Selectiecommissie Kunstzinnige Films Daarvan hadden er 120 betrekking op de accomodatie van de bioscopen (niet gerieflijk e.d.), 38 op de film- programmering en 15 op de service. Ondanks de relatief geringe hoeveel heid horeca-gelegenheden ter plaatse, blijkt ook in Apeldoorn, dat 45 van de bioscoopbezoekers na afloop van de filmvoorstelling een café of een restaurant bezoekt. Bij de regelma tige bezoekers (9 maal of vaker in 10 maanden) liep dit percentage zelfs op tot 65 Deze gegevens bevesti gen soortgelijke conclusies van het onderzoek „Publiek en bioscoop". Omgekeerd gaat 75 van het pu bliek van de Apeldoornse café's en dancings óók naar de bioscoop; liefst 45 van deze groep verklaart dat zij graag vaker naar de bioscoop zou den gaan. Slotopmerkingen In het onderzoek is gevraagd of er in Apeldoorn belangstelling bestaat voor een klein filmtheater waar bijzondere films vertoond zouden worden. Bij 61 van de ondervraagden is er wel belangstelling voor zulk een theater (waaronder zelfs van degenen die thans nooit een bioscoop bezoeken), en van dezen zou 80 er af en toe gaan en 20 zelfs vaak. In dit laatste geval gaat het om men sen die nu al vaak naar de film gaan. Deze cijfers dienen uiteraard voor zichtig gehanteerd te worden: zeg gen dat men zal gaan en ook werke lijk gaan zijn twee verschillende din gen. In dit verband is het veelbete kenend, dat de groep die vaak naar dit kleine theatertje toe zou gaan (onge veer 125 personen) toch weer in de eerste plaats... natuurfilms, en lach films blijkt te willen zien, gevolgd door Nederlandse speelfilms, jeugd films en, op een bemoedigende vijfde plaats, kunstzinnige films. Wij zijn van mening, dat het rapport „Bioscopen in Apeldoorn" een wel kome bevestiging en aanvulling is van de gegevens die uit eerder onderzoek reeds bekend waren. Het feit dat wij hierboven getracht hebben een aan tal van de uitkomsten en de conclu sies enigszins te relativeren, doet daar niets aan af. Het is op zichzelf al ver heugend dat een overheidsinstantie, in dit geval dus het Samenwerkings orgaan Oost-Veluwe, de moeite neemt de film en de bioscoop op objectieve wijze te integreren in een breder op gezet studieprogramma inzake de vrijetijdsbesteding van een regionaal begrensde bevolkingsgroep. Gezien de omvang van het bioscoopbezoek in ons land (ruim 28 miljoen bezoekers in 1975) en de culturele betekenis van een belangrijk deel van het filmaan- bod in de bioscopen, zou een derge lijke subjectieve studie d.w.z. met inschakeling van de bevolking zelf in veel plaatsen voor herhaling vatbaar zijn. Sedert de vorige publikatie in dit blad heeft de Selectie commissie Kunstzinnige Films wederom aan vier films een uitbrengsubsidie toegekend. Het gaat hierbij om de films „Woman under the influence" van John Cassavetes, met Gena Rowlands en Peter Falk (City Filmverhuur); ,,Mutter Küsters Fahrt zum Himmel" van Rainer Werner Fassbinder en „Hustruer' van de Noorse regisseuse Anja Breien (beide van Cupido Films); „Mean streets" van Martin Scorsese, met Robert de Niro en Harvey Keitel (Actueel Film). Het totaal aantal gesubsidieerde films, dat wil zeggen: door de Commissie waardevol geachte kunstzinnige films wier exploitatie bijzondere financiële risico's met zich brengt en die derhalve gesteund worden met een voorschot op de uitbrengkosten, is hiermee gekomen op een totaal van 19 stuks (sedert november 1974), waarvan vier uit de Verenig de Staten, vier uit Frankrijk, telkens twee uit Zwitserland, Japan, de Duitse Bondsrepubliek en Engeland, een film uit Rusland, een uit Noorwegen en een internationale co-pro- duktie. Onderstaand een overzicht van de betreffende films, met vermelding van het verhuurkantoor: „Zandy's bride" van Jan Troell (Warner); „Andrei Rublev" van Andrei Tarkovski (Columbia); „Le milieu du monde" van Alain Tanner (The Movies); ,,L'lnvitation" van Claude Goretta (The Movies); „Vincent, Frangois, Paul et les autres" van Claude Sautet (Fox); „California Split" van Robert Altman (Columbia); „A bigger splash" van Jack Hazan (Cupido); „La femme aux bottes rouges" van Juan Luis Bunuel (Cu pido); „Deep end" van Jerzy Skolimowski (Cupido); „King, Queen, Knave" van Jerzy Skolimowski (Cupido); „Mes petites Amoureuses" van Jean Eustache (Universal Film Agency); „Faustrecht der Freiheit" van Rainer Werner Fassbinder (Cupido); „Numero deux" van Jean-Luc Godard (Cupido); „Kenka ereji" van Seijun Suzuki (Cupido); „Koroshi no rakuin" van Seijun Suzuki (Cupido); „Woman under the influence" van John Cassavetes (City); „Mutter Küsters Fahrt zum Himmel" van Rainer Werner Fassbinder (Cupido); „Hustruer" van Anja Breien (Cupido); „Mean streets" van Martin Scorsese (Actueel); Gena Rowlands in "A woman under the influence' John Cassavetes. van 13

Historie Film- en Bioscoopbranche

Film | 1976 | | pagina 13