Een geslaagde Filmweek
De Internationale Filmweek Arnhem 1975, waaromtrent een nadere beschouwing
in dit orgaan is opgenomen, menen wij als een geslaagde manifestatie te mogen
aanmerken.
Gemeten naar het aantal bezoekers was de Filmweek bijzonder succesvol. Er
werd aan 42.500 personen toegang verleend tot de verschillende manifestaties.
Circa 19.500 personen bezochten de filmvoorstellingen die in het kader van het
festival werden gegeven. Hierin zijn niet begrepen de kinderen die het filmfestijn
voor de jeugd bezochten, hetwelk door het Verenigd Nederlands Filminstituut werd
georganiseerd. Liefst 15.500 schoolkinderen waren bij dit filmfestijn betrokken. De
historische tentoonstelling van het Nederlands Filmmuseum trok 7.500 bezoekers.
Cijfers vormen natuurlijk niet de enige maatstaf voor het welslagen van een film
festival. Zij demonstreren echter wel, dat ook buiten de zogenaamde ,,key-cities"
met hun grote bevolkingscentra een in het filmmedium geïnteresseerd publiek aan
wezig is. Relatief genomen zijn de Arnhemse uitkomsten daarom uitermate belang
wekkend te achten. Karakteristiek voor de interesse van het publiek is ongetwijfeld
aen bezettingspercentage van 65 voor de selecte filmpremières in het theater Luxe.
Daarnaast mochten de 9.000 bezoekers van de retrospectieven, gewijd aan de re
gisseurs Peckinpah, Polanski en Pollack, worden genoemd. Kennelijk werkt de
omstandigheid, dat de films van deze regisseurs welke films bepaald niet alle
maal tot het populaire genre behoren in een speciaal kader zijn gebracht, extra
stimulerend.
Een positief en zeer gewaardeerd element bestond in de voorlichting die het
publiek per vertoonde festivalfilm werd verstrekt. De deskundige tekst van deze
informatiebulletins werd verzorgd door de filmjournalist Hans Saaltink, die ook
verantwoordelijk was voor de programmering in Luxe. Hij was als programma
adviseur tevens verbonden aan de selectiecommissie voor de programmering van
het Rembrandt Theater.
Het filmweekbestuur, bijgestaan door de enthousiaste staf van het Bondsbureau,
heeft bij de organisatie en uitwerking van het festival gestreefd naar een ruim
opgezette manifestatie van het medium film, waarvan de onderdelen nochtans op
elkaar waren afgestemd. Uit de reacties kan worden afgeleid, dat het met deze
opzet succes heeft gehad.
Er blijft natuurlijk ook ten aanzien van de afgelopen Filmweek het nodige te wensen
over. Nog daargelaten, dat men het bij een dergelijk veelomvattend filmfestival
niet iedereen naar de zin kan maken, zijn er toch wel algemene aspecten die nadere
bestudering behoeven.
In het bijzonder zal moeten worden bevorderd, dat van de tijdens het festival ge-
introduceerde films meer regisseurs, spelers en andere creatieve medewerkers
aanwezig zullen zijn dan nu het geval was. Een verbetering van de situatie op dit
punt is mede door het tweejaarlijkse karakter van de manifestatie, waardoor zij ten
opzichte van de jaarlijks terugkerende festivals in een zwakkere positie staat, geen
eenvoudige zaak. Een zodanige verbetering is echter wel geboden, omdat een film
festival nu eenmaal uit een oogpunt van informatie door de komst van de bedoelde
filmmedewerkers aan betekenis en interesse wint.