrijwaring in hoofdzaak heeft verklaard, dat deze van mening is met de melding van de schade aan gedaagde tijdig het noodzake lijke te hebben gedaan en zij het niet eens is met de vorde ring in vrijwaring van gedaagde; dat teen op 19 december de film in Studio-A werd ingezet, na eerst in andere theaters in Arnhem te zijn vertoond, daar werd geconstateerd, dat een stuk van 30 meter van de laatste acte niet meer te draaien was; dat de acte overigens slecht, maar wel draai baar was; dat de schade aan gedaagde is gemeld en om een andere kopie is gevraagd, die niet beschikbaar was; dat de kopie daarom in zoverre hersteld is, dat de film ge draaid kon worden en de voorstellingen door konden gaan; dat de film met 450 meter beschadiging is doorgezonden naar Joure, met bijgevoegd briefje van de operateur dat de film beschadigd was; dat gedaagde ervan op de hoogte was dat de staat van de kopie niet goed was en deze de kopie naar haar kantoor terug had moeten laten komen voor controle; dat zij het van gedaagde onverantwoord acht dat deze dit niet heeft laten doen; dat de film tot de laatste voorstelling in Studio-A heeft gelopen; dat gedaagde in vrij waring voor het eerst op 19 december om een andere kopie heeft gevraagd; dat de heer Hovenier aan de verklaring van de heer Nas sette nog heeft toegevoegd, dat de bewuste ond. :.aibare 30 meter niet uit de kopie konden worden gemist, omdat deze de ontknoping bevatten; dat daarom om een andere kopie is gevraagd; dat toen deze niet beschikbaar was het bewuste stuk wel gedraaid moest worden en in ieder geval zo moest worden gerepareerd, dat het stuk door de ma chine kon; dat de film door het plakken zeer slecht is ge worden; OVERWEGENDE: dat eiser, gedaagde en gedaagde in vrijwaring lid zijn van de Nederlandse Bioscoopbond en dat ingevolge artikel 27 van de Statuten en artikel 1 van het Arbitrage Bondsregle ment van de Nederlandse Bioscoopbond alle geschillen tusen leden van de Bond onderling met uitsluiting van de burgerlijke rechter onderworpen zijn aan de Bondsarbitrage, zoals die is geregeld in dat reglement. dat dus de Commissie van Geschillen bevoegd is van de onderhavige geschillen kennis te nemen en daarin uitspraak te doen als arbitragecollege, welks beslissingen vatbaar zijn voor hoger beroep bij de Raad van Beroep van de Neder landse Bioscoopbond: dat eiser ter vertoning in zijn City Theater te Joure in de Kerstweek bij gedaagde de film „Guns of Navarone" had gehuurd; dat de kopie, die eiser op dinsdag 24 december ontving en die gedaagde in vrijwaring volgens instructie van gedaagde had doorgezonden weliswaar met bijgevoegde notitie 33

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1975 | | pagina 33